Drugsverslaafd

warondrugslostinthedreamBegin september was er ineens een fittie tussen Mark Kozelek, de man achter Sun Kil Moon en The War On Drugs. De inzet: een optreden op een Canadees folkfestival waarbij Kozeleks set werd verstoord door het iets te harde geluid van Adam Granduciels band op het hoofdpodium. De overlast bracht Kozelek ertoe om The War On Drugs neer te sabelen: ‘I hate that beer commercial lead-guitar shit. This next song is called ‘The War On Drugs can Suck My Dick” om eraan toe te voegen dat The War On Drugs als John Mellencamp klinkt (ik mag Mellencamp wel, maar het is hier bedoeld als belediging). De vete ging de weken erna nog even door, met een hilarische e-mail van Kozelek aan Granduciel als hoogtepunt:

‘Due to all the fuss I checked out your live track on Pitchfork, and I called it right. You sound like Don Henley meets John Cougar meets Dire Sraits meets “Born In The USA” era Bruce Springsteen. It’s not a criticism, its an observation.’

Het is geen kritiek, het is een observatie. Ai. Het erge is: Kozelek heeft gelijk. Alles aan Lost In The Dream is uncool. Het telt tien liedjes, waarvan er zeven langer dan vijf minuten duren: een eeuwigheid voor 21ste-eeuwse maatstaven. Opener Under The Pressure duurt zelfs negen minuten, heeft een outro van drie minuten en doet denken aan Take It Back van Pink Floyd én More Than This van Roxy Music, in Red Eyes speelt de groep leentjebuur bij Bruce Springsteen, het drumritme uit An Ocean In Between The Waves lijkt te zijn gestolen uit a-ha’s Take On Me terwijl de gitaren klinken als Dire Straits, de drums uit Disappearing zijn Queen ten tijde van Radio Gaga, Eyes To The Wind is meer Jackson Browne dan de singer-songwriter ze zelf ooit heeft gemaakt, in de titelsong klinkt Granduciel precies als Bob Dylan en onder Burning zit de synthesizermelodie van Rod Stewarts Young Turks (die laatste heb ik niet zelf gevonden maar werd al opgemerkt door Pitchfork).

En toch. Er is geen album dat ik dit jaar meer heb gedraaid dan Lost In The Dream. Sterker, ik heb de plaat vanaf half maart vrijwel non-stop gedraaid. Zeker de eerste weken heb ik niks anders opgezet, iets dat ik doorgaans nooit doe. Ik ben er zelfs verbaasd over als mensen zeggen dat ze een album weken achtereen hebben gedraaid. Lost In The Dream bleef ik draaien; toen een collega eind april aan me vroeg of ik nog toffe nieuwe muziek had gehoord was het antwoord een beschaamd nee. Ik was er nog niet aan toegekomen.

Die verslaving begon op een avond in maart, toen ik bij 3voor12 een liedje hoorde. Ik kende de naam The War On Drugs al wel, omdat mijn collega’s bij KindaMuzik de band geregeld hebben gepromoot. Bovendien, als je Kurt Vile als voormalig bandmaatje hebt, heb je goede credentials. Wat Roosmarijn Reijmer indertijd draaide weet ik niet meer (vermoedelijk Eyes To The Wind), maar ik was meteen om. De volgende dag kocht ik de cd, enkel omdat ik niet wilde wachten op de lp die besteld zou moeten worden. Die zaterdag werd Red Eyes gedraaid bij Timur Open Radio. Ik sms’te dat het een geweldige song is en dat het hele album fantastisch is. ‘Plaat van het Jaar,’ liet ik 3FM weten, ‘daar gaat niemand meer overheen.’ Een dag later werd ik een half uur voor de uitzending gebeld door de redactie. ‘Je sms’te gisteren dat je The War On Drugs zo fantastisch vindt. We hebben straks een plaat nodig om het uur mee te openen, kun je niet net doen alsof je die plaat aanvraagt? We willen ‘m zelf zo graag draaien.’

Goed werk heeft tijd nodig. Granduciel werkte maandenlang in z’n eentje aan Lost In The Dream. Financieel zat ie aan de grond. De frontman kampte met angststoornissen en depressies, en had geen idee hoe het verder moest met z’n leven en z’n muzikale carrière. Hij bleef schaven en schrappen, gooide demo’s weg en nam nieuwe versies van liedjes op, totdat hij alles tot in de puntjes had geperfectioneerd. Dat betaalt zich uit, maar het is ook de eerlijkheid van de zanger die ontwapenend werkt. Ik geloof dat ik het grootste deel van 2014 best gelukkig ben geweest. Toch, ik weet waar Granduciel het over heeft als hij over iemand zingt ‘you’re like an ocean between the waves’ (een prachtig beeld trouwens) of het in Eyes To The Wind uitschreeuwt ‘there’s just a stranger living in me’. Al zijn de teksten niet altijd goed te verstaan, de titels spreken boekdelen: Suffering. Lost In The Dream. Under The Pressure. Disappearing. Er zijn zat gevoelloze zakken die lacherig doen over zoveel eerlijkheid maar je moet er geweest zijn om de zanger te snappen.

Er is iets onverklaarbaar verslavends aan Lost In The Dream. Dat outro van drie minuten van Under The Pressure zou volgens de wetten van de rockmuziek niet mogen werken, maar het is perfect; hoor eens hoe mooi die grommende altsaxofoon is ingebed in de muziek. Prijsnummer An Ocean In Between The Waves gaat na een paar minuten ineens in een iets hogere versnelling door om na zeven minuten te ontsporen; het had nog minutenlang door mogen gaan. Als laatste liedje In Reverse is afgelopen, wil je het album opnieuw opzetten (wat ik dan ook meteen doe, al is het maar omdat mijn brakke cd-speler lang niet iedere cd meteen ‘pakt’. Bij dit album heb ik vreemd genoeg nooit veel problemen).

