Voyager

The Voyager Golden Record heeft het zonnestelsel verlaten, maar is nu ook op aarde verschenen.

De Voyagers hebben altijd tot de verbeelding gesproken. Bij mij zeker. Toen ik een jaar of tien, elf was, verslond ik alles over het heelal dat voor kinderen (of volwassenen, ik was daarin niet heel selectief) was geschreven. Foto’s van Mercurius, Venus en Mars waren leuk, maar daarbuiten, de grote gasplaneten, die spraken pas echt tot de verbeelding. Het was begin jaren negentig, dus ik viel met de neus in de boter: de foto’s die de Voyagers naar aarde hadden gestuurd waren nog warm. Zeker die van Neptunus, die planeet werd in 1989 door Voyager 2 aangedaan.

Voyager 2 had daarmee z’n investering ruimschoots terugverdiend, na eerder al Jupiter, Saturnus en Uranus te hebben bezocht. Voyager 1 had alleen de twee dichtstbijzijnde gasreuzen bezocht. Beiden zetten hun reis daarna voort naar de buitenste grenzen van ons zonnestelsel – to boldly (ik vind ‘baldly’ eigenlijk leuker) go where no one has gone before.

Maar de twee sondes waren niet alleen voorzien van apparatuur om informatie over ons zonnestelsel naar aarde te zenden. Ze hadden ook allebei een gouden plaat, met daarop beelden van de aarde (gecodeerd) en geluiden: mensen die een groet brengen, geluiden van de natuurlijk en muziek uit alle windstreken op aarde. Geselecteerd door een commissie onder voorzitterschap van de befaamde wetenschapper Carl Sagan. Hallo buitenaards leven, wie of waar je ook bent, dit zijn wij.

Ik had al eens gelezen dat met beide Voyagers een gouden plaat was meegestuurd. Stom genoeg had ik me nooit afgevraagd of die lp, een novelty item bij uitstek, ook ooit op aarde was uitgebracht. Die plaat beantwoordt namelijk een interessante vraag: hoe willen wij aardbewoners overkomen op een buitenaardse beschaving? Ik had geluk. Begin dit jaar is de inhoud van de Voyager Golden Record alsnog, ruim veertig jaar na lancering van beide ruimtesondes, uitgebracht. De plaat is uitgegeven met een boek met uitleg over de totstandkoming. Die toelichting komt van Timothy Ferris die bevriend was met de in 1996 overleden Sagan en nauw betrokken bij de samenstelling van de lp. Het is zo’n goed verhaal dat het niet alleen maf is dat het zolang heeft geduurd om de plaat uitgegeven te krijgen, maar dat daar ook crowdfunding voor nodig was.

Ik kreeg het boek cadeau voor m’n verjaardag en het is prachtig. Snoepgoed voor eenieder die geïnteresseerd is in cultuur én wetenschap. The Voyager Golden Record bevindt zich op dat interessante snijvlak.

Om met de foto’s, ze zijn in het boek over de totstandkoming van de lp bijgevoegd, te beginnen. Die laten het leven op aarde in al haar facetten zien: mensen die eten, drinken en likken, huizen (van buiten én binnen), bouwwerken als de Chinese Muur, de Taj Mahal en het Sydney Opera House (de laatste nog in aanbouw, maar al van zo’n iconische status dat het mee mocht in de selectie), flora en fauna, verschillende landschappen op aarde. Ook Nederland is niet vergeten met een foto van de radiotelescopen van Westerbork, met op de voorgrond een groep fietsers.

Wat opvalt is dat het allemaal optimistische foto’s zijn, maar dat is een bewuste keuze, zo zegt Ferris:

‘The Voyager record’s photo group agreed from the outset to avoid depections of war, crime, poverty, and disease. It was a conscious decision that the interstellar message could reflect only positively on our planet.’

De foto’s, in drie weken tijd verzameld, doen nu aandoenlijk gedateerd aan. Wat was er allemaal nog níet in 1977? Cd’s, computers (althans, niet voor gebruik thuis), laat staan iPads, smartphones of internet. Planeet aarde oogt nog best primitief.

De laatste foto in de serie slaat een brug naar de muziek op de lp. Een afbeelding van de bladmuziek van Beethovens Cavatina. Het is één van twee stukken van de Duitse componist die op de lp te horen is, het andere is een fragment uit diens symfonie nr. 5. Alleen Bach is beter vertegenwoordigd met drie stukken, Mozart, de laatste van de componisten die algemeen worden beschouwd als de Grote Drie van de klassieke muziek, is met een fragment van Die Zauberflöte vertegenwoordigd. Daarnaast heeft ook Le Sacre du Printemps van Igor Stravinsky een plekje gekregen en is zelfs plaats gemaakt voor de Engelse renaissancecomponist Anthony Holborne, al kan je die bijdrage ook best onder folk rangschikken.

De verklaring voor de oververtegenwoordiging van Bach en Beethoven is interessant:

‘To understand why we did this, imagine the record being studied by extraterrestrials who lacked what we would call hearing, or whose hearing operated in a different frequency range than ours, or who hadn’t any musical tradition at all. Even they could learn from the music by applying mathematics, which really does seem to be the universal language that music is sometimes said to be.’

