Tien keer Londen

Bezongen straat, goed voor een tiende plaats.

Parijs en New York zijn meer bezongen, maar liedjes over Londen zijn het leukste. Omdat ze gaan over mensen uit de working class, ze bol staan van de humor en de zelfspot en omdat er zoveel leuke referenties aan specifieke locaties in de Britse hoofdstad in zitten. De Olympische Spelen zijn dan ook een mooie aanleiding om er een Top 10 aan te wijden. Het is dat ik niet aan Spotify en Deezer doe, anders heb je er een leuke playlist aan. Nouja, met onderstaand lijstje zou je in elk geval een leuke wandeling door Londen kunnen maken: vanuit Primrose Hill door Regent’s Park en Baker Street naar Bar Italia in Soho. En dan door naar het West End, of Waterloo Station. Ik noem maar een route.

10. Gerry Rafferty – Baker Street (1978)

Eigenlijk gaat Gerry Rafferty’s Baker Street helemaal niet over de Londense straat met die naam. Baker Street gaat over het najagen van je dromen, over vol goede moed naar de toekomst kijken, wetende dat alles in orde zal komen. Rafferty heeft voor een flink deel van de jaren zeventig behoefte aan een zonnig toekomstperspectief, omdat hij drie jaar lang in een juridische strijd is verwikkeld om van de contracten van z’n voormalige band Stealers Wheel af te komen. Een strijd waarvoor de Schot Rafferty geregeld naar Londen moet reizen, waar hij bij een vriend slaapt met een appartement op Baker Street.

Baker Street wordt Rafferty’s grootste hit, vooral dankzij de beroemdste saxofoonsolo uit de popmuziek, van de hand van Raphael Ravenscroft. Dat de zanger het succes nooit een vervolg heeft kunnen geven komt doordat Rafferty niet van de drank af kan blijven. Een verslaving waar hij in het eerste couplet van Baker Street al aan heeft gerefereerd: ‘Well another crazy day, you’ll drink the night away and forget about everything.’

9. Clannad – Tower Hill (1983)

Theme from Harry’s Game betekent in 1983 de doorbraak van Clannad bij het grote publiek. Een succes waar op ingespeeld wordt met het bijhorende album Magical Ring. Tower Hill is een track van dat album. Het is een vreemde eend in de bijt; het wordt niet gezongen door Máire, maar haar broer Pól Brennan en de tekst is zeer mysterieus, het is niet eens zeker of het over de Londense Tower Hill gaat.

Tower Hill is de plaats, goed zichtbaar vanuit de Tower of London, waar in vroeger tijden menig ‘verrader’ wordt onthoofd, opgehangen of gevierendeeld. Die executies zijn populair; een beetje terechtstelling trekt duizenden Londenaren voor een gezellig dagje uit. Toegegeven, de adel (Anne Boleyn, Lady Jane Grey) heeft het privilege om binnen de muren van de Tower of London te worden onthoofd, maar het merendeel van de veroordeelden wordt op Tower Hill een kopje kleiner gemaakt. Uiteraard is de plaats vervloekt en spookt het er.

Clannad, vóór het succes van Theme from Harry’s Game al ruim een decennium bezig een succesvolle carrière op te bouwen van uit het Ierse kuststadje Donegal, proeft van het succes en zou dat de rest van de jaren tachtig proberen te consolideren met meer muziek in de stijl van Theme from Harry’s Game. Het resultaat is wisselend; de soundtrack voor de televisieserie van Robin Hood is een succes, maar op rock gerichte volgende platen zijn minder geslaagd. Pas in de jaren negentig richt de groep zich weer op folkmuziek. Tegen die tijd is Pól Brennan al afgehaakt.

8. Saint Etienne – London Belongs to Me (1991)

Ze komen uit Croydon, maar iedereen die ook maar een beetje zelfrespect heeft houdt dat voor zich. De grauwe stad in de Londense periferie heeft eenzelfde reputatie als Slough (bekend van The Office) of West-Staines (bekend van Ali G). Saint Etienne komt opzetten in de nadagen van de Madchester hype maar aan de vooravond van de Britpop en is vernoemd naar de meest succesvolle voetbalclub uit de Franse competitie. Debuutalbum Foxbase Alpha staat vol lieflijke dance pop: een klassieker, al is juist de succesvolste single van het album de cover van Neil Youngs Only Love Can Break Your Heart.

