Op m’n hardlooprondje werd ik tijdens een stuk over het fietspad langs het kanaal bijgehaald door een klas basisschoolleerlingen. Ik ben slecht in leeftijden schatten, maar ze leken me een jaar of tien, elf. Groep 7 of 8 dus, onder begeleiding van enkele docenten. Ze sloegen geen acht op me, alleen de docent die voorop ging in de stoet groette me toen ik in de berm naast het fietspad ging lopen.
Terwijl de schoolklas me langzaam inhaalde, ving ik flarden van gesprekken op. Twee meisjes waren een spelletje aan het doen en probeerden bij elke letter van het alfabet een Engels woord te vinden.
‘De D, de D,’ zei één van de twee hardop denkend, om even later blij uit te roepen: ‘Duck!’
Twee jongetjes bespraken met elkaar de hitlijsten. Het ging over, uiteraard, Harry Styles en eentje probeerde op de titel te komen van die andere grote hit: ‘Watermelon High, Watermelon Sugar, zoiets.’
Dat was ik, dacht ik, terwijl ik verder rende. Ik haalde elke week het blaadje van de Top 40 bij de platenzaak naast de Albert Heijn en hield nauwgezet in de gaten of mijn favoriete hits waren gezakt of gestegen. Een zaak die van levensbelang was.
Maar zo’n tien meter achter de lange trits leerlingen fietste nog één jochie, in gesprek met een docent. Nouja, het was meer een monoloog, druk pratend probeerde hij niet alleen z’n klasgenoten, maar ook z’n gedachten bij te houden. Zij knikte af en toe of zei iets instemmends, al was dat niet nodig. Zo nu en dan ging hij op de trappers staan om niet helemaal achterop te raken bij de groep.
Terwijl de schoolklas langzaam uit het zicht verdween, dacht ik: nee, dát was ik.
Tja – dat geeft weer een heel andere dimensie aan het concept ‘jezelf tegenkomen’… Leuk stukje! (En op een bepaalde manier herkenbaar. 😉 )
Mooie waarneming.
Hier liep regelmatig een klas voorbij die naar een andere school lopen omdat daar een gymzaal is. Geeft echt een pokkeherrie. Daar komt een verouderde 747 op 600m hoogte niet overheen. Loop dan ook meestal een straatje om tegen lasoren. Vroeger liepen we op het dorp ook naar een gymzaal bij een andere school. Mij kennende zal ik netjes en uiterst onopvallend in de achterste gelederen hebben gelopen. Kan me daar niets meer van herinneren, ook niet dat wij destijds lawaai gaven. En misschien deden we dat ook wel niet vanwege een strenge meester zonder enige humor.