Queue

In Nederland houden we er niet van om in de rij staan. Als er een rij is, dan is er een probleem. Een probleem dat het liefst zo snel mogelijk verholpen moet worden. In Engeland denken ze daar anders over. In de rij staan is daar een nationale sport. Daar kwam ik afgelopen vakantie weer achter, toen ik vaker dan me lief was in een rij stond te wachten. De Engelse taal heeft zelfs een woord voor rij, queue, dat in zichzelf al onnodig lang is; alleen Q zou voldoende zijn geweest.

Vorige maand ging ik in Londen naar de bioscoop. Ik was onderweg naar huis vanuit Cornwall en besloot een paar dagen in de Engelse hoofdstad te blijven; Londen is altijd leuk. Een filmpje leek me wel aardig en ik koos Indiana Jones and the Dial of Destiny in de O2 Arena. Je komt er met de Docklands Light Railway of de metro. De O2 Arena is een gigantisch complex met tientallen winkels, eettentjes en enkele grotere concertzalen. In één van die locaties speelde deze avond, meen ik, comedian Michael McIntyre. Die is populair, en staat dus voor een uitverkochte zaal. Er is ook een bioscoop, die wordt aangeprezen als ‘de grootste van Londen’: tien zalen, verdeeld over twee verdiepingen.

Mijn film begon om 19.40 uur. Ik nam het ruim, omdat ik niet wist of ik de bioscoop makkelijk zou kunnen vinden in het enorme complex. Het viel mee; om 19.10 uur was ik binnen. Eerst wilde een onderzoeker weten of ik naar Oppenheimer óf Mission Impossible ging. Ze vinkte geen van beiden aan, plus de leeftijdscategorie ’40-44′. Nog steeds confronterend.

Daarna begon de ellende pas echt. Ik wilde iets te drinken halen. Over de volle breedte van de ontvangsthal van de bioscoop stonden zo’n zes à zeven medewerkers, met voor elke kassa een rij van ongeveer tien wachtenden. Binnen een half uurtje moest ik wel een drankje en chips hebben, zo redeneerde ik.

Boy, was I wrong.

De queue ging tergend langzaam voorwaarts. Elke klant had zo’n vijf tot tien minuten nodig. Ik vroeg me af waarmee. Je bestelt een drankje en iets te snacken: dat leek me twee minuten werk, hooguit. Tegelijkertijd zag ik dat de caissière die mijn rij hielp verdacht weinig drinken en snacks aan het pakken was. Wat ze wel aan het doen was? Geen idee. Pas toen ik nog twee wachtenden voor me had, en een hoop andere bezoekers al zuchtend uit de rij waren gestapt, zag ik het. Elke klant kocht kaartjes voor een film. Nouja, ze gingen eerst even kijken wélke film ze wilden zien, toen kozen ze de stoelen, toen toch maar een andere film, of nee, andere stóelen, om daarna rustig te bekijken of ze nog iets wilden drinken. Ownee, toch niet.

Inderdaad, nu viel me pas op dat nergens in de ontvangsthal van de bioscoop een kaartjesautomaat stond. Je moest óf online bestellen óf in een rij aansluiten. Zelfbediening? Dat kenden ze niet.

Dit werd me te gortig. Het was inmiddels bijna 19.40 uur, mijn film stond op het punt van beginnen. Daarbij had ik niet zoveel zin meer om geld uit te geven in deze pleuristent die z’n zaken duidelijk niet op orde had. Waarom niet een aparte kassa voor bioscoopkaartjes? Waarom geen automaten waar je zelf je films en stoelen kunt kiezen? Ik vermoed dat Engelsen het heel klantvriendelijk vinden om persoonlijk geholpen te worden, maar hoe vriendelijk is het als daardoor andere klanten minstens een half uur moeten wachten? En je als bioscoop omzet mist omdat klanten weglopen?

Ik nam de roltrap naar de volgende verdieping, waar mijn zaal zich bevond. Tot mijn stomme verbazing trof ik daar net zo’n groot buffet aan als een etage lager. Maar dit was dicht.

Wat ook dicht was: mijn bioscoopzaal. Terwijl de film nu zou moeten beginnen. Maar de zaal moest nog schoongemaakt worden. Toen de zaal tien minuten later wel openging, trof ik tot m’n stomme verbazing al zo’n twintig bezoekers waarvan ik geen idee had hoe ze waren binnengekomen.

Eerst kwam de reclame. Veel reclame. Daarna kwamen de trailers. Veel trailers. Ik telde er zes of zeven. Allen, zo moest ik geloven, ‘zorgvuldig geselecteerd’. Dat betwijfel ik (wat moet ik met Gran Turismo?) Toen de trits trailers voorbij was, volgde opnieuw reclame. Het was inmiddels 20.30 uur en de film was nog steeds niet begonnen. Ik ben deze zomer een paar keer in Nederland met m’n nichtjes naar de bioscoop geweest. Er was bij elke film weinig reclame en ik zag twee trailers; dat duurde bij elkaar opgeteld zo’n tien minuten tot een kwartier. Zou iemand deze Engelse bioscoop kunnen voorrekenen hoeveel extra vertoningen je in een dag kwijt kunt als je film op tijd begint, én niet voorafgegaan wordt door vijftig minuten aan reclames en trailers? Of vindt deze bioscoop de reclame-inkomsten belangrijker dan de klandizie?

