Terwijl de FBI jacht maakt op Donald Trump en z’n trawanten, er langzaamaan een steeds groter schandaal aan het licht komt, een schandaal waar Watergate bij in het niet valt, met allerlei illustere figuren met allengs meer exotisch klinkende namen (Natalia Veselnitskaja, Anthony Scaramucci, George ‘just a coffee boy’ Papadopoulos) bovendien, en terwijl Julian Assange en Vladimir Poetin in Moskou zweentjes peten, vloekend en tierend op die vermaledijde deep state die hun plannen voor werelddominantie, die ze maandenlang al handenwrijvend en akelig lachend hadden gesmeed heeft doen ontsporen, goed dat laatste is misschien een beetje overdreven, denk ik aan m’n bezoek aan de Verenigde Staten zes jaar geleden.
Ik maakte een reis langs vier steden in het noordoosten van de Verenigde Staten: Boston, New York, Philadelphia en Washington, D.C. Vier steden die een rijke historie herbergen. Wil je Amerika beter leren kennen, leer dan in Boston over de Boston Massacre. Dat trouwens helemaal geen bloedbad was, maar een sterk staaltje propaganda van de opstandelingen in Amerika (de Britten noemden de confrontatie het incident op King Street, wat weer heel Brits is). Daarmee is een parallel te trekken met de Saturday Night Massacre, de dag dat Richard Nixon z’n attorney general ontsloeg. Dat was evenmin een bloedbad, al is Nixons presidentschap wel rond die tijd ten grave gedragen. Ga in New York op zoek naar de Nederlandse wortels, zoals de oudste huizen die in The Big Apple zijn terug te vinden en die verdacht Nederlands klinkende namen hebben als Pieter Claessen Wyckoff House, Dyckman House, Van Cortlandt House of Voorlezer’s House. Of neem een kijkje bij het graf van Peter Stuyvesant. En bezoek in Philadelphia het gebouw waar de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring is opgesteld, of bekijk de Liberty Bell – met de fameuze barst.
In DC bezocht ik de eerste dag vooral de musea op The Mall, waar je de Star-Spangled Banner in het wild kunt zien. De echte. De tweede dag begon ik op Arlington Cemetery, aan de westkant van Washington, DC dat officieel in Virginia ligt. Daarna stak ik de Potomac over voor een bezoek aan het Vietnammonument en het Lincoln Memorial. Ik keek op de kaart wat de kortste route was naar het Jefferson Memorial. Er was een langere, toeristische route om het Tidal Basin heen maar ook een andere weg, langs de oevers van de Potomac. Dat leek me korter, dus ik nam die route.
Ik liep zo een minuutje of tien verder, aan m’n rechterkant de Potomac, aan de linkerkant een autoweg. Na een tijdje zag ik uit m’n ooghoek hoe een onopvallende auto opvallend stapvoets met me meereed. Het raampje ging automatisch open. Ik probeerde stoïcijns voor me uit te blijven kijken, alsof ik niet in de gaten had dat ik werd bespied, maar keek toch eventjes opzij. Een man met een zonnebril bekeek me enkele seconden aandachtig van top tot teen en probeerde een inschatting te maken. Ik vond het ongemakkelijk, maar liet niks merken. Het raampje ging weer dicht en de auto reed verder.
Het hele voorval zal nog geen halve minuut hebben geduurd en aanvankelijk had ik niet eens in de gaten wát er was gebeurd. Dat kwam pas later, toen ik in het Jefferson Memorial m’n reisgids erbij pakte. Aan de andere kant van de Potomac, op een paar honderd meter afstand van waar ik had gelopen, staat het Pentagon.
Die vermaledijde Deep State. They have a file on me.