Telefoon

‘Heej, hier ligt een telefoon,’ riep het jochie.
Ik was bij Helperzoom, een skateparkje in Groningen. Aan de kant zat een moeder, twee kinderen reden rond op stuntstepjes. Verder was er niemand.

Ik reed naar de plek achter een skate-obstakel waar het jochie had gestaan. Inderdaad, daar lag een telefoon naast een flesje water. Ik bekeek de telefoon, vol krassen en barsten.
‘Er ligt inderdaad een telefoon,’ riep ik naar de vrouw. ‘Zo te zien van een skater,’ lachte ik.

‘s Middags was ik langs het skatespotje gereden en had ik een groep jongeren zien zitten. Ik had toen geen zin om te skaten met al dat publiek. Tien tegen één dat de telefoon van één van hen was. Wat te doen? Skaters zijn net zo vergroeid met hun telefoons als andere jongeren. Deze telefoon was minstens een uur niet gebruikt, voor de gemiddelde puber een eeuwigheid. De eigenaar had allang terug moeten zijn geweest. Ik kon ‘m laten liggen, maar dan wist ik niet wat ermee zou gebeuren. Ik kan instaan voor m’n eigen eerlijkheid en al deugen de meeste mensen echt wel, m’n vertrouwen in de mensheid is niet grenzeloos.

‘Ik bel straks wel even met de politie,’ zei ik tegen de moeder. Ze stond op het punt naar huis te gaan.

Dat deed ik, en ik vroeg of ik de telefoon af kon geven op het bureau.
‘We nemen dat niet meer aan sinds 2012,’ sprak de medewerkster vriendelijk doch resoluut. ‘U kunt een melding doen bij de gemeente.’
Ik vond een site waar ik melding kon maken van een gevonden voorwerp: wat ik had gevonden. Waar ik het had gevonden. Wanneer ik het had gevonden. Hoe de eigenaar met me in contact kon komen. Waar ik woonde. Of ik een foto wilde meesturen. Toen ik alles had ingevuld kreeg ik een bevestiging per e-mail. Ik was nu verantwoordelijk voor het gevonden voorwerp. Als het na een jaar niet was opgehaald, mocht ik het houden.

Nu zat ik met een telefoon opgescheept. Ik had meteen spijt. Had ik dat ding maar laten liggen.

Er kwam een groep oudere skaters die ik vorig jaar ook in het parkje had zien rijden. Ze zijn heel goed, dus ik besloot er voor die avond mee op te houden en naar het enige hunebed in de provincie Groningen (net ten zuiden van Noordlaren) te fietsen. Wel sprak ik nog één van de skaters aan: ‘Mocht iemand z’n telefoon komen zoeken, wil je dan doorgeven dat ik de telefoon heb, dat ik in The Student Hotel verblijf en dat ik het als gevonden voorwerp heb doorgegeven bij de gemeente?’
Geen probleem, hij zou het doorgeven.

De volgende ochtend kreeg ik per e-mail een bevestiging van de gemeente Groningen. M’n gevonden voorwerp stond op hun website. Wel met als af te halen adres m’n woonadres in Eindhoven. Lekker handig. En wat moest ik nu met die telefoon? Ik wilde een dagje weg, maar wilde ook dat ding afgeven bij de gemeente. Dat kon pas na 9.00 uur en alleen op afspraak. Ik besloot de telefoon op m’n hotelkamer te laten liggen. Mocht ie aan het einde van de week niet zijn opgehaald, dan kon ik ‘m altijd nog afgeven op het gemeentehuis.

De rest van de dag hield ik angstvallig m’n telefoon in de gaten of de rechtmatige eigenaar me zou bellen. Ik hoorde niks. ‘s Avonds ging ik weer naar het skatespotje. Er was een klein groepje skaters aanwezig. Het leken me coole gasten, dus ik waagde het er op. We groetten elkaar kort. Ik besloot de eerste de beste aan te spreken: ‘Weet jij een skater die hier gisteren z’n telefoon is verloren?’
‘Ja,’ antwoordde hij, ‘ik.’
‘Ow,’ zei ik blij verrast. ‘Die heb ik. Ligt bij mij in The Student Hotel. Kom straks maar even ophalen.’

Voor de zekerheid stelde ik nog een paar controlevragen, maar er was geen twijfel mogelijk. Die telefoon was van hem. Ja, hij was dezelfde avond nog teruggegaan. En nee, de andere skaters hadden ‘m niet verteld dat ie even naar The Student Hotel moest komen.

Een uur later stond ie met z’n maat bij de receptie van het hotel en kon ik de telefoon teruggeven.

Ik vraag me nog steeds af of ik het ding niet beter had kunnen laten liggen.

This entry was posted in Overig, Skateboarden. Bookmark the permalink.