Jarig

Op m’n 28ste verjaardag zei m’n toenmalig leidinggevende tegen me: ‘Gefeliciteerd. Vanaf nu wordt het alleen maar minder.’
Ik had toch al een klotebaan, dus die mededeling kon er ook nog wel bij.

Hij had wel gelijk. De tijd dat je naar je verjaardag uitkijkt is dan wel voorbij. Verjaren wordt minder memorabel. Hoezeer je ook wilt dat het een Bijzondere Dag is, in de praktijk zijn al die verjaardagen inwisselbaar. Nouja, op m’n achttiende verjaardag ging ik naar de Efteling, dat is altijd leuk. En ik kan me m’n dertigste verjaardag nog goed herinneren want toen was ik jarig met Pasen en gingen we pannenkoeken eten. Ook goed. Een paar jaar eerder ging ik op de avond voor m’n verjaardag stappen en was ik zo bezopen dat ik bij thuiskomst half in m’n broek en half in de tuin heb gepist. De dag erna was ik vrij brak, maar ook die verjaardag zal ik niet licht vergeten.

Nee, bij het verstrijken van weer een jaar is er eerder gelatenheid dat het nooit meer zo goed wordt als het nooit is geweest. Het aandeel grijze haren in mijn toch al niet zo weelderige haardos is zichtbaar aan het toenemen. Een spier in m’n linkerlies speelt danig op bij het hardlopen en skateboarden en dat ene verkoudheidje blijkt ook heel hardnekkig. Er zijn mensen die de schoonheid van verval zien, maar dat zijn waarschijnlijk dezelfde mensen waar zelfs Robert Schoemacher hoofdschuddend van zou zeggen: ‘Nee, daar ga ik niet meer aan beginnen.’

Aan de andere kant, vorig jaar deed ik, vlak voor m’n 37ste verjaardag, een coopertest en toen bleek ik nog de conditie van een 17 jaar jonge god te hebben. Dus waar hebben we het over?

Toch, het enige dat rest is zoveel mogelijk Leuke Dingen Doen; iets dat ik, u had het waarschijnlijk al gemerkt, in grote mate doe.

Twee jaar terug had ik een memorabele verjaardag. Ik was jarig op een maandag, niet de beste dag van de week om een feestje te vieren. Het toeval wilde dat net die dag Japandroids op zou treden in de Melkweg. Dat vind ik één van de leukste rockbands van de laatste jaren en wilde ik dus graag live zien. Ik had ze een paar jaar eerder voor een show op Incubate geïnterviewd, maar kon het optreden toen niet bijwonen. Dat ging ik nu inhalen. Hoe leuk zou het zijn om mezelf dit concert cadeau te doen?

Wat heet, dacht ik. Ik maak er een dagje van. Ik heb altijd mooi weer op m’n verjaardag, dus dat kwam vast goed.

Op de Grote Dag postte ik eerst een vrolijke foto van mezelf als kleuter op Facebook: ik ben jarig en ga vandaag alleen maar leuke dingen doen. Daarna pakte ik de trein naar Amsterdam. Zonnig was het niet, maar de weersverwachting was dat het open zou trekken, dus ik had een zomerjas meegenomen.

In Amsterdam pakte ik de metro naar de hortus botanicus. Die ligt in een deel van de hoofdstad waar ik eigenlijk nooit kom, dus dat leek me vandaag een leuk uitje. In de buurt zocht ik een pinautomaat. Ik ben jarig op payday; een prettige bijkomstigheid. Dat deed ik niet bij een automaat van m’n eigen bank, maar dat leek me niet zo’n probleem. Daarna ging ik naar de hortus. Niet alleen het weer was grijs en grauw, de bloemen stonden ook nog niet in bloei. De enige planten die vrolijk kleurden stonden in de kassen. De lens van m’n digitale camera besloeg van het vocht en de warmte in de kassen en het duurde een eeuwigheid voor dat was verholpen.

Jarig voelde ik me niet.

Na het bezoek aan de hortus liep ik Amsterdam in. Het liep tegen het einde van de ochtend en langzaam begon ik spijt te krijgen dat ik zo vroeg was vertrokken. Wat ging ik in godsnaam doen om de rest van de dag door te komen? Intussen stroomden op Facebook de felicitaties binnen. Ik likete ze allemaal braaf. Leuk, dacht ik, maar die telefoon loopt zo wel heel snel leeg. Trouwens, had ik m’n lader eigenlijk wel bij me?

