Engel

Ik kom de laatste weken de naam Lonneke Engel veel tegen. Ze wordt in nieuwsberichten aangehaald als ‘Nederlands fotomodel, woonachtig te New York’. Vanuit haar ongetwijfeld luxueuze loft in Manhattan geeft ze haar mening over de coronacrisis. Die mening komt erop neer dat we niet zo gemeen moeten doen tegen die arme meneer Donald Trump en dat z’n ideeën over het injecteren van UV-licht of het bestralen met bleekmiddel (of andersom) helemaal niet zo gek zijn. Ik weet oprecht niet wat de nieuwswaarde is van Lonnekes mening, ik hecht nog altijd meer waarde aan de mening van virologen (al vraag ik me steeds meer af of zij nog weten waar ze mee bezig zijn), maar kranten en nieuwssites moeten gevuld worden, desnoods met de ideeën van een Nederlands fotomodel, woonachtig te New York.

Het toeval wil dat ik bij Lonneke in de klas heb gezeten. Dat was één jaar, in Groep 8 van basisschool ‘t Karregat. Ik herinner me haar niet als bovenmatig intelligent (dat waren, getuige hun Citoscores, Barbara, Jelmer en Annemarie) noch als buitengewoon achterlijk (dat was Wensely). Het enige dat ik nog van haar weet is dat ze gek was op zeehondjes (dat zijn trouwens krengen van beesten), wat dan weer een reden was voor andere klasgenoten om haar te pesten. Ik werd ook gepest en nam het een keer voor haar op, waarop ze mij afsnauwde. Het was meteen de laatste keer dat ik voor haar opkwam.

Lonneke ging naar een andere middelbare school dan ik, dus ik verloor haar uit het oog. Via-via hoorde ik dat ze aan een carrière als fotomodel werkte. Vreemd. Ik had haar nooit bijzonder knap gevonden, maar ik vind fotomodellen zelden mooi (de enige uitzondering is Elle Macpherson, maar zij heet niet voor niets The Body).

Ik zou Lonneke allang vergeten zijn, ware het niet dat een paar jaar later, aan het begin van de Engelse les in 3havo, een meisje met in haar handen een glossy op me af kwam gerend. Ze wees dwingend op een foto in het tijdschrift: ‘Hoe heet zij?!’
Amper van de schrik bekomen stamelde ik: ‘Euh… dat is Lonneke, daar heb ik bij in de klas geze…’
‘En haar achternaam?,’ onderbrak ze me.
‘Lonneke? Euh… Engel geloof ik,’ antwoordde ik.
‘Oké doei. Dat moest ik even weten,’ zei ze, waarna ze weer snel was vertrokken.

Niet lang daarna begreep ik waarom de klasgenoot zo enthousiast op me af was gestormd. Lonnekes vader had, om de modellencarrière van haar dochter een boost te geven, bedacht dat ze alleen onder haar voornaam bekend mocht worden. Dat zou haar (ik verzin dit niet) een kinderlijk, naïef imago geven. Lonnekes achternaam was een goedbewaard geheim.

Ik haalde deze herinnering op in een reactie op een nieuwsbericht op Facebook. Daarop reageerde een man verbaasd: waarom zou je uit marketingdoeleinden níet gebruikmaken van de achternaam Engel? Daar had hij een punt, al is Lonneke als fotomodel behoorlijk succesvol. Zelfs mijn premature onthulling van haar achternaam heeft die carrière niet gefnuikt.

Als ze zich nou maar niet met het coronavirus gaat bezighouden.

This entry was posted in Eindhoven, Media and tagged , , . Bookmark the permalink.