Nunhead

Overwoekerde engel.

Gezond was het er niet leven, in het Londen in de tijd van koningin Victoria. Door de industriële revolutie trokken duizenden mensen naar de stad, die in korte tijd uit z’n voegen barstte: Londen groeide van negenhonderd duizend inwoners in 1801 naar ruim 2,3 miljoen vijftig jaar later. De leefomstandigheden waren erbarmelijk, ziekten als cholera en tyfus tierden er welig en de levensverwachting was schrikbarend laag: een man in een fabriek in het Londen van 1850 werd gemiddeld niet ouder dan 22.

De autoriteiten waren allesbehalve voorbereid op zo’n grote toestroom van mensen en de hoge sterftecijfers: waar moesten al die lijken heen? De begraafplaatsen puilden uit. Letterlijk, omdat volgens de wetgeving kerken verplicht waren om de doden op de begraafplaats bij de kerk te begraven. Bekijk tegenwoordig een kerk als St. Bartholomew the Great in de City of London en je ziet het meteen: de kerk zelf staat een meter of anderhalf lager dan de begraafplaats waar het midden in staat. Het is duidelijk waar dat hoogteverschil vandaan komt. Het was onmogelijk om dit systeem in stand te houden; graven werden binnen de kortste keren hergebruikt, lijken werden opgelost in ongebluste kalk of men kwam bij het graven al dan niet per ongeluk op de waterleiding uit, met nog meer infectieziekten tot gevolg.

De overheid kwam met een oplossing: vanaf 1832 zouden buiten de stadsgrenzen, in het landelijke gebied rond de hoofdstad zeven begraafplaatsen worden aangelegd: The Magnificent Seven. De beroemdste is Highgate Cemetery, omdat het de begraafplaats is van Karl Marx, Douglas Adams en Michael Faraday – to name a few – en voor zover ik kan nagaan is het ook de meest sfeervolle. Highgate Cemetery is tegen een heuvel aangelegd en je hebt er een mooi uitzicht op de stad. Het heeft de Egyptian Avenue, een uitstekend voorbeeld van de ‘Egyptian revival’ waar Londen halverwege negentiende eeuw van in de ban was. Eind negentiende eeuw was Highgate Cemetery zelfs het ultieme zondagmiddaguitje voor welgesteld Londen. In een tijd waarin de dood zo nadrukkelijk aanwezig is hadden de Engelsen een bijna morbide fascinatie ontwikkeld voor alles wat met de dood te maken had. Heerlijk om een uurtje tussen de graven te paraderen.

Nunhead Cemetery: meer bos dan begraafplaats.

Omdat ik elk jaar wel een keer in Londen kom (ja, het is een verslaving), heb ik me voorgenomen om elke keer één van The Magnificent Seven te bezoeken. Highgate Cemetery heb ik inmiddels twee keer gehad, dus tegenwoordig kies ik bij ieder bezoek een andere. Vorig jaar had ik al naar Nunhead Cemetery gewild, maar dat bleek erg moeilijk bereikbaar met het openbaar vervoer. Ik strandde halverwege zuid-Londen in het foeilelijke metrostation Elephant & Castle, bussen reden daar niet richting Nunhead, treinen al evenmin. Als alternatief week ik toen uit naar het veel centraler gelegen Brompton Cemetery. Weinig sfeervol, maar zeer geliefd voor gezinnen om een eindje te gaan wandelen. Dat klinkt wat macaber, maar het is een netjes aangelegde begraafplaats met brede geasfalteerde paden. Té netjes wat mij betreft, maar er staan enkele prachtige grafmonumenten. En, ook geestig, wie op de zuidtribune van het stadion van Chelsea zit en bij het verlaten van het stadion even achterom kijkt, ziet Brompton Cemetery pontificaal liggen.

Dit jaar wilde ik per se naar Nunhead Cemetery. Het weer was prima en met een gehuurde fiets moest het goed te doen zijn. Andere begraafplaatsen als Kensal Green Cemetery en Abney Park Cemetery zullen ongetwijfeld zeer mooi zijn, maar beter bereikbaar; het leek me handig om de moeilijk bereikbare begraafplaatsen, Nunhead Cemetery ligt bovenop Nunhead Hill, iets dat ik me vooraf niet had gerealiseerd, eerst te doen. West Norwood Cemetery, in een uithoek in zuidwest Londen gelegen, bewaar ik voor de volgende keer, evenals Tower Hamlets, waar niet veel van over is; het was in de negentiende eeuw dan ook de begraafplaats voor de armoedzaaiers.

