Wappiestickers

Het is niet dat Eindhoven onder de wappiestickers zit, maar soms kom ik er tijdens m’n fietstochten of hardlooprondjes door de stad eentje tegen. Er staat gewauwel op over de Great Reset, of dat het coronavaccin onveilig zou zijn. Sommige zijn afkomstig van Forum voor Democratie of andere, meer obscure extreemrechtse clubjes. De laatste tijd zie ik ‘media = virus’ veel opduiken. Vooral die stickers zijn me een doorn in het oog; er worden wereldwijd elk jaar tientallen journalisten vermoord voor hun werk. Dat is wel mijn beroepsgroep.

Gelukkig is daar iets tegen te doen: anti-wappiestickers. De Rode Lap heeft leuke, dus ik bestelde een setje. De eerste keren dat ik irritante stickers tegenkwam, plakte ik daar snel één van de stickers van De Rode Lap overheen. Oké, het heeft een hoog ‘do ist der Bahnhof’ gehalte, maar alles is beter dan niks doen.

Maar een paar maanden terug zaten op vrijwel elke lantaarnpaal langs een flink stuk van de Tongelresestraat ‘media = virus’ stickers. Daar had ik te weinig anti-wappiestickers voor. Op een avond liep ik een rondje door de buurt en peuterde ze allemaal los. Tot mijn grote vreugde was een aantal stickers al door stadsgenoten weggehaald. Lospeuteren bleek veel efficiënter dan anti-wappiestickers.

Ook na een ‘demonstratie voor liefde’ die deels door mijn stadsdeel voer, zaten de lantaarnpalen en elektriciteitskastjes onder de wappiestickers. Er stond van alles op de stickers, maar het ging erg weinig over liefde. Vooral het Stadhuisplein waar ze, o ironie, luidruchtig hadden laten horen dat ze hun mening niet mochten geven, was toen goed geraakt; ik was bijna een uur bezig met stickers over de Great Reset lospeuteren (en dat terwijl ik eigenlijk wilde skateboarden). Gelukkig hoef ik het niet alleen te doen, ik kom veel half losgepeuterde of onleesbaar gemaakte stickers tegen; de meeste Eindhovenaren zijn verstandige mensen.

Toch, als ik een wappiesticker lospeuter, of er een andere sticker overheen plak, ben ik op m’n hoede. Ik heb geen zin in gezeik. Het zijn wel wappies; die blinken niet uit in intelligentie. Ik zet m’n koptelefoon af en let goed op of er iemand in de buurt is.

Vandaag dacht ik ook goed te hebben opgelet toen ik onderweg naar de skatehal een ‘media = virus’ sticker zag en begon met peuteren.
‘Laat die maar hangen,’ zei een man die me onopvallend voorbij was gelopen. Hij hield ongeveer vijf meter achter me halt. Ik ging door met lospeuteren en dacht na wat ik zou zeggen, toen draaide ik me om.
‘Waarom?’, antwoordde ik rustig.
‘Niks mis met die sticker,’ zei hij nu.
‘Ik ben journalist en vind het nogal beledigend,’ zei ik.
‘Ah, journalist,’ schamperde hij, ‘dan ben jij het probleem. Jij bent onderdeel van het complot. Lees je maar eens goed in. Er klopt niks van.’
Ik zuchtte diep, draaide me om en ging verder met lospeuteren. De man liep eerst langzaam door, toen bleef hij staan en draaide zich nog eens om. Hij stond nu zo’n tien meter van me vandaan.
‘Laat hangen,’ herhaalde hij met nadruk.
‘Nee hoor,’ zei ik rustig, ‘die sticker gaat eraf.’
‘Neus,’ riep hij. Er klonk ingehouden woede in z’n stem.
Even dacht ik dat ik het niet goed had gehoord, dus ik vroeg: ‘Wat zei je?’
‘Neus,’ herhaalde hij.
Toe maar, dacht ik. Nog antisemiet ook. Ik krijg meteen de full package wappie. Het leek me beter niet meer te reageren. We keken elkaar kort aan. Ik wachtte tot ie zich had omgedraaid en verder was gelopen, toen haalde ik de laatste restjes van de sticker weg.
‘Kankerneus,’ zei hij, nu met stemverheffing, terwijl hij de hoek omsloeg.

De volgende keer dat ik een wappie tegenkom, vertel ik dat ik voor de overheid werk.

This entry was posted in Eindhoven and tagged . Bookmark the permalink.