Stolpersteine van de familie Coster, aan de Dopheide in Stratum. De familie had twaalf kinderen, waarvan er twee voor de Tweede Wereldoorlog zijn overleden. Het hele gezin werd vermoord in Auschwitz.
De eerste minuut tijdens de Dodenherdenking gaat meestal op aan me afvragen aan wie ik dit jaar ga denken. Meestal denk ik aan verzetsstrijders, zoals Hannie Schaft. Na het lezen van Het Bittere Kruid denk ik aan de familie van Marga Minco. Ik denk aan namen van mensen die ik ben tegengekomen op Stolpersteine in Eindhoven. Aan de broertjes Hornemann, die zo vreselijk aan hun einde zijn gekomen. En ik denk altijd even aan mijn lieve Opa Frans, die in de meidagen op de Grebbeberg heeft gevochten en daarbij z’n verjaardag op 13 mei was vergeten. Later zat ie ondergedoken in Pijnacker om te ontkomen aan de Arbeitseinsatz.
De twee minuten maken elk jaar indruk. De ene keer is wat meer memorabel dan de andere. Bij de Dodenherdenking met de Damschreeuwer zat ik net in de kroeg in afwachting van een pubquiz. Ik herinner me die volle, stille kroeg, en de verwarring over wat er op tv gebeurde. Een paar jaar later stond ik weer in een stampvolle kroeg, in afwachting van het begin van de Popquizmarathon. De presentator verzocht iedereen stilte in acht te nemen. Die stilte werd alleen verbroken door de telefoon van een vriend die een pushbericht van RTL Boulevard binnen kreeg (het lot van de quizzer: altijd op de hoogte moeten blijven van nieuwtjes).
Ook de Dodenherdenking van vorig jaar zal ik niet licht vergeten. Ik was die avond vrijwilliger bij de internationale quiz. Die quiz begint om 20.30 uur, maar ik ben al eerder aanwezig in de kroeg om de quiz voor te bereiden. Ook sommige quizteams zijn al voor achten binnen. Voordat ik de kans kreeg om de manager van de kroeg te informeren dat we de twee minuten stilte vanzelfsprekend in acht zouden nemen, kwam hij zelf op ons afgestapt om in niet mis te verstane woorden duidelijk te maken dat we de Dodenherdenking moesten respecteren. Natuurlijk, verzuchtte ik.
De presentator van de quiz, een Amerikaan die nog niet helemaal bekend was met de routine van Dodenherdenking, vroeg hoe hij het moest inleiden. Ik legde uit dat hij het beste vlak voor 20.00 uur de aanwezige quizzers, waaronder veel expats, kon informeren over het moment. Als het dan 20.00 uur was, kon hij de muziek wegdraaien en iedereen vragen twee minuten stil te zijn. En nee, ze hoefden niet per se te gaan staan, dat was aan de bezoekers zelf.
En zo gebeurde het. Vlak voor 20.00 uur legde hij uit dat 4 mei Remembrance Day is en dat hij daarom de muziek zou wegdraaien voor ‘two minute silence in respect for the fallen’. Het begin was mooi stil, sereen. Er klonk wat geschuif van stoelen; enkele oudere bezoekers gingen staan. Buiten hoorde ik voorbijgangers. Ik ging ook staan en vroeg me af aan wie ik dit jaar zou denken.
Nouja, heel stil was het niet, want het personeel achter de bar was nog met glazen aan het rommelen. En de eerste minuut was nog niet voorbij toen een schoonmaakster met een gigantische vuilcontainer door de kroeg kwam lopen. Dat ging met behoorlijk wat kabaal, ook omdat ze te weinig ruimte had en demonstratief tafels en stoelen aan de kant schoof.
Toen moest het meest ongemakkelijke moment nog komen. Een quizzer kwam binnen en liep enthousiast op een tafeltje af. Hij stak z’n hand uit naar een quizzer die aan een tafel zat en stelde zich voor: ‘Hoi, ik ben Roel!’
Z’n stem galmde door het muisstille café. De quizzer aan het tafeltje keek ongemakkelijk naar de uitgestoken hand. Hij kón fatsoenshalve niet reageren, maar hoe langer de nieuwe gast z’n hand uitgestoken hield, hoe pijnlijker de situatie werd.
‘Hoi, ik ben Roel,’ herhaalde hij na een paar seconden. Nu reikte hij z’n hand naar een andere quizzer aan het tafeltje. Ook die speler keek ongemakkelijk. De quizzer die als eerste de hand had geweigerd keek naar de teamgenoot naast ‘r en zuchtte hoofdschuddend. Ze probeerde met alle macht z’n hand te negeren. Roel begreep het niet. Ik keek hoe de minuten op de klok tergend langzaam wegtikten. Het was allesbehalve stil geweest. Enkele seconden voor het einde van de twee minuten besloten we gelaten de muziek weer zachtjes aan te zetten.
‘Thank you,’ zei de presentator. Er ging een zucht van opluchting door het café.
‘Roel, oen! Het is Dodenherdenking! We hielden twee minuten stilte,’ riep de quizzer boos.
Het leek niet tot Roel door te dringen. Maar het team quizde die avond onder de naam En Bedankt Roel.
Ja, bedankt Roel.
Ik had er dit jaar ook over nagedacht. En kwam ook uit bij verzetsstrijders – de stille, de durvers, allen die tegen de haat opstonden. Er waren er minder dan we graag zouden denken. Maar ze waren er.