Fashionista

In mijn quizteam sta ik bekend als de fashionista. Leest u rustig verder als u klaar bent met lachen. Het zegt wellicht meer over enkele van mijn teamgenoten, dus ik moet het enigszins nuanceren: ik ben de fashionista by default. Mijn mannelijke medespelers willen absoluut niet het verwijt krijgen om modebewust te zijn, want voordat je het weet word je als homo aangezien of wek je de indruk bij moeder de vrouw onder de plak te zitten die vertelt wat jij aan moet, dat idee. Enfin, vermoedelijk vinden zij het onuitstaanbaar dat ik wel eens een vrolijk gekleurd T-shirt aan doe, gezien de blik van walging toen de quizmaster een tijdje terug godbetert een roze polo had aangetrokken. Róze! En die man is dan nog getrouwd en vader van een dochtertje ook nog! Daar gaat je mannelijkheid. Ik probeerde een van mijn teamleden er nog op te wijzen dat dit niet roze maar magenta is, maar dat was alleen maar koren op de molen want ‘hoe weet jij dat nu weer?’ Kijk, andersom zou ik nog niet dood willen worden gevonden in wat zij dragen (een fleece trui is een wel heel overduidelijke mode faux pas – wie gaat er nu in gerecyclede PET-flessen lopen?), dus de weerzin is wederzijds. Desondanks heb ik ze er wel eens van proberen te overtuigen om toch een beetje met de tijd mee te gaan. Ik bedoel, als het aan hen had gelegen, liepen mannen nog steeds in berenvellen, onderwijl luid boeren latend en een knuppel achter zich aan slepend.

Dat het nu wat duidelijker is dat ik de fashionista ben, zal ook komen doordat ik inderdaad wel iets meer ben gaan nadenken over wat ik aantrek. Nouja, ik kan het me nu permitteren. Toen ik twee jaar terug nog dertig kilo meer woog was ik allang blij als ik een T-shirt of een broek vond waar ik in paste, nu ik tegenwoordig volslank (haha) door het leven ga, koop ik ook wel es een strak T-shirt of – wereldschokkend – een geruite bloes (al is dat bij mij op het werk zo’n beetje de dresscode onder mannelijke experts, dus de reactie op de opmerking van een collega ‘heej, hij draagt es géén T-shirt’ was een snedig ‘ja, ik dacht dat ik wel moest nu ik expert ben’). Verder moet het allemaal wel een beetje streetwise zijn, dus niemand hoeft bang te zijn dat ik straks in iets van – pak ‘m beet – Ralph Lauren of Tommy Hilfiger verschijn; de uiterste grens ligt bij G-star, verder gaat het niet.

Wel jammer dus, dat er lacherig wordt gedaan als ik mijn hoodie van Obey aan heb. Want in de underground cultuur is allang bekend waar het merk vandaan komt: uit de street art. Het merk werd opgericht door Shepard Fairey, wereldberoemd van z’n ontwerp voor de Hope poster die tijdens de Amerikaanse presidentsverkiezingen voor Barack Obama werd gemaakt en sindsdien ontelbaar vele malen is gekopieerd en geparodieerd. Het logo van Obey komt oorspronkelijk van een sticker die is gemaakt met de afbeelding van een 2 meter en 24 centimeter lange Franse worstelaar, Andre The Giant, maar met een afbeelding van hem rondlopen vond ik weer net iets té. In Nederland was het lang zoeken naar die hoodies, maar sinds enige tijd heeft Eindhoven een skatewinkel die het merk zowaar verkoopt. Ik blij. Bijkomend voordeel: je kan met Obey een leuke woordspeling maken: toen ik een paar weken terug een groepje informanten moest bijstaan die net hun opleiding voor de skill Omzetbelasting (in jargon ‘OB’ genoemd) hadden afgerond, had ik voor de gelegenheid ook maar deze trui aangetrokken.

Je kan er dus om lachen dat ik me met dit soort dingen bezig hou, maar ik vind het toch leuker om even uit te leggen waar het precies voor staat en vandaan komt, zoals een jongen uit een ander quizteam afgelopen donderdag tijdens een pauze kwam vragen. Kon ik ‘m ook meteen op die leuke fake documentaire Exit Through The Gift Shop wijzen, want daar speelt Fairey een belangrijke rol in en komt het Obey-logo een paar keer voorbij. ‘Heej, daar heb jij een shirt van,’ riep mijn moeder bij het zien van die documentaire. Inderdaad. Nu weet ook zij waar het vandaan komt.

This entry was posted in Mode and tagged , , . Bookmark the permalink.