C’est dommage. Amélie n’est-ce pas là.
‘Oh, look al all those tiny houses! How lovely!’
In de trein naar Versailles zitten Amerikaanse toeristen hun ervaringen van Parijs met elkaar uit te wisselen. Als ze door de buitenwijken van Parijs rijden, vallen ze woningen op die volgens hen nogal klein zijn. Voor de duidelijkheid: een huis in een gemiddelde Nederlandse Vinexwijk doet er niet voor onder. Hun conversatie gaat er verder vooral over hoe koud het is; één van de reizigers was juist vanwege Cole Porters ode aan Parijs April in Paris naar de Franse hoofdstad gekomen. Het weer valt ‘r dus vies tegen. En was de andere toeristen ook de nieuwste zakkenrollerstruc opgevallen? Kinderen die naar je toe komen met een petitie en als je die wilt tekenen, word je bestolen.
Die kinderen waren me inderdaad opgevallen, een paar dagen eerder stonden ze bij de Eiffeltoren, een dag later bij het Louvre. Ik had ze meteen met een boze blik weggekeken, later viel m’n blik op de petitie. Iets over dove kinderen, opgesteld in het Engels. Hoe stom kan je zijn: ten eerste is Frankrijk nog altijd een westerse verzorgingsstaat die echt wel goed voor dove kindertjes zorgt, ten tweede stel je zo’n petitie in eerste instantie voor Franse lezers op, niet primair voor toeristen. Het was niet in me opgekomen dat ze per se kwaad in de zin hadden, maar het hele idee van de petitie had me al oerstom geleken. Bovendien: iedereen die op me komt afgestormd met wat dan ook wantrouw ik per definitie.
Het Paleis van Versailles, de bijhorende tuinen en het Grand Trianon en het Petit Trianon. Een gigantisch perceel waar golfwagentjes af en aan rijden om luie toeristen te vervoeren.
Vanuit station Versailles-Rive Gauche vertrekt een stoet toeristen rechtstreeks naar het wereldberoemde paleis, enkele straten verderop. Het mag dan niet het grootste paleis ter wereld zijn, het is zeker het beroemdste en wie de magnifieke tuinen meerekent komt tot een domein van ruim acht miljoen vierkante kilometer. Die tuinen ja, die nu grotendeels worden gerestaureerd (de restauratiemanie is niet voorbehouden aan Parijs zelf) en waar uit de bosschages constant klassieke muziek op oorverdovend niveau klinkt. Het nut ontgaat me.
Maar ik ben een kniesoor. Het Paleis van Versailles is een prachtig bouwwerk, gebouwd in een tijdsbestek van enkele eeuwen. Met de aanleg werd begonnen gedurende de regeerperiode van Lodewijk XIII onder supervisie van architect Louis Le Vau. Het gold indertijd als jachtslot, maar onder de Zonnekoning werd het uitgebreid, omdat Lodewijk XIV jaloers was op Vaux-le-Vicomte, het optrekje van zijn minister van financiën Nicolas Fouquet. Het waren Le Vau, Charles Lebrun en André Le Nôtre geweest die Vaux-le-Vicomte hadden gebouwd en jaloers als de Zonnekoning was, werd Fouquet na een showproces in het gevang gegooid en liet hij Le Vau, Lebrun en Le Nôtre het Paleis van Versailles uitbreiden tot het gigantische bouwwerk dat het vandaag de dag is.
De decadentie beperkte zich niet tot het paleis en de tuinen; verder van het beroemde hoofdgebouw liggen de Grand Trianon en de Petit Trianon, twee kleinere optrekjes die als buitenverblijf golden. In de Grand Trianon kon Lodewijk XIV in alle rust naar de tuin kijken, met zijn geheime tweede vrouw en gouvernante Madame de Maintenon aan zijn zijde. Napoleon beviel de Grand Trianon evenzeer, hij verbleef er met de tweede keizerin, Marie-Louise. Het Petit Trianon is een neoclassicistisch bouwwerk, in opdracht van Lodewijk XV gebouwd voor Madame de Pompadour. Later gold het als het buitenverblijf van Marie-Antoinette die een boerderij liet nabouwen en waar ze zich voor kon doen als melkmeisje.
