In mijn eerste paspoort zullen niet veel stempels hebben gestaan. Het was zo’n exemplaar waarbij onderaan de pagina’s de Nederlandse geschiedenis in vogelvlucht werd verteld. Interessant; alles wat ik weet van de Hoekse en Kabeljauwse twisten heb ik geleerd op vakantie naar Frankrijk, als ik verveeld door mijn paspoort bladerde en de minuscuul kleine, onleesbaar geachte, woordjes uitspelde. Aan mijn voorlaatste paspoort was ik, vanwege de stempels van Australië, Nieuw-Zeeland en Amerika meer gehecht, maar de baliemedewerkster was meedogenloos en nam het paspoort in toen ik een nieuw aan kwam vragen.
Dit keer ging het niet anders. Mijn paspoort verliep op 24 november en omdat het geld bij Guido niet op de rug groeit had hij zich voorgenomen dat hij zich, op de dag dat hij z’n salaris én dertiende maand binnen zou krijgen, naar de kapper, de fotograaf én de gemeente zou spieden ten einde het nieuwe paspoort (à la leges van 64 euro 40) aan te vragen. Dat zou allemaal geen problemen moeten opleveren. Zou. Maar misschien had ik me toch zorgen moeten maken toen het apparaat dat mijn nieuwe pasfoto scande niet zo overtuigd leek van de rechtsgeldigheid van mijn tronie. Tot twee keer toen hield de medewerkster de foto onder de scan en pas na hevig aandringen ging het apparaat schoorvoetend akkoord.
‘Omdat dit paspoort is verlopen moet ik het inhouden meneer,’ sprak de baliemedewerkster ietwat verveeld.
‘Owja?,’ vroeg ik verbaasd, maar ik sputterde niet tegen. Goed, ik had dan tijdelijk geen geldig identiteitsbewijs (nee, ik heb nooit mijn rijbewijs gehaald), maar dat moest te overleven zijn. Uiterlijk volgende week donderdag zou mijn paspoort klaar zijn.
Nog geen uur later bestelde ik in een kledingzaak een t-shirt dat niet in mijn maat voorradig was. Bij het afrekenen zag ik hoe een andere klant een bestelling ophaalde en zich moest legitimeren. Ai, probleempje.
‘Euh, ik heb momenteel helaas geen geldig identiteitsbewijs,’ zei ik tegen de medewerker.
‘Ow, dat is geen probleem hoor,’ verzekerde hij me.
Toch schoot het nu even door m’n hoofd: die paar dagen zonder geldig legitimatiebewijs konden nog knap lastig worden.
Afgelopen weekend wilde ik een dagje met de trein naar Rotterdam. Toen ik het uitgeprinte kaartje, dat ik een paar maanden terug in de Spoordeelwinkel had gekocht, eens goed bekeek zag ik pas de kleine lettertjes: ‘alleen geldig op vertoon van een geldig identiteitsbewijs.’ Lastig. Ik begon me inmiddels toch danig onthand te voelen zonder paspoort. Er werd nooit naar gevraagd, zeker niet als ik met de trein reisde, maar ik vond het geen prettige gedachte om semi-illegaal in de trein te zitten. Voor de zekerheid checkte ik het met de webcare van de NS. Nee, reizen met zo’n treinkaartje zonder geldige legitimatie was eigenlijk niet toegestaan, ‘maar overleg even met de conducteur voordat je in de trein stapt,’ aldus de medewerker van de webcare. Gezagsgetrouw als ik ben wachtte ik bij de trein op de conducteur en toen ik de beste man achteraan bij de trein zag staan, rende ik op ‘m af, waarop hij doodleuk instapte en vertrok: trein gemist. Een half uur later was de conducteur van de volgende trein wel aanspreekbaar, al was hij wat korzelig: ‘dat is niet geldig. Maar waar moet u heen?’
Ik zei dat ik naar Rotterdam moest.
‘Daar gaat u wel komen.’
‘En terug?’
Dat bleek een retorische vraag. Hij haalde z’n schouders op.
‘Oké. Dat moet ik daar dan nog maar vragen.’
‘s Avonds, na zonder problemen uit Rotterdam te zijn teruggereisd, vertelde ik tijdens het eten bij mijn ouders dat ik mij, zo zonder geldige papieren, illegaal voelde. Mijn zwager, ook te gast en iets rechtser dan ik: ‘krijg je nu dan geld?’
Hij kreeg van mij een vernietigende blik toegeworpen.
Vandaag kreeg ik aan het einde van de morgen een telefoontje van een medewerkster van de gemeente: ‘meneer, uw foto is niet goed. Uw voorhoofd is te hoog en u heeft uw mond niet dicht.’
