Klassieker

November is de maand van de eindejaarslijstjes. Althans, de eerste exemplaren daarvan worden gepubliceerd. Feest natuurlijk; er is niets leuker dan lijstjes en het summum van lijstjes is eindejaarslijstjes. U begrijpt, ook ik mag weer. Tegelijkertijd vraag ik me elke keer weer vooraf af wat algemeen wordt gezien als dé ultieme plaat van dat jaar. Zoals dat vorig jaar The Suburbs van de Arcade Fire was en in 1991 Nevermind van Nirvana (al koos het Amerikaanse muziekblad Spin in een nog altijd memorabele dwaling voor Teenage Fanclub’s Bandwagonesque; ik hou erg van dat soort dwarsigheid). Het is niet zozeer de angst om uit de toon te vallen bij de andere muziekjournalisten dat ik dit wil weten. Het zal me worst wezen dat ik vorig jaar als één van de weinigen Plastic Beach van de Gorillaz op nr. 1 had staan, als één van de zeer weinigen Band Of Horses’ Infinite Arms op nr. 2 in mijn eindejaarslijstje noemde en er zullen ook veel collega’s zijn die lachen omdat ik Coldplay’s X&Y écht een goed album vond en vind. Maar ik ben gewoon nieuwsgierig, omdat dit jaar die ultieme klassieker lijkt te ontbreken. Kijk, over de titel ‘slechte album van 2011’ kunnen we kort zijn; die strijd gaat tussen White Lies’ Ritual, Lou Reed & Metallica’s Lulu en SuperHeavy’s SuperHeavy. Maar voor de rest? Is er een ultieme klassieker? Vooruit. Er zijn een paar kanshebbers.

Adele – 21

Het gebeurt niet vaak dat een album wordt geroemd door critici maar dat tegelijkertijd ook hoge verkoopcijfers worden behaald. Dat een artiest het eigen genre overstijgt en een zeer breed publiek weet aan te spreken. Ik denk dat recentelijk alleen Back To Black van Amy Winehouse die status geniet, een album dat dan ook in veel eindejaarslijstjes terugkwam. Hoewel ik Adele nog vele jaren in goede gezondheid toewens, is 21 haar Back To Black. Was debuutalbum 19 nog bijzonder aardig, 21 is het ultieme meesterwerk, vooral dankzij singles als Rolling In The Deep en Set Fire To The Rain. Het gevolg is dat een vriend (die ik als een serieuze muziekliefhebber beschouw) licht beschaamd tegen me bekende het album te hebben gekocht en heel mooi te vinden, maar dat toen ik mijn zus vroeg wat ze voor haar verjaardag wilde, ze antwoordde ‘doe die cd van Adele maar.’ Die twee werelden komen maar zeer zelden samen.

PJ Harvey – Let England Shake

Ze won er eerder dit jaar al de Mercury Prize mee, waarmee PJ Harvey de eerste artiest is die de prijs twee keer wist te winnen. Let England Shake heeft unaniem lovende recensies geoogst. Dat is terecht. Harvey komt bijna twintig jaar in haar carrière met misschien wel haar beste album, met de Eerste Wereldoorlog als thematiek. De strekking: dat Engeland van ons is gebouwd op bloed en verderf. De boodschap wordt op subversieve wijze gebracht, met vrolijk klinkende liedjes als The Words That Maketh Murder, The Glorious Land en The Colour Of The Earth die voorzien zijn van de meest zwartgallige teksten denkbaar. Er zitten subtiele samples in verwerkt en verwijzingen naar oosterse muziek. Daardoor klinkt het als geen enkel ander album van de zangeres. Het enige probleem dat ik met Let England Shake heb, is dat het een wat minder persoonlijke PJ Harvey is. En de zangeres is toch bij uitstek de stoerste chick van de rockspeeltuin. Maar als de muziek zo goed, wie ben ik dan om daar moeilijk over te doen?

Radiohead – The King of Limbs

Begrijp me goed. Ik verafschuw Radiohead en alle muziek die de groep sinds – pak ‘m beet – de eeuwwisseling heeft gemaakt. Kid A is niet eens zozeer een onbeluisterbare draak alswel een zwaar overschatte plaat van een gitaarband die de gitaren weg heeft gegooid en – o zo stoer – de elektronica heeft ontdekt. De elektronica die de groep overigens ook al had ontdekt op OK Computer, maar dat terzijde. Alles wat daarna kwam was almaar slechter en slechter, tot de verschrikking In Rainbows uit 2007 aan toe; zelden hoorde ik zo’n aaneenschakeling van zaaddodende reuteldeuntjes als op dit album.  Echter, Radiohead kan bij een groot deel van het muziekjournaille geen fout doen. Brengen ze op het volgende album enkel een scheet uit: het wordt beschouwd als meesterwerk. Daarom vermoed ik dat ook The King Of Limbs weer hoge ogen gaat gooien in de eindejaarslijstjes, al zie ik de eerste vermoeidheid optreden bij sommige journalisten. Sommigen zeggen het inmiddels zelfs hardop: ‘we weten het inmiddels wel Thom Yorke. Je mag er ook best mee ophouden hoor.’

Fleet Foxes – Helplessness Blues

Het debuut was een ultiem meesterwerk, dit Helplessness Blues is minder. Toen het eerder dit jaar uitkwam en ik het album recenseerde voor KindaMuzik kon ik er niet zoveel mee. Ja, het was meer van hetzelfde, maar ook weer niet. En meer van hetzelfde, is dat per se slecht? Het zorgt er in elk geval voor dat het succes wordt geconsolideerd, maar in de praktijk is dat altijd achteruitgang. Het probleem is dat het nieuwtje er bij Fleet Foxes een beetje af is. De samenzang, de Amerikaanse folk, we kennen het allemaal wel. En waar het debuutalbum nog zo’n mooi geheel vormde, is dat bij Helplessness Blues veel minder, mede dankzij (het met acht minuten veel te lang durende) The Shrine/An Argument. Maar toch, als je Lorelai of Battery Kinzie hoort, is dat ultieme gevoel van genot er weer. Dit is een groeiplaat en Helplessness Blues zal mijn eindejaarslijstje weliswaar niet halen, maar gezien alle enthousiaste reacties die het album ontving, ben ik niet verbaasd als het hoog scoort.

James Blake – James Blake

Jaren geleden las ik eens over Oasis’ derde album Be Here Now, dat bij tweedehands platenzaken de meest aangeboden cd bleek te zijn. Ik vermoed dat James Blake een goede concurrent is voor deze titel. Het is niet dat het album slecht is, maar wie enkel op basis van de prachtige Feist-cover Limit To Your Love het album koopt, komt bedrogen uit. De muziek van Blake heet dubstep te zijn, maar heeft met de piano, zware bas en vervormde stemmen net zoveel raakvlakken met avantgarde. Moeilijk. Knap ook. En muziek voor muziekjournalisten, die begin dit jaar lyrisch waren over het album. Blake is het knapste jongetje van de dance scene, een genre waar dit jaar afgezien van de chillwave (wat teveel een niche is) weinig spannends in gebeurde.

This entry was posted in Muziek and tagged , . Bookmark the permalink.