Gelukkig was de film goed. Je hebt alles al eens eerder gezien, maar deze Indiana Jones was in elk geval veel beter dan de vorige, Indiana Jones and the Kingdom of the Crystal Skull, waarvan ik het nog steeds frustrerend vind dat daar in principe een aardige film in had gezeten, als ze minstens een half uur uit het script hadden geknipt.

Terwijl ik naar de uitgang van de bioscoop liep, begon me iets te dagen. Het liep inmiddels tegen elven, dus het zou goed kunnen dat die grote theatershow van McIntyre ook op z’n einde liep. Dat zou voor een enorme uitstroom van bezoekers zorgen die allemaal naar de metro willen. Natuurlijk had ik gelijk: duizenden bezoekers liepen op een slakkengang naar het enige metrostation van de O2 Arena. De Docklands Light Railway was dit weekend buiten gebruik. Medewerkers leidden de stoet in de juiste richting, maar ik rekende uit dat het minstens een uur zou duren voor iedereen weg was.

Ik besloot niet in de rij, pardon, queue, aan te sluiten. Het zou uren duren voor ik weer in m’n hotel was, een eindje waar ik anders in tien minuten tijd zou kunnen zijn – helaas wel aan de andere kant van de Thames, en er zat geen brug in de buurt. In plaats daarvan liep ik naar buiten en bedacht op het plein voor de O2 Arena wat ik zou gaan doen. Tom Poes, verzin een list. Ik kon langs de oever naar Greenwich lopen en daar de metro pakken. Ik kon ook proberen een bus te pakken. Die gaan vaak in de richting van een metrostation, al zijn ze vrij schaars aan de zuidoever van de Thames.

Ik koos het laatste en pakte de eerste bus die uit deze gekte vertrok: richting Lewisham. De bus barstte uit z’n voegen. De buschauffeur reed door Greenwich, waar ik vorig jaar nog een hotel had. Dat leek me prima; ik kende hier de weg. Maar toen de bus een half uur later in Greenwich was, bleek de Docklands Light Railway hier ook niet te rijden. Ik kende de buurt, dus ik besloot een stuk verder te lopen in de richting van mijn hotel van vorig jaar. Daar zat een metrostation in de buurt. Alleen gaven de borden op dit station geen vertrektijden aan. Inmiddels ging de klok richting twaalf uur en was ik nog geen meter dichter bij m’n hotel gekomen, eerder verder. Ik keek op het schema van een bushalte. Mijn beste optie was een bus nemen naar Canada Water, en vandaaruit de metro pakken. Die lijn zou zeker rijden. Dat bleek het geval, al duurde het nog een kwartier voor m’n bus kwam.

Je kunt zeggen dat de chaos met de metro, de Docklands Light Railway en de bussen niet de schuld van de bioscoop is. Nee, niet geheel. Toch kunnen zij er wel rekening mee houden. Je kunt de vertoningen van de films beter over de avond spreiden, waardoor ze niet tegelijk met zo’n grote voorstelling elders in de O2 Arena zijn afgelopen. Je kunt klanten vooraf inlichten. Je kunt met de gemeente overleggen of je extra pendelbussen kunt inzetten. Ik weet dat ik uit Nederland kom en dat we in ons land alles tot in de puntjes verzorgen, maar dan nog: er zijn mogelijkheden.

Twee uur nadat de film was afgelopen liep ik m’n hotelkamer binnen. Dat betekende dat ik een uur en vijftig minuten langer dan normaal over m’n reis had gedaan. Op m’n telefoon verscheen een bericht van de bioscoop: of ik wilde laten weten hoe mijn bezoek was geweest.

Ja, dat heb ik ze laten weten. Niet dat ze er iets mee doen. Queuing is niet voor niets een Engelse nationale sport.

This entry was posted in Reizen and tagged . Bookmark the permalink.

2 Responses to Queue

  1. Frances says:

    En dit is waarom ik ‘in den vreemde’ (mocht ik naar de bios willen) altijd iets in de buurt van mijn hotel zoek!
    Qeuen is bepaald niet mijn sport, maar hoe O2 het aanpakt is wel super inefficient…

    Overigens bedankt voor het altijd weer amusante (en herkenbare) stukje. 🙂

  2. Ximaar says:

    Ik kan behoorlijk geduldig zijn. Maar hier zou ik niet eens aan beginnen. Moest denken aan een pub ik Stockton. Daar werden de pinten zo traag ingetapt dat we het na 20 minuten opgaven. Er was echter maar 1 persoon voor ons.

Comments are closed.