Emporio, het moderne Malmö.
Vanuit de top van de Vor Frelsers Kirke in Kopenhagen kan je ‘m hoog boven de Sont zien uittorenen: de Sontbrug. Niet alleen een brug trouwens, want vanuit Denemarken gezien is het eerste deel een tunnel, maar over een lengte van bijna acht kilometer verbindt dit bouwwerk Kopenhagen met Malmö. Die brug ligt vreemd genoeg niet eens op het smalste deel van de Sont, dat is namelijk aan de noordkant van het gebied, waar een schamele vier kilometer het Deense Helsingør van het Zweedse Helsingborg scheidt.
Dankzij die brug, die er sinds 2000 ligt, ben je vanuit het vliegveld van Kopenhagen in een mum van tijd in Zweden. Dat heeft grote gevolgen voor de zuidelijkste regio van Zweden: Skåne, de streek waar Malmö de hoofdstad van is, groeit als kool en is de dichtstbevolkte streek van het Scandinavische land. Bovendien zijn veel Denen voor hun woning naar Zweden uitgeweken. Geef ze eens ongelijk: je bent in een half uurtje in het centrum van Kopenhagen. Maar hoewel m’n, verder vrij crappy reisgids, een hoofdstuk aan de Zweedse stad wijdt, wil het nog niet zo vlotten die toeristen die Kopenhagen bezoeken naar de andere kant van de Sont te krijgen. Ik wil wel, omdat ik in 2010 al in Stockholm was (wat een enorm leuke stad is), omdat ik een keertje de Sontbrug over wil én omdat ik de Turning Torso wil zien.
Daar komt als ik m’n reis ga boeken nog een vierde reden bij. De accommodatie is in Zweden bizar genoeg een stuk goedkoper dan in Denemarken. Voor het bedrag dat ik in Kopenhagen voor één nacht in een hostel kwijt ben, kan ik in Malmö twee dagen in een hotel overnachten, inclusief ontbijt én gym (dat laatste is ook wel eens leuk voor de verandering, zeker als tijdens het sporten niet Slam FM maar Allsång på Skansen, een openluchtconcert met bekende Zweedse artiesten en luid meezingend publiek, opstaat). Ach, als je toch besluit om Malmö te bezoeken is het niet erg om er ook te blijven slapen.
Zweden en Denemarken zijn allebei lid van de EU én allebei lid van Schengen, maar vanwege de vluchtelingencrisis is er wel een grenscontrole tussen beide landen. Soort van. In de trein wordt gevraagd aan reizigers die in Hyllie, het eerste treinstation aan Zweedse kant, uitstappen om hun legitimatie gereed te houden. Vanuit de trein is te zien dat hekken op het perron zijn geplaatst en de grenspolitie controleert. Maar vreemd genoeg vindt controle alleen op dit station plaats en niet op het centrale station van Malmö. Om maar te zeggen: als ik die controle wil omzeilen blijf ik gewoon twee stationnetjes langer zitten.
Het oude centrum van Malmö, met een overdaad aan beelden. Op de onderste foto het beeld Non-Violent; één van de 22 versies althans.
Malmö heeft 330 duizend inwoners, maar voelt geen moment als de grootste metropool van zuid-Zweden. Eerder een rustig provinciestadje. Dat komt doordat de hoogbouw beperkt is. Goed, er zijn wel grote flats, maar die liggen verder weg van het centrum, en de grote winkels zitten vooral in Emporio, één van de grootste winkelcentra van Scandinavië dat aan de rand van de stad is gebouwd – naast het stadion van Malmö FF.
In dat winkelcentrum kom ik op donderdagochtend terecht, als ik iets moet kopen voor m’n zus. Ik loop een rondje door het, inderdaad gigantische complex, en ga een winkel binnen. Een meisje roept iets in het Zweeds. Het is nog vroeg en ze is met haar collega wat spullen aan het opruimen, dus ik denk dat ze het tegen haar collega heeft. Maar dan komt ze naast me staan en kijkt me verontwaardigd aan: ‘Hej!’
‘I’m sorry,’ stamel ik verbaasd, ‘I didn’t know you were talking to me.’
‘I was wondering what’s in your bag,’ zegt ze, zich niet verontschuldigend voor haar wat lompe gedrag.
‘My camera,’ zeg ik.
‘Ow, I thought it was something to drink,’ gaat ze verder.
‘That would be cool,’ antwoord ik.
‘What brings you to Malmö?,’ vraagt ze.
Ik leg uit dat ik een paar dagen in Kopenhagen ben en dan best even de oversteek naar Malmö kan maken.
‘And then you come here?,’ zegt ze, ‘you should be in de city centre.’
‘Ow, I will,’ zeg ik, ‘actually, I’m off now.’
Zweden zijn vrij direct. In elk geval directer dan Denen. Misschien is het ook een bepaalde stugheid. Als ik incheck in m’n hotel heeft de receptionist ook al zo weinig woorden nodig. Hij geeft me m’n sleutel, zegt dat de kamer op de derde verdieping is, ontbijt op de tweede: ‘Enjoy your stay.’
Op de bovenste vier foto’s de huizen rond Möllevångstorget. Op de foto’s daaronder Kungsparken en Slottsparken, twee parken die aan het centrum van Malmö grenzen en door de aanhoudende droogte verdord zijn. Met eend met jonkies, oude vissershuisjes, een molen en moestuintjes met een bijzonder vogelhuisje.
