Transferwatcher

Veel contact heb ik niet met de expats die naast me wonen. Ik weet niet eens om hoeveel bewoners het gaat, vier of vijf, en het contact gaat doorgaans niet verder dan beleefd groeten op straat, of een pakketje aannemen. Ze lijken me heel aardig en ik zou ze graag beter leren kennen. Een paar van hen zie ik soms voor het huis voetballen, eentje speelt geregeld met kinderen uit de buurt. Hij laat trouwens ook aan de lopende band eten bezorgen, vaak ‘s avonds laat. De deurbel is kapot, dus de bezorger staat soms minutenlang voor de deur te wachten, of laat het eten op de stoep achter.

Een paar maanden terug stond de expat die ik gemakshalve ‘de voetballer’ noem voor m’n huis te dralen. Hij zwaaide naar me terwijl ik aan het werk was en belde uiteindelijk na lang twijfelen dan toch maar aan. Hij legde omstandig in het Engels uit dat ie de grijze bak binnen wilde halen, maar dat ie zichzelf nu had buitengesloten. Kon ik de huisbaas voor ‘m bellen? Dat deed ik, en ik nodigde ‘m uit om bij mij te wachten; een mooie kans om nader kennis te maken. Een huisgenoot van ‘m zou over een half uurtje thuis zijn, zo had de huisbaas me verzekerd, dus we kletsten wat. Ik vertelde over m’n werk als quizredacteur, en dat ik onder andere vragen maakte voor een quiz voor expats in de Carrousel. Het leek ‘m niet echt te interesseren.

‘Where are you from?’, vroeg ik.
‘Oman,’ was het verrassende antwoord. Blijkbaar was m’n reactie zo enthousiast dat ie blij reageerde: ‘Oh, do you know it?’
Nouja, kennen, kennen. Ik ken Oman zoals ik kan schaken: ik ken de regels, maar ben er niet goed in. Ik wilde niet de indruk wekken dat ik de volledige geschiedenis van z’n thuisland kan opdreunen (al komt het wel eens voor dat ik meer weet van het thuisland van een expat dan de expat zelf, wat weer vrij ongemakkelijk is). Toen bedacht ik dat veel Nederlanders niet eens weten waar Oman ligt.

Hij legde uit dat hij mechatronics studeerde bij Fontys. Ik betuigde m’n medeleven. Daarna vertelde hij dat hij in het jeugdelftal van Oman (toch nr. 75 op de wereldranglijst van FIFA) had gespeeld, en dat hij z’n voetbalcarrière graag in Eindhoven voortzette. Het liefste bij FC Eindhoven, maar hij had al zolang niet getraind dat hij zich zorgen maakte over z’n conditie. Nouja, zo gaf hij toe, hij moest ook wat minder vaak eten laten bezorgen.

Ik bood aan rond te vragen en we wisselden telefoonnummers uit. Via vrienden en kennissen kwamen wat namen bovendrijven: VV Gestel, Brabantia, Best, maar ook FC Eindhoven kwam weer voorbij. Ik raadde ‘m aan het toch nog eens bij die club te proberen. Ze zouden toch wel begrip op kunnen brengen dat z’n conditie wat achteruit was gegaan?

Een paar weken later wilde ik ‘s avonds naar de sportschool gaan toen hij voor het huis aan het voetballen was. Toen ik de voordeur achter me dicht deed kwam hij enthousiast op me aflopen: hij was bij FC Eindhoven gaan voetballen, was meteen opgenomen in de selectie en stond opgesteld op het middenveld. Hij kreeg zelfs vijf seizoenkaarten van FC Eindhoven om weg te geven. Eentje was voor mij, voor alle hulp. En owja, nu hij me toch sprak, hij zou met z’n teamgenoten een keertje komen pubquizzen in de Carrousel. Kon ik het adres doorgeven?

Een gevoel van trots vervulde me. Het leek me leuk om af en toe naar FC Eindhoven te gaan kijken. Het is toch dé cultclub van Eindhoven (‘Olé olé voor EVV’); als ik bij m’n ouders in Stratum ben, kan ik ze horen juichen als er gescoord is. En dat is, eerlijk is eerlijk, de laatste seizoenen zeer regelmatig.

Ik deelde m’n verhaal op Twitter. Het tweetje werd hier en daar gedeeld en een dag later werd ik in een podcast over voetbaltransfers geciteerd als transferwatcher; een titel die ik met verve draag. Je bent nooit te oud om een nieuwe carrière te beginnen.

Maar daarna werd het stil. Ik hield de sociale media van FC Eindhoven nauwgezet in de gaten. Af en toe werden nieuwe spelers voorgesteld. Ik bekeek filmpjes op Instagram van trainingskampen. Soms spoelde ik terug als ik meende mijn buurman, mijn prof, toch ook een beetje door mij ontdekt, te ontwaren. Ik zag niks. Ik hoorde niks meer, ook niet over de seizoenkaart die me was beloofd. Ik heb ‘m niet één keer in de Carrousel gezien.

Inmiddels is het nieuwe seizoen acht competitiewedstrijden oud. FC Eindhoven heeft de goede lijn van vorig seizoen voortgezet en staat op de tweede plek in de Keuken Kampioen Divisie. Mijn buurman heeft daar geen aandeel in gehad (dan hadden ze wel bovenaan gestaan). Ik heb ‘m nog geen minuut zien spelen, hij zit zelfs niet bij de selectie. Ik durf niet te vragen wat er is gebeurd.

Wel rijdt hij tegenwoordig Eindhoven rond als maaltijdbezorger voor Getir. Ook dat is een carrière.

This entry was posted in Eindhoven and tagged , . Bookmark the permalink.