Als het op Londen bezingen aankomt doet Saint Etienne niet onder voor The Kinks. Highgate Road Incident, Groveley Road, Marcie Dreams of Deptford, Archway People, Birdman of EC1, Blackwall Reach, Pudding Mill Lane, Sugarhouse Lane: allen gaan ze over een plaats in Londen. Het Londen uit London Belongs to Me komt niet eens in de buurt van de echte hoofdstad. Het is een dromerige stad met veel groen, waar hipsters elkaar in cafés ontmoeten en muziek draaien van bands als euh… Saint Etienne. Dat moet toetsenist Bob Stanley ook toegeven; de échte Parkway waar in London Belongs to Me aan wordt gerefereerd is allesbehalve een straat met veel groen. Maar zo vóelde het wel.

7. Squeeze – Up the Junction (1979)

De in 1963 gepubliceerde verhalenbundel Up the Junction van schrijfster Nell Dunn gaat over het leven van de working class in de zuid-Londense wijk Battersea. Het boek vormt niet alleen de basis voor de gelijknamige film uit 1968, ook de new wave groep Squeeze, vooral bekend omdat pianist en BBC-presentator Jools Holland er ooit deel van uitmaakt, laat zich door het boek inspireren.

De junction uit de titel is treinstation Clapham Junction, maar daar houden de overeenkomsten tussen de song en het boek mee op. Gitarist Chris Difford schetst in drie minuten een typisch Brits kitchen sink drama: de hoofdpersoon wordt verliefd op een meisje, het meisje wordt zwanger, hij neemt een baan en werkt elf uur per dag om het in hun onderhoud te voorzien, zij bevalt van een dochter die net zo mooi is als haar moeder, maar als zijn verslaving aan drank en gokken de overhand krijgt, verlaat ze hem voor een soldaat. En, hij moet het toegeven, het is z’n eigen stomme schuld.

De versie van Squeeze is het bekendste, maar klinkt nu wat gedateerd. De folkversie van The Bad Shepherds is net even wat ontroerender.

6. Madness – NW5 (2009)

De grootste verrassing in het dorre muziekjaar 2009 komt van de hand van Madness. Een groep waarvan op voorhand niet wordt verwacht dat ze het in de nadagen van hun carrière nog in zich zouden hebben: een klassieker afleveren. Vrolijke popliedjes met veel ska-invloeden als Baggy Trousers, Night Boat To Cairo en Embarrassment, die wel; Madness is in de jaren tachtig niet uit de Britse hitlijsten weg te denken. En natuurlijk ging Madness Presents the Rise & Fall ook al over Londen (Primrose Hill wordt erop bezongen), maar The Liberty of Norton Folgate is toch net even wat verrassender.

De Norton Folgate uit de titel is een straat in het Londense East End, een soort vrijstaat. Maar het is slechts één van de locaties die voorbijkomt. Alleen in de titelsong komen al Spitalfields, Whitechapel, Tower Hamlets en Bangle Town voorbij. De grootste hit van het album is NW5, een ballad die de 24ste plaats in de Britse Top 40 haalt. De titel is de postcode van Kentish Town, de wijk waar Madness uit afkomstig is. Maar tegenwoordig draait het bij Madness allang niet meer om hits scoren; sterke albums maken en niet teren op de roem van vroeger, zoals zoveel bands doen die al een paar decennia meedraaien. Misschien dat het succes daarom zo’n grote verrassing is.

5. Pulp – Bar Italia (1995)

Natuurlijk zijn Blur, Oasis, Supergrass, The Verve en Suede uitstekende Britpopgroepen, maar Pulp heeft de beste teksten. Met dank aan de vileine pen van Jarvis Cocker die het ultieme Britpop anthem schrijft: Common People. Het gaat over een rijke Griekse kunststudente die wil leven als normale Britse mensen. Potsierlijk. Decadent ook, vindt Cocker. Want het rijke meisje zal nooit als common people kunnen leven. Als het misgaat, dan heeft ze altijd nog de rijke papa om op terug te vallen, een ontsnappingsmogelijkheid die common people niet hebben.

