Sixpack

Zondagmiddag in een filiaal van Nêerlands bekendste grootgrutter. Hierna verder te lezen als de ‘Supermarkt met Hindernissen.’

Een jongedame, gezien haar hippe uiterlijk vermoedelijk studerend aan de Design Academy, spreekt me in het Engels aan.
‘Hello? Can you help me with something?’
‘Euh… what is it?’
Ze staat wat onwennig met een pak havermout en een benzinestift in haar hand. Vind ik het er aantrekkelijk uitzien? Zo niet, hoe zou ik het mooier maken? En kan ik op de verpakking tekenen hoe die er aantrekkelijker op gemaakt kan worden.

Nu oogt het pak niet bepaald aantrekkelijk: een bord witte smurrie, met daarboven in strakke, schreefloze letters ‘oatmeal’. Nee, uitnodigend is het niet (al kan ik me de tijd niet heugen dat ik voor het laatst pap heb gegeten. Als klein jongetje was ik er gek op, wat me zo’n tien jaar terug nog op het idee bracht om het spul weer te gaan eten om er vervolgens achter te komen dat Brinta vroeger lekkerder was), daarom teken ik er een mannetje bij met een lepel in z’n hand en breng wat meer kleur aan in het bord havermout: nu kan het net zo goed risotto zijn, of rijstevlaai.

‘And what kind of person is eating the oatmeal?’
‘Somebody healthy, sporty.’
‘Sporty?’
‘Well, oatmeal is healthy, isn’t it?’
‘And is he looking happy?’
‘Of course he’s looking happy. Otherwise he wouldn’t enjoy eating it, would he? (Duh.)’

Die ‘duh’ zei ik natuurlijk niet. Maar ik dacht ‘m wel. Om mijn betoog kracht bij te zetten tekende ik, tot hilariteit van de studente, een smiley in het gezicht van het mannetje dat ik eerder op het pak havermout had getekend. Zo, klaar.

Daarmee was mijn bezoek aan de Supermarkt met Hindernissen nog niet voorbij. De volgende hindernis, pardon, uitdaging was De Kassa. Die zou niet moeilijk moeten zijn met als boodschappen een klein zakje aardappelen, een zak spinazie, zes blikjes cola light en een sixpack met zes flessen cola light. Kost vier euro dertig. Althans, volgens de caissière. Volgens mij niet. Zelfs bij de Lidl aan de overkant van de straat was ik minimaal het dubbele kwijt geweest. Moreel dilemma: zeg ik er wat van of knijp ik er snel tussenuit met dit mooie voordeeltje? Ahold is niet armlastig. Ik wel.

Echt, er was een stemmetje in mijn hoofd dat, weliswaar heel zachtjes, zei ‘niet aan beginnen Guido, je weet niet wat je op je hals haalt. Bovendien kan je dat geld goed gebruiken. Doe. Het. Niet.’

Juist. Drie keer raden wie er zo suffig is om de medewerkster op de fout te wijzen.

‘Euh… dat kan niet kloppen.’
Het kassameisje kijkt me verbaasd aan.
‘Je hebt één fles cola light aangeslagen, dit zijn er zes.’
Verbazing. Dan paniek. Het meisje grijpt de telefoon. Geen gehoor. Dan roept ze een collega die op dat moment aan het stofzuigen is. Die sjokt naar de kassa.
‘De bon moet geparkeerd worden.’
‘Hoe moet dat?’
‘Geen idee.’

Een paar minuten later heeft de collega wat op de kassa getypt en is er een bon uitgerold. Of ik mee naar de servicebalie wil komen, ‘dan lossen we het daar verder op.’
‘Kan ik wel de andere boodschappen vast inladen?’
‘Ja hoor, dat is geen probleem.’

Bij de servicebalie helpt de collega me verder. Eerst moet de ene gescande fles cola light van de bon worden gehaald en dan moet het sixpack er weer op worden gezet. Om dat te doen moet eerst een extra fles cola light uit de schappen worden gehaald omdat de streepjescode op het sixpack niet goed blijkt te werken. Nu wordt een derde medewerker ingeschakeld, die terstond met twee flessen cola light (‘ik wist niet welke je nodig had’) bij de servicebalie staat. De medewerkster scant de ene fles in, haalt dat bedrag van de bon af en vermenigvuldigt dit met zes. Dat wordt me te gortig. Ik ben zo eerlijk geweest om ze op hun fout te wijzen (en ik kan me inmiddels wel voor m’n kop slaan dat ik dat heb gedaan), ik hoef er niet financieel op achteruit te gaan.

‘Dit is een voordeelverpakking. Dat is goedkoper dan één fles nemen en die met zes vermenigvuldigen.’
Gelukkig. Dat lijkt de baliemedewerkster ook in te zien. Nu moet nog een collega (voor wie niet heeft meegeteld: nr. 4) bij de servicebalie komen. Ook zij typt wat in op de kassa, probeert het sixpack cola light opnieuw te scannen, wat na een paar pogingen eindelijk lukt. Dan kijkt ze me ongelukkig aan.
‘Euh… heeft u die andere boodschappen nog?’
‘Die heb ik al in m’n tas gedaan. Volgens uw collega kon dat.’
‘Wilt u die uit uw tas halen? Ik moet ze opnieuw scannen.’

Terwijl ze de boodschappen opnieuw inscant, kan ik het niet langer voor me houden.
‘Ik word hier wel beloond voor mijn eerlijkheid he?’
‘Excuses voor het ongemak,’ zegt het meisje gelaten, terwijl ze me de boodschappen geeft.
Ze vergeet het statiegeld van het bedrag af te halen. Ik wijs haar daarop.
‘Spaart u Eftelingzegels?’
Ik knik instemmend en krijg twee Eftelingzegels. Ze laat de fles cola light die haar collega uit het schap heeft gehaald om te scannen op de servicebalie staan. Even twijfel ik of ik de fles niet zal meenemen.
‘Euh… die fles is niet van mij. Die kan je terugzetten.’
‘O ja.’

Eerlijkheid duurt het langst. Letterlijk.

Een paar maanden terug had ik bij een eerder bezoek aan de Supermarkt met Hindernissen al iets merkwaardigs meegemaakt. Ik liep met het sixpack cola light in mijn hand langs de servicebalie toen het hengsel ineens losliet: de zes flessen rolden over de vloer. Het moet er heel komisch hebben uitgezien, omdat ik met alleen het hengsel nog in mijn hand in de winkel stond. Het leek een eeuwigheid te duren voordat iemand iets ondernam, maar uiteindelijk kwam er een medewerkster op me afgelopen.
‘Zal ik dat maar van u aannemen?’ zei ze, terwijl ze op het hengsel in mijn hand wees.

Ze was weer even snel verdwenen als ze was gekomen. De zes flessen die verspreid over de vloer van de supermarkt lagen heb ik zelf maar in een doos gedaan.

This entry was posted in Eindhoven, Overig and tagged , . Bookmark the permalink.