‘Perhaps the least known, but most attractive, of the great Victorian Cemeteries of London.’

De vrijwilligers van Nunhead Cemetery zijn zich ervan bewust dat ze niet bepaald centraal liggen en dat er moeite moet worden gedaan om de toeristen naar hun begraafplaats te krijgen. Ze hebben niet overdreven; Nunhead Cemetery is prachtig. Het ligt net als Highgate Cemetery tegen een heuvel aan en de paden tussen de overwoekerde graven zijn mooi aangelegd. Vanuit de hoogste punten van de begraafplaats heb je een prachtig uitzicht op Londen; in de verte kan je St. Paul’s Cathedral zien liggen. Een uitzicht dat er tot tien jaar geleden niet was. Er stonden voldoende bomen die je het zicht op Londen ontnamen, maar geheel in de Engelse traditie om er alles aan te doen om landschappen in oude eer te herstellen is in 2001 met veel moeite geprobeerd het oude uitzicht terug te krijgen. De gekapte bomen liggen er nog: wel zo sfeervol.

Het meest in het oog springend is de prachtige kapel aan het einde van The Avenue, de belangrijkste toegangsweg van de begraafplaats, gebouwd vlak na de opening van Nunhead Cemetery in 1840. Dit was in de negentiende eeuw het meest prestigieuze deel van de begraafplaats; enkel de zeer welgestelden konden het permitteren om hier begraven te worden. En de kapel is dan wel in 1974 afgebrand, de ruïne die er nu staat is zeer sfeervol.

A grave with a view.

Waarin Nunhead Cemetery verschilt van de parkachtige aanleg van Brompton Cemetery, is dat het, nog meer dan Highgate Cemetery, bosachtig is. Grote delen van de begraafplaats worden dan ook omschreven als ‘een bos met graven erin.’ Dat betekent dat je soms op de grond langs het pad een vrijwel volledig overwoekerde grafzerk vindt waarvan alleen het bovenste puntje boven het groene gewas uitsteekt. En Nunhead Cemetery kent maar één mausoleum, waar de Egyptian Avenue in Highgate Cemetery tientallen mausolea van übersjiek Londen herbergt. Maar net zoals de andere van The Magnificent Seven wordt Nunhead Cemetery gezien als een park; een vrouw laat met haar zoontje de hond uit, een man zit op een bankje een boek te lezen terwijl hij in de verte de skyline van Londen kan zien liggen en op een bank zit een jong stelletje de tongzoenen.

Waar ook Nunhead Cemetery Highgate Cemetery in voor moet laten gaan, is in het aantal beroemdheden dat hier begraven ligt. George Howell, één van de eerste Britse vakbondleiders, Bryan Donkin, pionier van het inblikken van vlees en Sir Charles Fox, mede verantwoordelijk voor de bouw van Crystal Palace. Dan heb je het wel gehad.

Maar de eerste persoon die op Nunhead Cemetery werd begraven is Charles Abbott, een 101-jarige kruidenier uit Ipswich. Tegen dat wapenfeit kan geen enkele andere begraafplaats op.

This entry was posted in Foto's, Reizen. Bookmark the permalink.

3 Responses to Nunhead

  1. Laura says:

    Persoonlijk vind ik Nunhead denk ik de mooiste van de zeven 🙂 En Tower Hamlets de minste. Zag je de Londen Eye niet?

  2. Guidje says:

    Ik dacht dat jij Brompton Cemetery het minste vond. 🙂

    Ik weet niet welke ik het mooiste vind, ik vind Highgate en Nunhead allebei heel mooi. Highgate heeft natuurlijk een hoop beroemdheden, maar op Nunhead kan je lekker op eigen houtje ronddwalen. Maar zo’n guided tour op Highgate heeft ook wel iets. Dilemma’s, dilemma’s…

    Ik heb het London Eye niet zien liggen, wel St. Paul’s Cathedral, zoals je kunt zien. 🙂

  3. Laura says:

    Ik vind dat Brompton er helemaal niet bij zou moeten horen, dus die negeer ik 😉

Comments are closed.