Als de single mei 1995 uitkomt slaat die in als een bom. En het bijhorende album Different Class is, inderdaad, een klasse apart. Afsluitende track op dat album is Bar Italia, vernoemd naar een verlopen café waar het uitgaanspubliek in Soho na een avondje stappen in de vroegste uurtjes heen gaat om nog even door te halen. Het is vergane glorie, maar dat is de klandizie ook. Cocker zingt niet voor niets dat als het café zou worden neergehaald het er nog beter uit zou zien dan de partner die in het liedje wordt bezongen. Vergane glorie in een song die zich afspeelt na een nacht flink doorhalen; een betere afsluiter van Different Class is niet denkbaar.

Bar Italia zit trouwens in het pand waar John Logie Baird in 1926 zijn uitvinding de televisie demonstreerde. Maar dat feitje laat Cocker achterwege.

4. Pet Shop Boys – West End Girls (1984/1985)

Als Neil Tennant en Chris Lowe elkaar in 1981 voor het eerst ontmoeten, blijkt al meteen hun gedeelde liefde voor disco en hiphop. Drie jaar later zou zanger Tennant, geïnspireerd door een gangsterfilm met James Cagney, T.S. Eliots The Waste Land en The Message van Grandmaster Flash & The Furious Five de doorbraaksingle West End Girls schrijven. Geproduceerd door de Amerikaanse houseproducer Bobby Orlando wordt het enkel in België een hit, anderhalf jaar later, als de Britse producer Stephen Hague het tempo van de song heeft verlaagd, de mistroostigheid verhoogd en er een intro van door de regen lopende mensen aan heeft toegevoegd, slaat het in de rest van de wereld aan.

Tegenwoordig worden de Pet Shop Boys onterecht iets te makkelijk weggezet als makers van melige nichtendisco. Tennants songteksten zijn vaak zeer geëngageerd en hebben meer diepgang dan de gemiddelde popsong. West End Girls gaat over escapisme, de tegenstelling tussen het ruige East End en de glamour van het uitgaansleven van het West End. Op latere albums zou de grauwheid van Engeland ten tijde van Thatcher meer aan bod komen, zoals op de prachtige albumtracks King’s Cross en The Theatre, of het kleine hitje Rent.

De videoclip van West End Girls is niet meer serieus te nemen sinds de geslaagde parodie van Flight of the Conchords met Inner City Pressure.

3. The Beatles – The Fool on the Hill (1967)

Primrose Hill ligt aan de noordkant van Regent’s Park. Wie hier woont heeft ten eerste een idioot grote smak geld op de bank staan en ten tweede een heel prettig uitzicht op de Londense binnenstad. In het verleden is de wijk al de favoriete stek van H.G. Wells, W.B. Yeats, Friedrich Engels en Morrissey, tegenwoordig kan je er Jamie Oliver, Ewan McGregor, Martin Amis en Alan Bennett tegen het lijf lopen. En Sylvia Plath pleegt er in 1963 zelfmoord; ook al zo sfeerverhogend.

Londens sjiekste buurt is vaker bezongen, door John & Beverly Martyn in Primrose Hill en Billy Bragg in Upfield – to name a few – maar de bekendste song is The Fool on the Hill, afkomstig van de soundtrack van de Magical Mystery Tour. Waar het over gaat is bij wel meer songs uit de psychedelische periode van de Beatles de vraag, maar volgens Paul McCartney heeft hij het geschreven ‘over iemand als de Maharishi’ (Maharishi Mahesh Yogi, that is). Chronologisch gezien is dat vreemd: McCartney heeft het in maart 1967 al eens voor John Lennon gespeeld, en de Beatles zouden pas in augustus dat jaar de Maharishi voor het eerst ontmoeten.