Via allerlei omzwervingen belandde ik in de Concerto (ik kom daar altijd uit als ik in Amsterdam uit). In de rekken vond ik de nieuwste cd van The Naked and Famous. Ik had het niet breed, dus stond een half uur te twijfelen of ik ‘m wel of niet zou kopen. Of zou ik dan voor de vinylversie gaan? Dan moest ik wel nog een halve dag zo’n onhandig grote lp met me meeslepen. Ik besloot eerst naar het Fotomuseum om de hoek te gaan, maar in gedachten was ik bij die cd. En ik wilde jarig zijn. Jarig Zijn. Maar ik voelde me niet jarig. Ik was me stierlijk aan het vervelen. Na het museumbezoek liep ik terug naar de Concerto en kocht die cd; je hebt het meest spijt van de dingen die je niet doet. Misschien voelde ik me nu wel jarig.

De rest van de dag liep ik wat door de stad te slenteren. Het weer bleef grauw en koud. Het begon zachtjes te miezeren. Ondanks de tijd van het jaar struikelde je over de toeristen. Eigenlijk heb ik een pesthekel aan Amsterdam.

Ik besefte dat ik eigenlijk nog extra geld moest pinnen voor de garderobe en wat drankjes in de Melkweg. Misschien hadden ze een leuke poster of lp die ik kon kopen. Ik probeerde een pinautomaat, maar die weigerde. Ik had die dag al gepind en mocht alleen nog een keer pinnen bij een automaat van m’n eigen bank (een idiote regel waarvan ik dacht dat die allang was afgeschaft). Ik kwam zat geldautomaten tegen, maar niet die van m’n eigen bank. Op m’n telefoon kijken waar ik een pinautomaat kon vinden ging niet, dat ding was zo goed als leeg.

Ik ging eten in Café De Prins, een vast adres als ik in Amsterdam ben. Ik zag een telefoon aan een lader liggen. Even kreeg ik hoop.
‘Kan ik m’n telefoon ook even aan de lader leggen?,’ vroeg ik.
‘Heb je een lader?,’ vroeg ze.
Nee, dat niet. En zij hadden die ook niet liggen.

Onderweg naar de Melkweg bleef ik naar een geldautomaat van de Rabobank zoeken. Tevergeefs.

Bij de Melkweg vreesde ik het ergste. Ik had niet eens voldoende geld voor de garderobe.
‘Is het heel erg als ik m’n jas en tas mee de zaal in neem?’, vroeg ik.
Dat was geen probleem. Bij de merchandise hing een poster van het concert, maar ik was zo murw van de teleurstellend verlopen dag dat het niet in me opkwam om te vragen of ik kon pinnen.

Het concert was goed, maar na zo’n dag kon zelfs dat me niet meer opbeuren. Ik voelde me een halve toerist, op het balkon met die onhandige tas bij me.

Na afloop pakte ik snel de tram naar Amsterdam Centraal. Weg. Naar huis. Toen ik in de trein zat, kwamen drie jongens mijn kant op lopen. Eentje had een poster van het concert gekocht, met daarop ook de datum van het concert in de Melkweg. Dat was een gaaf aandenken geweest, bedacht ik knarsetandend. In de weken erna probeerde ik in alle macht nog aan die poster te komen. Wat ik ook probeerde, niks lukte.

Je hebt het meest spijt van de dingen die je níet doet.

Ook dit jaar ga ik alleen maar leuke dingen doen; als dat maar goed gaat. Eerst ‘s morgens werken, maar ‘s middags heb ik vrij genomen. Dan ga ik eerst sporten en daarna een paar uurtjes skateboarden. ‘s Avonds eet ik pannenkoeken.

Het lijkt me de perfecte gelegenheid om iets te breken. Weet ik zeker dat ik deze verjaardag niet vergeet.

This entry was posted in Overig and tagged , . Bookmark the permalink.

One Response to Jarig

  1. annie says:

    hoop dat t goed gaat vandaag. Guido Het zonnetje schijnt , dus laat je niet kisten

Comments are closed.