Kunstwerk vormt een obstakel voor het maken een geslaagde foto.
Ik ging naar Maastricht. Om de plafonds van een paar stokoude kerken te fotograferen en een bezoek te brengen aan het museum met de leukste naam van Nederland: het Bonnefantenmuseum. Het plafond van de Onze-Lieve-Vrouwebasiliek bleek, zoals verwacht, veel te donker; wat wil je ook van een kerk die al aan het begin van de elfde eeuw is gebouwd. Niettemin blijft het, mede vanwege die ouderdom, een indrukwekkend bouwwerk. De Sint-Servaasbasiliek is een stuk lichter en het plafond van de wereldberoemde boekwinkel Dominicanen bezit prachtige, half vergane schilderingen.
Het Bonnefantenmuseum kende ik al veel langer, maar vooral vanwege het moderne gebouw met de raketvormige toren, één van de blikvangers van de moderne wijk Céramique in Maastricht. Typisch een museum waarvan het gebouw beroemder is dan de collectie, zoals bij het Groninger Museum. Toen ik dat museum acht jaar geleden bezocht vond ik de collectie teleurstellend, maar bij het Bonnefantenmuseum maakte ik me niet al te veel zorgen. Een vriendin van mijn moeder was er een tijdje terug met haar kleindochter geweest en ze hadden zich prima vermaakt en de lijst van kunstwerken op de website van het museum beloofde ook veel goeds.
Ik werd niet teleurgesteld. Dat begon al bij de entree, alwaar een vriendelijke gastvrouw aan de hand van allerlei folders rustig uitlegde wat er allemaal aan exposities te zien is. Prettig, om een serieuze introductie te krijgen. De leukste van die tentoonstellingen is die van Mary Heilmann, een Amerikaanse kunstenares die, mede geïnspireerd door de knallende kleuren uit The Simpsons, felgekleurde schilderijen maakt. Dat een doek eigenlijk rechthoekig is hoeft daarbij geen belemmering te zijn; een enkele keer lopen vlekken vanuit het doek naar een bovenhoek van de ruimte, of lijken twee doeken kunstig in elkaar te zijn geschoven. Op dezelfde verdieping is ook een gigantisch schilderij van Maya Hayuk te zien en ook zij maakt gebruik van zeer felle kleuren. Die felle kleuren zijn erg speels en doen me denken aan de expositie van Charline von Heyl die ik eerder dit jaar in het Institute of Contemporary Art in Boston zag. Wanneer je je afvraagt of moderne kunst tegenwoordig volledig gefragmenteerd is, met stijlen en trends die kriskras door elkaar heen lopen dan is dit een geruststelling; er is zowaar een hedendaagse trend te ontdekken. Hedendaagse schilderijen zijn zowel figuratief als abstract zijn en er wordt gebruik gemaakt van mixed media en felle kleuren. Maakt niet uit dat het resultaat ook ‘mooi’ moet zijn. En een beetje kunstenaar beheerst meerdere disciplines. Het is volledig passé om je enkel op schilderen of beeldhouwen te richten.
Aan de binnenkant van de andere toren, bij de entree van het museum.
Toch is het prachtige, door architect Aldo Rossi ontworpen, gebouw de grootste attractie. Het meest nieuwsgierig was ik naar de binnenkant van die raketvormige toren. In het midden van die ruimte wordt afwisselend een werk uit de vaste collectie van het museum getoond, maar de wand is een kunstwerk op zich; het is één onafgebroken lijn die omhoog cirkelt naar het raam bovenin de koepel. Het is van de hand van Sol LeWitt, een kunstenaar die ik vooral associeer met conceptuele kunst en het minimalisme, maar dit is zo duizelingwekkend (letterlijk, ik moest even m’n ogen dicht doen om niet om te vallen) dat het eerder tot de Op Art gerekend kan worden. Het is niet zo gek dat LeWitt genre-overschrijdend bezig is geweest; de man moet ontelbaar veel kunstwerken hebben gemaakt, want ik ben kunst van ‘m tegengekomen in zo’n beetje elk Amerikaans museum dat ik eerder dit jaar bezocht, maar meestal waren dit kubussen, enkel bestaande uit witgekleurde ribben.
Een foto maken van het plafond, zoals ik zo graag doe, bleek een hele onderneming, want precies onder het middelste punt van de koepel bevindt zich het kunstwerk l’Entrée de l’Exposition van Marcel Broodthaers, een werk dat het beste kan worden omschreven als een soort grote ijsschots. Eerst probeerde ik nog half over het kunstwerk te gaan hangen of om in één van de inkepingen aan de voor of achterkant te gaan staan, maar wat ik ook probeerde, het lukte me niet om het dakraam precies in het midden van mijn foto te krijgen. Het kunstwerk aanraken is natuurlijk uit den boze, al stootte ik er een enkele keer per ongeluk tegenaan. Pas toen viel me op dat hier en daar wat donkere vlekken op het kunstwerk zitten. Uiteindelijk besloot ik een foefje toe te passen dat ik al met succes had uitgeprobeerd om de wenteltrap in het US Supreme Court te fotograferen: mijn camera boven het kunstwerk omhoog houden en op de gok wat foto’s maken. Na een paar pogingen was ik zowaar in de buurt gekomen van een perfecte foto voor mijn verzameling op flickr.
Terwijl ik bezig was kwam een bezoeker de ruimte binnen. Hij zag hoe ik foto’s aan het maken was en wees op m’n gestreepte trui. ‘Heb je die vandaag speciaal aangetrokken?’