Beste vriend

De politie is je beste vriend, al ben ik tijdens de coronacrisis ernstig aan die slogan gaan twijfelen. De coronalockdown liep op z’n einde, maar ik bleef berichten lezen over overenthousiaste boa’s die mensen beboetten die te dicht bij elkaar zouden staan, of met te veel vrienden hadden afgesproken. Je zou denken dat je als politie met het oog op de aanstaande versoepeling iets relaxter omgaat met de regels, maar nee. Goed, boa’s kunnen er niks aan doen dat ze regels moeten handhaven die stupide zijn, maar dan had je misschien een ander beroep moeten kiezen.

Ik had afgesproken om met twee vrienden te gaan skaten. Dat mag niet (althans, dat denk ik, niemand weet precies wat de regels zijn, ook de boa’s niet). Wat wel mag is elkaar spontaan tegenkomen, wat de afgelopen maanden dan ook heel vaak is gebeurd. Ook deze avond had ik m’n vrienden spontaan ontmoet op ons nieuwe favoriete skatespotje in Stratum. Het was druk, vooral met jong grut op stuntstepjes. Stepjes zijn de slechtste uitvinding ooit omdat de berijders van het ding altijd in de weg rijden. Altijd. En daarom is een speciaal plekje in de hel ingeruimd voor de bedenker van het stepje.

Aan de zijkant van het grote asfaltveld stopte een politieauto. Shiiit, dacht ik, daar heb je het gedonder al. Wouten. Ik stond aan de ene kant van het grote veld, m’n vrienden stonden aan de andere kant. Ruim voldoende afstand, dus er was op zich niks aan de hand, maar zouden m’n vrienden weten dat ze tegen de politie moesten zeggen dat ze mij niet kennen? Ik was er niet helemaal gerust op.

De agente liep op m’n vrienden af. Ze sprak m’n vriend aan. Ik keek met argusogen toe. Ik kon niet horen waar het gesprek over ging, maar het leek allemaal mee te vallen. De agente liep verder en sprak met een paar kinderen. M’n vriend kwam op me af geskatet. Nog steeds half acterend alsof ik ‘m niet kende, mompelde ik: ‘Wat moest die nou?’
‘Er hangen hier de laatste tijd wat oudere jongeren rond die blowen en voor overlast zorgen. Ze wil weten of wij die kennen,’ zei hij. ‘Ik heb gezegd dat ik ze niet ken. Ze geloofde ook wel dat wij geen rotzooi maken.’
‘Ha,’ lachte ik, ‘grappig dat ze die vraag net aan jou stelt.’

Wat meer gerust skatete ik richting de agente. Ik was de afgelopen weken vaker op dat skatespotje geweest en misschien wilde ze mij iets vragen. Maar de agente had inmiddels een grote groep nieuwsgierige kinderen met stuntstepjes om zich heen verzameld. Die kinderen belaagden haar met een spervuur aan vragen: ‘Heeft u een stok?’ ‘Heeft u een wapen?’ ‘Is dat wapen geladen?’ ‘Heeft u een kogelvrij vest?’ ‘Heeft u een sirene?’ ‘En handboeien?’ Geduldig gaf ze antwoord op alle vragen. Ze besloot met: ‘Willen jullie de auto zien? Kom maar mee.’

De kinderen bleven een slordige drie kwartier rond de politieauto hangen terwijl de agente enthousiast vertelde over haar werk. Ondertussen konden wij heerlijk skaten, zonder enige frustratie over stuntstepjes.

De politie is je beste vriend.

This entry was posted in Eindhoven, Skateboarden and tagged , , , . Bookmark the permalink.

2 Responses to Beste vriend

  1. Judith De Greef says:

    Niet zo neerbuigend over die stuntstepjes broer! Je nichtjes hebben die!

Comments are closed.