Maar de decadentie van het Paleis van Versailles zou uiteindelijk het einde van de Franse monarchie inluiden. De bevolking leed honger, de staatsschuld liep op en tijdens de Franse revolutie liep het paleis ernstige schade op. Toch is het in de decennia erna een historische plaats gebleven. In de Spiegelzaal werd in 1871 een verenigd Duitsland uitgeroepen en in 1919 het verdrag van Versailles getekend.
Twee iconen van Parijs. Een eervolle vermelding voor ‘Berg op Zoom.’
Geliefd was de Eiffeltoren aanvankelijk zeker niet. Guy de Maupassant zou Parijs om de toren hebben verlaten en William Morris ging er elke dag heen om er niet tegenaan te hoeven kijken. Het gevaarte werd gebouwd voor de Wereldtentoonstelling van 1889 en staat symbool voor het honderdjarig jubileum van de Franse revolutie. Tot de opening van het Empire State Building gold het ruim veertig jaar als het hoogste gebouw ter wereld. En zoals dat gaat met iconen: ze zijn de ultieme toeristische trekpleister, met meterslange rijen bezoekers. Ook de Arc de Triomphe ontkomt niet aan dat lot. Op de triomfboog staan de namen van beroemde slagen vermeld. Een aantal kan ik plaatsen, maar bij de naam Berg op Zoom moet ik toch even achter m’n oren krabben. En ook bij thuiskomst heb ik geen informatie over deze beroemde slag kunnen vinden.
Uitzicht bovenop de Tour Montparnasse, kandidaat voor de titel Lelijkste Wolkenkrabber van Europa.
Minstens zo gehaat als de Eiffeltoren is de Tour Montparnasse. Het is een idioot hoog gevaarte, gebouwd naast het Gare Montparnasse. De controverse was dermate groot dat na opening van de toren is besloten dat geen hoge gebouwen meer in het centrum van Parijs mogen worden gebouwd. Alle hoogbouw is nu verbannen naar zakenwijken zoals La Défense. Je kan de Parijzenaars geen ongelijk geven. De Tour Montparnasse is foeilelijk en het winkelcentrum bij de ingang oogt nogal verlopen. Maar bovenop is het uitzicht magnifiek. Je hebt hier sowieso goed zicht op de Eiffeltoren – de enige plaats in Parijs waar dit mogelijk is – en een uitzicht op het Cimetière du Montparnasse.
Op de bovenste drie foto’s de Jardin du Luxembourg, op de foto’s daaronder de Place des Vosges en op de onderste foto de Jardin des Tuileries.
Een stad met zo weinig (en dure) woonruimte heeft per definitie een hoop parken die dan ook nog eens volop worden gebruikt. Het Place des Vosges, midden in de wijk Le Marais, is wereldberoemd. Het is het oudste geplande plein van Parijs, in opdracht van Hendrik IV werd in 1605 met de aanleg begonnen, zijn zoon Lodewijk XIII opende het plein zeven jaar later. Le Marais is een heerlijke wijk met oude straatjes en het stadsmuseum van Parijs, het Musée Carnavalet. Het stikt er van de leuke eettentjes en het winkelaanbod is een mix van hippe merken en tweedehands winkeltjes. Le Marais heeft een joodse geschiedenis en dat zie je in een paar straatjes vlak bij het Place des Vosges terug, met chassidische joden, in het zwart gekleed met pijpenkrullen.
Met zonnig weer zitten de parken overvol. Het Jardin du Luxembourg is een prachtig park, met beelden van voorname koninginnen van Frankrijk: Mary, Queen of Scots, Anne van Bretagne en Marie de Medici – to name a few. In het Jardin des Tuileries is het zondagmiddag een mix van jong en oud die van het prachtige weer komt genieten. Naast me zitten jongeren op een bank met elkaar te kletsen. Ze luisteren op hun mobieltjes naar muziek: de soundtrack van Drive. Na een paar songs zet één van de jongens ineens iets anders op. Dan klinkt door de Jardin des Tuileries Joe Dassins Les Champs-Élysées. Ze zingen uitbundig mee.
Quizvraag: in welke film uit 2011 speelt deze trap een belangrijke rol?