Ik vroeg me af of Lost In The Dream een toevalstreffer was. Natuurlijk, mijn collega’s bij KindaMuzik waren al lyrisch geweest over Slave Ambient, het vorige album van Granduciel en consorten. Ik kocht die plaat en ook die is prachtig, maar weet me niet zo te grijpen als Lost In The Dream. Het wekt zelfs enige wrevel op; omdat een liedje als Baby Missiles exact klinkt als Glory Days of Hungry Heart – iets té veel The Boss, iets te weinig eigen smoel. Je hoort in songs als Your Love Is Calling My Name, Come To The City en It’s Your Destiny de potentie, maar er is een minpunt: ze duren te kort. Lost In The Dream is het product van een muzikant die zich niet langer iets aantrekt van conventies als de lengte van een liedje, of een logische opbouw van een compositie. Met Slave Ambient werd de belofte gewekt, met Lost In The Dream is die ingelost.

De enige keren dat Lost In The Dream niet opstond, was om een oude klassieker te draaien (albums van The Bats, The Cardigans of Ásgeir Trausti) of een nieuw album uit te checken. Ironisch genoeg was het juist Sun Kil Moons Benji dat ik half juli, vlak na de ramp met de MH17, veel heb gedraaid. Een album dat volstaat met deprimerende liedjes over het verlies van dierbaren, vaak gekoppeld aan een actuele gebeurtenis. Een album waar bij de verkoop standaard een grootverpakking Prozac zou moeten worden geleverd. Wat voor een eikel Kozelek ook mag zijn (en ja, het is een etterbak), als je songs als Pray For Newtown en Richard Ramirez Died Today Of Natural Causes schrijft, dan kan het niet anders dan dat die hele fittie (waar Granduciel trouwens wijselijk niet in mee is gegaan) een spel is. Je moet sterk in je schoenen staan om Benji uit te zitten, dus veel heb ik het album niet gedraaid. Ik ben er bang voor.

Begin deze week kreeg ik dat ene vermaledijde mailtje waarvan ik hoopte dat het nog niet zou komen. Of ik mijn zeven favoriete platen voor 2014 door wilde geven. Doorgaans maak ik zo’n lijstje door het jaar heen: ik maak notities, schrap platen, zoek naar een goede balans tussen genres en kijk of ik ergens nog een album de lijst binnen kan smokkelen waarvan ik weet dat de muzieksnobs er hun neus voor op zullen halen (Shorland van Moke, X&Y van Coldplay, Pure Heroine van Lorde). Ik pretendeer nooit dat de zeven albums die ik aanlever dé platen van het jaar zijn. Het zijn platen waarvan ik het leuk vind om ze te noemen, omdat ze me op een of andere manier zijn opgevallen.

Door mijn drugsverslaving was het dit jaar behelpen. Over The War On Drugs en Sun Kil Moon was geen twijfel, en de samenwerking tussen Röyksopp en Robyn verdient een vermelding, omdat alles wat de Zweedse electrochick aanraakt per definitie in goud verandert. Toch, telkens als ik een nieuw album opzette kwam dat verlangen weer opzetten. Het gevoel dat ik enorm veel zin had om Under The Pressure, An Ocean In Between The Waves of Red Eyes op te zetten. Daar konden ook Sharon Van Etten en Angus & Julia Stone weinig aan veranderen.

Halverwege dit jaar maakte Stereogum de balans op van de vijftig beste albums van de eerste zes maanden van 2014. Benji eindigde op 1, Lost In The Dream op 2. In de comments (sowieso de enige site waarbij ik deze lees; ze zijn vaak leuker dan het nieuwsbericht zelf en doordat gebruikers negatieve comments kunnen wegstemmen trollvrij) las ik de opmerking dat een Plaat van het Jaar iets moest zeggen over de muziektrends van het jaar. Daarom zou Lost In The Dream nooit het beste album van het jaar kunnen worden. Dat werd door de redactie beaamd, dus ik was niet verbaasd dat eerder deze week Stereogum Run The Jewels 2 van hiphopact Run The Jewels tot Plaat van 2014 koos. The War On Drugs eindigde op nr. 2. Het verklaart misschien waarom de afgelopen jaren op Amerikaanse muziekblogs en masse werd gekozen voor albums van Frank Ocean, Kendrick Lamar of Kanye West, maar vreemd is het wel. Alsof de enige muziek die helemaal ‘nu’ is per definitie hiphop, of dance moet zijn. Wie weet blijkt Lost In The Dream een eerste album te zijn van een revival van rootsrock. Wie zegt dat Lost In The Dream niet juist Heel Erg 2014 is?

Daarbij, als je goed luistert is Lost In The Dream helemaal niet zo retro. De drie minuten durende soundscape The Haunting Idle die het laatste deel van het album inleidt heeft connecties met postrock à la My Bloody Valentine of Sonic Youth. Die vervormde zang en staccato saxofoon in sommige tracks hebben meer te maken met artrock en psychedelica dan met classic rock, en ook de gitaarexercities in Under The Pressure en An Ocean In Between The Waves zijn echt niet zo retro als ze op het eerste gehoor klinken.

Op dit moment druppelen de eindejaarslijstjes binnen. Voor mij bestaat er geen twijfel: de Plaat van 2014 is Lost In The Dream, al ben ik als The War On Drugsjunk misschien niet de meest onafhankelijke bron. Toch is het een geruststelling om te zien dat ik niet alleen sta in mijn oordeel. Het moet vooral Granduciel goed doen.

This entry was posted in Muziek and tagged , , , , , , . Bookmark the permalink.