Kortom, buitenaards leven zou gaan zoeken naar symmetrie in composities: herhalingen, tegenstellingen en andere patronen. Ze zouden de muziek op een wiskundige manier benaderen. Om ze daarbij te helpen kozen de samenstellers muziek van Bach, die bolstaat van de symmetrie en Beethoven, groot liefhebber van de muziek van Bach; al op z’n elfde bestudeerde hij Bachs Das Wolltemperierte Klavier.

Die vlieger gaat trouwens niet op voor Beethovens Cavatina, zo geeft Ferris toe. Er gaat ongetwijfeld een wiskundige component achter schuil, maar de keuze van de commissie was vooral ingegeven door de emotionele impact. Zelfs Beethoven zou tranen in z’n ogen hebben gekregen als hij alleen maar aan de Cavatina dacht. De componist kan het zelf niet gehoord hebben; de Cavatina maakt deel uit van het dertiende strijkkwartet dat Beethoven twee jaar voor z’n dood componeerde. Tegen die tijd was hij al stokdoof.

De populaire muziek komt er bekaaider vanaf. Alleen Chuck Berry’s Johnny B Goode heeft de lp gehaald en zelfs daar moest nog voor gestreden worden. Sagan zag het simpelweg niet zitten om rock-‘n-roll mee te sturen op zo’n belangrijke missie. Maar hij ging overstag en toen de befaamde Alan Lomax, bij het project betrokken wegens z’n encyclopedische kennis van wereldmuziek, Berry’s muziek misprijzend puberrock noemde, wierp Sagan tegen dat op aarde nu eenmaal veel pubers wonen.

Maar die ene rocktrack heeft daardoor wel alle aandacht gekregen. Het is nu de bekendste track op de lp. Zo bekend dat het terugkwam in een sketch van Saturday Night Live, waarin Steve Martin een belangrijke boodschap van een beschaving from outer space doorkrijgt: ´Send more Chuck Berry.´ Welke aardbewoner zal het daar niet mee eens zijn?

Volgens de overlevering zouden de samenstellers van de plaat ook Here Comes The Sun van de Beatles hebben overwogen, maar ging dat niet door vanwege een rechtenkwestie. Hoe leuk dat verhaal ook is, het wordt door Ferris ontkracht:

‘Rumors to the contrary, we did not strive to include “Here Comes the Sun,” only to be disappointed when we couldn’t clear the rights. We did consider that lovely track for a time but soon moved on. It’s not the Beatles’ strongest work, and the witticism of the title, if charming in the short run, seems unlikely to remain funny for a billion years.’

Dat Here Comes the Sun niet het sterkste werk van de Beatles is, laat ik voor rekening van de samenstellers. Wat mij betreft is het één van de mooiste popliedjes ooit gemaakt. Maar misschien was The Fab Four’s A Day in the Life gezien het mondaine, zelfs alledaagse karakter van de inhoud van de lp, juist wel een geschikte keuze geweest.

De rockmuziek komt er dan karig af, maar wereldmuziek (al bestond dat genre nog niet) is ruim vertegenwoordigd. Keurig zelfs, al was dat vanaf het begin van het project het uitgangspunt geweest.

‘At the outset I suggested two criteria to guide us in selecting the music: that we include a variety of music representing many cultures rather than just the one that had built and launched the spacecraft, and that we strive to make a ‘good’ record.’

De samenstellers hebben hun uiterste best gedaan om alle windstreken aan bod te laten komen. Letterlijk, met muziek uit Indonesië, Benin, Congo, Australië, Papoea-Nieuw-Guinea, Georgië, Peru, Ruslang, Bulgarije, de Solomoneilanden, China en India. Plus wat oude blues van Blind Willie McTell. Het voelt als overcompensatie, maar klopt perfect met de gedachte achter de lp: een dwarsdoorsnede geven van het leven op aarde. Waarom zou je dan níet veel plaats inruimen voor volksmuziek van over heel de wereld?

In 1977 werden de beide ruimtesondes gelanceerd. Het scheelde niet veel of de gouden platen waren niet eens meegestuurd. Een overijverige ambtenaar, uitgerust met de taak om zeer zorgvuldig na te gaan of alles onderdelen die op de checklist stonden ook daadwerkelijk mee mochten, weigerde de platen mee te sturen. De reden was dat in de uitloopgroef de tekst ‘To the makers of music – all worlds, all times’ stond geëtst, iets dat niet op de checklist stond vermeld en reden voor hem was om de lp te weigeren. Sagan moest nog praten als Brugman om de lp’s écht meegestuurd te krijgen.

In 2012 verliet Voyager 1 ons zonnestelsel, maar de ruimtesonde zendt nog steeds signalen naar de aarde. Die zijn echter dermate zwak dat de antennes van de telescopen in Australië, Californië en Spanje verlengd moesten worden om contact te kunnen blijven houden. Verwacht wordt dat de signalen rond 2030 echt stoppen, als de generatoren het begeven.

Daarna zal de Voyager tot in lengte van dagen door de ruimte rondzweven, ook als de aarde allang is vergaan. Daarmee is de cultuur van de aarde veiliggesteld, als ware het een time capsule van Andy Warhol; tenzij beide sondes worden onderschept door een buitenaardse beschaving natuurlijk.

This entry was posted in Muziek and tagged , , . Bookmark the permalink.