Zegeltjes

Waarom ze geen mandje heeft gepakt weet ik niet. De oudere vrouw voor me vindt het blijkbaar praktischer om haar boodschappen in twee zakjes te stoppen die ze van de groenteafdeling heeft gegapt. Óf ze is vergeten haar boodschappentas mee te nemen, óf ze is te krenterig om een plastic tas van 25 cent bij de kassa af te rekenen. Nu ze aan de beurt is peutert ze één voor één de boodschappen uit de zakjes, waarna ze deze snel in de zakken van haar jas propt.

Afrekenen gaat al even moeizaam. Als ze vijftien euro moet afrekenen komt uit haar jaszakken eerst het ene na het andere bonnetje tevoorschijn. Het hele ritueel neemt nogal wat tijd in beslag, dus ik zucht een keertje en wissel een blik van verstandhouding uit met de dame achter me in de rij. Ik heb pauze, ruim voldoende tijd om heen en terug naar de Albert Heijn te lopen, maar dan moeten de klanten wel een beetje opschieten. Na lang zoeken tovert ze een briefje van tien euro tevoorschijn. Een verfrommeld briefje van vijf volgt.

Dan gaat het mis.

‘Och,’ zegt de caissière, ‘ik ben vergeten te vragen of u zegeltjes wilt.’
‘Ja, die wil ik! Die moet ik hebben! Jij móet dat vragen!,’ brult de vrouw.
De caissière twijfelt en wil de klant naar de servicebalie verwijzen. Daar neemt de vrouw geen genoegen mee. ‘Nee, ik wil zegeltjes, daar heb ik recht op!,’ herhaalt ze.
‘Euh… ja, ik kijk wel of ik nog iets kan doen,’ zegt de caissière beduusd. Ze drukt op een paar knopjes op de kassa en vraagt de klant om geld voor de zegeltjes. Die is nu nog bozer.
‘Nee, niet díe zegeltjes. Die restaurantzegeltjes bedoel ik! Verdorie. Daar heb ik recht op! Toch?’
Terwijl ze dat laatste woord uitspreekt kijkt ze mij aan. De vrouw is op zoek naar steun. Ik heb enorm veel zin om ‘r aan te spreken op haar belachelijke gedrag, maar weet niet wat ik moet zeggen. Even kijk ik haar heel indringend boos aan. Blijkbaar spreekt mijn blik boekdelen, want ze valt stil. Nouja, bijna dan. Ze mompelt alleen nog ‘o’, neemt snel het ene schamele zegeltje aan en druipt af met haar boodschappen, schielijk in de twee groentezakjes gepropt.

Als de dame na me aan de beurt is roept ze lachend tegen de caissière: ‘ik wil geen zegeltjes. Geen restaurantzegeltjes, geen koopzegeltjes: helemaal géén zegeltjes.’

This entry was posted in Eindhoven. Bookmark the permalink.