Bushalte

Vanavond was ik aan het skateboarden voor m’n huis toen ik een man zoekend zag rondlopen. De meeste mensen die in de buurt aan het zoeken zijn spelen Pokémon Go (er bevindt zich een gym voor m’n huis), of zijn op weg naar de coffeeshop op de hoek (de Highlander is sinds dit weekend weer open, dus alle enthousiaste blowers hoeven niet meer naar de Sindbad, een stukje verder, in de Hobbemastraat).

De man liep op me af en liet z’n telefoon zien. Hij legde in gebrekkig Engels uit dat hij de opstapplaats voor de bus naar Polen zocht. Die zou zich in de buurt van de Van Goghstraat en de Ruysdaelbaan bevinden, bij het tankstation van de Tango. Ik ken geen Van Goghstraat, wel de Ruysdaelbaan. Ook dat tankstation ken ik, dus ik bood aan een stukje mee te lopen. Ik ben de kwaadste niet.

Onderweg vertelde hij gelaten dat hij z’n vlucht had gemist, en dat z’n vrouw en kinderen nu thuis op ‘m zaten te wachten. Hij was al twee uur in rondjes aan het lopen, wanhopig op zoek naar die bushalte. Ik knikte begripvol en zei dat het moeilijk kan zijn je te oriënteren in een vreemd land. Hij vertelde waar hij vandaan kwam in Polen, vlak bij de grens met Litouwen en Rusland, en wilde weten hoe het leven in Eindhoven was. De man zei nog nooit zo’n aardige Nederlander te zijn tegengekomen. I’ll take that. Hij was vijf jaar terug voor het laatst in Eindhoven geweest en alles was veranderd. Dat verbaasde me, net zoals het me verbaasde dat zich bij mij in de buurt een opstapplaats voor de bus naar Polen zou bevinden. Het leek me dat hij toch écht bij het busstation bij Eindhoven Centraal moest zijn maar nee, hij wist het zéker, er bevond zich een internationale bushalte in de buurt.

‘So that’s your… exercise?,’ vroeg hij, terwijl hij naar m’n skateboard knikte.
‘Yes,’ lachte ik en legde uit dat ik anderhalf jaar geleden was begonnen. ‘Actually, one of my teachers is Polish.’
Hij vertelde dat z’n zoon ook een skateboard had: ‘But it’s electric.’

De navigatie op z’n telefoon gaf aan dat we toch niet bij dat tankstation moesten zijn, dus we liepen verder de Ruysdaelbaan af. Maar toen we de doe-het-zelfzaken achter ons hadden gelaten en in een woonwijk terecht waren gekomen, begon ik wel heel erg te twijfelen aan die opstapplaats. Daarnaast dacht ik dat, als hij al twee uur aan het dwalen was, die bus toch allang vertrokken zou zijn. Ik hield wijselijk m’n mond. Hij vond het allemaal al vervelend genoeg.

Ik vroeg of ik op z’n telefoon mocht kijken. Ik zag dat we in de buurt zaten, maar dat we weer van ons einddoel aan het weglopen waren. We moesten in de Hobbemastraat zijn.
‘There are some shops there,’ zei ik schouderophalend, al kon ik me niet herinneren daar ooit een kantoor voor busreizen te hebben gezien, laat staan een halte voor internationale bussen.
We liepen door de Hobbemastraat: voorbij de Turkse groentewinkel, de avondwinkel en de coffeeshop. Maar geen bushalte. De man was inmiddels behoorlijk overstuur.
‘But I have already been here two times,’ stamelde hij.
‘What’s the name of the bus company? Flixbus?,’ vroeg ik.
‘No, Sindbad,’ reageerde hij gelaten.

Nee, de mededeling dat hij twee uur lang naar een coffeeshop in plaats van de opstapplaats voor de bus naar Polen had gezocht viel niet helemaal in goede aarde. Toch kostte het nog heel wat moeite de man te overtuigen dat hij beter de eerstvolgende bus naar Eindhoven Centraal kon nemen.

Want toen ik het op m’n telefoon opzocht, had ik binnen een minuut uitgevogeld dat de bussen van het Poolse busbedrijf Sindbad vanaf de John F. Kennedylaan vertrekken. Wel pas morgenochtend, maar dat mag iemand anders ‘m vertellen.

This entry was posted in Eindhoven, Overig and tagged , , , . Bookmark the permalink.