Alistair Taylor, de assistent van Beatlesmanager Brian Epstein, beweert dan ook dat het is geïnspireerd door een wandeling die hij samen met McCartney door Primrose Hill maakte. Vlak nadat de twee een gesprek voerden over het bestaan van God, verscheen er een man naast de twee die vlak daarna weer even plotseling verdween. Uiteraard waren beide heren op dat moment volstrekt nuchter.

2. The Clash – The Guns of Brixton (1979)

De onrust in Brixton hangt eind jaren zeventig al in de lucht als The Clash-bassist Paul Simonon The Guns of Brixton schrijft. Het springerige reggaeritme, geïnspireerd door de grotendeels uit de Caraïben afkomstige bevolking, is vrolijk genoeg, maar in de tekst wordt de luisteraar al meteen een moreel dilemma voorgelegd: ‘When they kick out your front door, how you gonna come? With your hands on your head or on the trigger of your gun.’ Als er één Londense wijk symbool staat voor maatschappelijke onrust, dan is het Brixton; in 1981, 1985, 1995 en 2011 wordt het stadsdeel geteisterd door rellen, met racisme en een hoge werkloosheid als voornaamste oorzaken.

The Guns of Brixton wordt uitgebracht als b-kant van de single Clampdown en staat op de dubbel-lp London Calling, dat beschouwd wordt als het meest belangwekkende album van de punk. Muzikaal is The Clash veelzijdiger dan The Sex Pistols en de teksten hebben meer inhoud dan het volledige oeuvre van The Stranglers, The Damned en The Alarm bij elkaar. In de titelsong wijst Strummer de luisteraar er fijntjes op dat als de Thames overstroomt, hij natte voeten krijgt. Maar dat is nog de minste dreiging, die van een nucleaire ramp is nog veel groter; het eindigt met een in morsecode uitgezonden S.O.S.

1. The Kinks – Waterloo Sunset (1967)

Kinks-zanger Ray Davies heeft een karrenvracht aan songs geschreven waarin het Londen van de swinging sixties als decor fungeert: Lavender Hill, Berkeley Mews, Willesden Green, See My Friends, Denmark Street, Holloway Jail, Dedicated Follwer of Fashion, Dead End Street, allen zijn ze op een of andere manier verbonden aan de hoofdstad. Davies is de ultieme chroniqueur van het leven van de gewone Engelsman, een traditie waarin ook schrijvers als Paul Weller, Jarvis Cocker en Alex Turner staan.

Sfeervoller dan Waterloo Sunset vind je ze nergens. Davies komt elke dag op weg naar de kunstacademie in Croydon voorbij Waterloo Station en later wandelt hij met z’n vriendin langs de Thames. Natuurlijk is die rivier de ‘dirty old river’ uit de beginregels, al stamt dat beeld uit de jeugd van Davies, als hij in het ziekenhuis ligt en vanuit het raam de rivier kan zien liggen. De Terry uit de tekst is de zoon van Ray’s zus Rosie, Julie is Terry’s vriendin, maar eigenlijk gaat Waterloo Sunset over de zanger zelf en de eerste onbezorgde stappen in een nieuwe relatie. Waterloo Sunset is onmiskenbaar Londen. Snel vergeten dus, dat Ray Davies het oorspronkelijk Liverpool Sunset wilde noemen. Pas nadat zijn vrouw hem ‘s avonds laat naar Waterloo Station heeft gereden en hij met eigen ogen heeft gezien dat de zonsondergang het waard is om vernoemd te worden in de titel van een liedje, past hij deze aan.

In Nederland stijgt Waterloo Sunset in de Top 40 van de 39ste naar de vierde plaats, de grootste sprong ooit in de Top 40; een record dat sindsdien wel is geëvenaard, maar nooit overtroffen. Een week later staat het op de eerste plaats, een positie die de single in het thuisland niet heeft weten te halen omdat daar The Tremeloes’ Silence is Golden in de weg staat. Jammer, omdat Waterloo Sunset ook tegenwoordig nog wordt gezien als het hoogtepunt in Davies’ indrukwekkende oeuvre.

This entry was posted in Lijstjes, Muziek and tagged , , , , , , , , , , . Bookmark the permalink.