Mijn mond niet dicht? Dat was me niet opgevallen. Sterker, op de eerste foto die de fotograaf had gemaakt had ik m’n mond volgens de beste man nog een beetje open, reden voor hem om ‘m opnieuw te maken. En wat betreft dat voorhoofd, het liefste had ik willen roepen ‘mevrouw, ik word al kaal. Dat komt voor bij mannen, ook op hun 35ste.’ In plaats daarvan stamelde ik dat ik na het werk wel een andere pasfoto af zou komen geven. Ik kon zo naar de balie lopen en naar iemand vragen: geen enkel probleem.
Een paar uur later kreeg ik een mailtje: ‘Beste lezer, uw paspoort of ID-kaart ligt klaar op het Stadskantoor.’ Dat maakte het er niet duidelijker op.
Na het werk fietste ik meteen naar het stadskantoor. Bij de balie legde ik de situatie uit: ‘ik zit met een cryptische situatie. Ik ben vanmorgen gebeld dat de foto voor mijn nieuwe paspoort niet goed zou zijn, én ik kreeg vanmiddag een mailtje dat mijn paspoort klaar ligt.’
‘Oei, dat is wel wat slordig,’ vond de baliemedewerker. ‘Maar ik vrees dat uw pasfoto dan niet correct is,’ vervolgde hij.
Hij ging het nakijken en kwam even later terug. ‘Uw paspoort is vanmorgen binnengekomen en toen bleek dat de pasfoto niet goed was. Er zou te veel voorhoofd op de foto staan. En u heeft uw mond niet dicht.’
‘Dat had ik al begrepen. Wel wat vreemd,’ zei ik, ‘want ik heb m’n mond toch echt dicht op die foto. Daar heeft de fotograaf zelfs nog op gelet.’
‘Tja, dan weet ik het ook niet. Maar gaat u even een nieuwe pasfoto maken en geef die af, dan doen we vandaag de aanvraag nog weg. Dan heeft u woensdag alsnog uw paspoort,’ zo verzekerde de medewerker mij.
‘Woensdag? Dat is toch nog sneller dan ik had verwacht. Eigenlijk zou het donderdag binnenkomen,’ reageerde ik verheugd.
Bij de fotowinkel waar ik vorige week de pasfoto’s had laten maken reageerden ze nuchter op mijn verhaal. Nee, ze hadden geen idee wat er mis kon zijn, maar zonder morren maakte de medewerkster gratis een nieuwe foto.
‘Voor ons is het soms ook een raadsel waarom foto’s worden afgekeurd,’ zo verzekerde ze me.
Terug in het stadskantoor liep ik direct door naar de balies. De medewerker die mij net had geholpen, was met een klant bezig dus ik stond er wat hulpeloos, met de nieuwe pasfoto’s in mijn hand. Een medewerkster vroeg wat ik kwam doen. Ik legde mijn situatie uit. Ze ging overleggen en kwam terug. Nee, de eerste foto was echt niet goed, sprak ze verwijtend. Alsof ik zelf ook niet in had gezien dat de pasfoto helemaal fout was geweest. En trouwens, de foto werd ook nog eens extra groot in mijn paspoort gezet. Het zag er niet uit. Zoals ze het beschreef dacht ik dat ik als een Conehead, of E.T. was afgebeeld.
‘Ik moet een nieuwe aanvraag voor u indienen,’ zei de dame.
‘Ik had begrepen dat ik alleen mijn pasfoto af hoefde te geven,’ antwoordde ik.
‘Nee, dat kan niet meneer,’ zo zei de baliemedewerkster op een toon die geen tegenspraak duldde. ‘Ik moet een nieuwe aanvraag voor u doen. Maar die is dan op kosten van de gemeente Eindhoven.’
Nu volgde de riedel die ik een week eerder al had gehoord: mijn lengte, de handtekening, de pasfoto, de vingerafdrukken.
‘U hoeft toch niet snel weg he? Want dan maak ik er een spoedaanvraag van,’ vroeg de dame.
‘Nee hoor,’ verzekerde ik de medewerkster. ‘Maar het paspoort is toch al woensdag klaar.’
‘Woensdag? Dat is wel erg snel. Dat hadden we nog gehaald als u de foto voor 15.30 uur had aangeleverd. Nee, nu wordt het donderdag,’ zei ze.
Gelaten verliet ik het stadskantoor. In mijn hand had ik het afhaalbewijs waarop de baliemedewerkster in grote letters had geschreven ‘tbv gemeente Eindhoven’.
Thuis bekeek ik de afgekeurde pasfoto. Ik heb mijn hoofd een beetje naar achteren. Maar mijn mond heb ik toch echt dicht.