Skateboarden is superleuk, maar het laatste wat ik wil is gefilmd worden terwijl ik bezig ben. Foto’s gaan nog, maar als ik bewegend beeld van mezelf zie, valt me vooral op wat niet goed is: stijf, onbeholpen, slungelig. Ik zie een enorme stuntel. Oké, de laatste keer dat ik gefilmd werd is jaren geleden en misschien zijn mijn skatecapriolen het aanzien tegenwoordig best waard, maar dat weet ik niet want nouja, u begrijpt het wel.
Dat ik niet gefilmd wil worden tijdens het skateboarden wist de productiemedewerker van een speelfilm (geregisseerd door Ramón Gieling, met onder andere Johan Heldenbergh, Thekla Reuten en Hannah Hoekstra, toch niet de minsten) die me twee jaar geleden benaderde via Facebook natuurlijk niet. Dom van haar, echte skaters zitten op Instagram, niet op een bejaardenmedium als Facebook. Ik denk dan ook dat ze bij me terecht was gekomen omdat Area 51 een bericht op Facebook had gepost en ik daar op had gereageerd: díe moet ik hebben om als skater in mijn film te figureren.
Ze drong nogal aan, want ze had dat blik skaters de volgende dag nodig, maar ik was resoluut: ze wilde me echt niet in de film hebben. Ook de dagvergoeding die ze me als worst voor hield wist me niet te verleiden. Ik vertelde dat ik nog niet zo lang bezig was en dat ik mezelf simpelweg niet goed genoeg achtte. Ik zag al voor me hoe ik het decor in de vernieling zou rijden, de hoofdrolspeler zou blesseren en de regisseur ziedend achter de productiemedewerker zou aanrennen waar ze die stoethaspel vandaan had gehaald.
Maar ik ben de kwaadste niet; natuurlijk kende ik wel wat skaters. Ik stuurde een paar van hen een berichtje. De eerste die reageerde was m’n vaste skatemaatje. Hij is tegelijk met mij begonnen met skateboarden en heeft wél talent; en zelfvertrouwen.
Een dag later deed hij via Whatsapp verlekkerd verslag van de opnames. Hij stuurde foto’s door van de euh… opvallende outfits die hij aan moest (en die ik niet zal delen) en ik dankte God op m’n blote knietjes dat ik sterk genoeg was geweest om de sirenenzang van de productiemedewerker te weerstaan. M’n skatemaatje was heel blij, want één van de andere skaters zat in de nationale selectie en had ‘m tussen de opnames door tips gegeven. Ook had hij het aanbod gekregen om in een andere scène te figureren.
Daarna bleef het lang stil. Af en toe informeerde ik hoe het zat met die film, die als werktitel Poor Boy had. Geen idee, hij zou bericht krijgen als ie in de bioscopen ging draaien, zo was ‘m verzekerd.
Maar ziehier: een pandemie verder en op het Nederlands Film Festival is Poor Boy te zien. Alleen heet de film nu Sisyphus at Work; de enige reden dat de film niet langs me heen was gegaan was dat ik de namen van de regisseur en de hoofdrolspelers herkende. Ik bekeek de trailer en deelde die met de nieuwe filmster. Ik vind dat ie een IMDB-profiel moet aanmaken.
‘Die scène op 1 minuut 34 herken ik wel,’ appte m’n medeskater.
In die scène is geen skater te zien. In de rest van de trailer evenmin. Zal je zien dat ie alleen in de Director’s Cut zit.
Ik doe steeds minder met Facebook. Ik zit tegenwoordig wel veel op Instagram.
Jammer, ik had je graag in de bioscoop op het scherm gezien! Maar gelukkig heb ik nog wat ‘historisch’ materiaal van mezelf… 😉
Enne – had Facebook Instagram niet opgekocht?….