Maar Malmö (goed triviafeitje: het heeft net als Eindhoven netnummer 040) is een allervriendelijkste stad. Een oud centrum met een aantal mooie pleinen die met elkaar verbonden zijn door sfeervolle straten met kleurrijke huizen. De stijl van die huizen verschilt niet zo gek veel van die in Kopenhagen, wat een gezamenlijke geschiedenis verraadt. Er hangt een relaxte sfeer; niet gek op zo’n zonovergoten dag. Ten oosten van het centrum liggen Kungsparken en Slottsparken, met wat moestuintjes, een molen en oude vissershuisjes waar je, als je ‘s morgens maar vroeg genoeg komt, verse vis kunt kopen.
Waar in de Deense hoofdstad elk plein of park is volgepropt met stoeltjes, zijn ze daar in Malmö spaarzamer mee. Wat ze in Zweden wel in overvloed hebben zijn beelden, veel beelden. Elk plein heeft een beeld, liefst zelfs meerdere. In totaal zijn het er ruim 300. Het meest in het oog springt Non-Violence, een pistool met een knoop in de loop: symbool van geweldloosheid. Het is van de hand van de Zweedse kunstenaar Carl Fredrik Reichswärd en hij maakte het na de dood van John Lennon. Wereldwijd zijn er 22 versies te zien, onder andere voor het gebouw van de Verenigde Naties in New York en voor het Olympisch Museum in Lausanne. Twaalf ervan kan je in Zweden vinden, vooral in Stockholm en Göteborg. Het exemplaar in Malmö is één van de drie originelen.
Pak de trein naar station Triangeln (dat is een eitje, het openbaar vervoer van Malmö is perfect geregeld en met een dagkaart van zeven euro ook nog heel betaalbaar) en loop richting Möllevångsgatan en je komt in het multiculturele Malmö terecht. Ook hier oude huizen, maar minder kleurrijk dan in het centrum. Dit zijn huizen gebouwd rond 1900. In de straten rond het centraal gelegen plein Möllevångstorget zitten eettentjes met gerechten uit alle windstreken, op het plein zelf vindt een markt plaats.
Op de bovenste foto het Niagaragebouw van de universiteit van Malmö – u begrijpt wel waarom het gebouw zo heet (ik zag het nog in de achtergrond voorbijkomen in een aflevering van het nieuwe seizoen van The Bridge), op de foto daaronder een kunstwerk voor het Moderna Museet van Malmö, daaronder Västra Hamnen, de nieuwste wijk van de stad, met blikvanger Turning Torso, het meesterwerk van Santiago Calatrava.
Loop voorbij het treinstation van Malmö en je komt in de wijk Västra Hamnen. Een nieuwe wijk, met moderne architectuur en veel jonge gezinnen. Die huizen en nette, nieuwe straten zijn leuk, maar het is vooral de Turning Torso van Santiago Calatrava dat hier de blikvanger is. Sinds de opening in 2005 is het gebouw met een hoogte van 190 meter het symbool van de Zweedse stad geworden. Vanaf de bovenste verdieping kan je met gemak Denemarken zien liggen. Dat laatste moet ik maar voor waar aannemen, want het complex is slechts een paar weken per jaar toegankelijk voor toeristen en helaas niet als ik er ben. Het grootste deel van de Turning Torso is ingeruimd voor appartementen. De huur daarvan moet torenhoog zijn, zo denk ik als ik naast de ingang van de Turning Torso een Lidl aantref. Totdat ik de toren voorbij loop en aan de andere kant de kliniek van een plastisch chirurg zie.
Västra Hamnen heeft daarnaast een prachtige boulevard, de Sundspromenaden. Het is er loeidruk op deze zonnige donderdag. Zweden is al wekenlang in de ban van een enorme droogte en hoge temperaturen. Die zorgen ervoor dat grote delen van het land worden bedreigd door bosbranden – de krant die ik die dag koop bericht er uitgebreid over – maar het zorgt ook voor een ongekend zonnige zomer. Ooit las ik een interview met Per Gessle van Roxette waarin hij vertelde dat veel van z’n liedjes over de zomer gaan, omdat nergens de zomer zo vol overgave wordt genoten als in Zweden (dat komt door die eindeloos lange Scandinavische winters). Als ik de Sundspromenaden bekijk kan ik me daar iets bij voorstellen. Op verschillende plekken draaien jongeren muziek (Zweedstalige hiphop waarbij ik alleen de woorden ‘Netflix en chill’ kan ontcijferen). Er zijn trappetjes waar je netjes het water in kan, maar er is ook een uitzichtpunt van een meter of zes hoog waar de grootste durfals vanaf springen om weer in datzelfde uitzichtpunt omhoog te klimmen. Het uitzicht is mooi, in de verte zie je de Sontbrug liggen.
De sfeer op de boulevard bevalt me wel, dus als ik ‘s avonds een rondje ga hardlopen besluit ik de boulevard in m’n route op te nemen. Het is gaan schemeren als ik rond 22.30 uur oer de promenade ren, maar ook dan nog is het druk. Gessle heeft gelijk; nergens wordt de zomer zo uitbundig genoten als in Zweden.