Daryll-Ann

De beste plaat van Nederlandse bodem ooit. Pergola van Johan misschien? Met Tumble and Fall, Day Is Done en Here, liedjes over de truttigheid van de Vinexwijk? Hoe Nederlands wil je het hebben. Of de eerste twee platen van Elephant; die zijn allebei fantastisch. Oké, ze zijn alle drie van Excelsior, maar ik heb nu eenmaal een zwak voor Smaakvolle Gitaarmuziek. Of, als ik lekker alternatief wil doen, Elevator Tourist van Seedling, een totaal vergeten band die rond 2000 deze prachtplaat maakte. Openingstrack Every Match Must Crash & Burn is nog steeds een favoriet. Helaas is het niet te streamen. En als het op hiphop aankomt kan er niks tippen aan Eigen Wereld van Opgezwolle.

Nee, de beste Nederlandse plaat is Daryll-Ann Weeps uit 1996, het derde album van de Nederlandse gitaarband. Ook uitgebracht op Excelsior. Sterker nog, het label werd opgericht om het album uit te kunnen brengen. Daryll-Ann was eind jaren tachtig begonnen op een middelbare school in Ermelo, of all places, met Jelle Paulusma en Anne Soldaat als tandem. De Nederlandse Lennon en McCartney, met alle onderlinge spanningen van dien.

Daryll-Ann Weeps is fantastisch. De galm op de zang in openingstrack Tools R Us, de zang een beetje onvast. Een perfect popliedje van drie minuten, met een mooie gitaarsolo. En dan die tekst, bijna onverstaanbaar:

Automated tools won’t help you in a sea of love
You move cos your hands are crawling
And the sea is rough

Tools R Us is bitterzoet, een term die eigenlijk voor het hele album geldt. Op Daryll-Ann Weeps luister je naar de band als in een zomerse roes van zon, zee en zand, zwelgend in fijne herinneringen. ‘We both know what memories can bring, they bring diamonds and rust,’ zong Joan Baez ooit. Herinneringen zijn bedrieglijk, maar bij Daryll-Ann lijken ze van diamant. Alleen de titels al: Springfever, Summerdaze, Ocean Drive, Dustyfied. Alsof je langs de Amerikaanse westkust rijdt, badend in dat gouden Californische zonlicht. En dan die koortjes. Daryll-Ann was de Nederlandse Beach Boys, met niet één, maar twee Brian Wilsons in de gelederen.

Daryll-Ann Weeps was niet mijn eerste album van de band. Dat was Happy Traum, de opvolger van Daryll-Ann Weeps die in 1999 uitkwam. Ik kreeg de cd tijdens Sinterklaas bij m’n eerste vriendin. Het album is bijna net zo goed als de voorganger. In een rechtvaardige wereld had single Surely Justice de Top 40 gehaald. Het kwam niet eens in de Tipparade.

Ik zag Daryll-Ann twee keer live. De eerste keer was in februari 2002, nog in de oude Effenaar. Een zaal waar je aan het einde van de avond aan de vloer vastplakte, en de rook in je kleren was getrokken en op je keel was geslagen. Andere tijden. Daryll-Ann was in Eindhoven ter promotie van hun vijfde album Trailer Tales en ik was blij ze eindelijk live te zien. Na afloop van het concert trof ik een medestudent van de opleiding Journalistiek.
‘Wat vond je ervan?,’ vroeg hij terwijl hij een shagje draaide.
‘Ja, wel goed,’ zei ik.
‘Nee man, dit was toch vreselijk? Het is helemaal niks meer,’ brieste hij terwijl hij naar buiten liep.

Ik bleef verbaasd achter. Ik vond Daryll-Ann helemaal niet slecht die avond. Tegelijkertijd was ik geïntrigeerd door de uitgesproken mening van de medestudent. Het was het soort muzieksnobisme dat ik verwarde met wereldwijsheid. Blijkbaar was mijn medestudent zo goed op de hoogte van het vroege (en ongetwijfeld superieure) oeuvre van Daryll-Ann en had hij zoveel concertervaring, dat hij dit genadeloze oordeel kon vellen.

Twee jaar later zag ik Daryll-Ann opnieuw live. Ditmaal in Doornroosje in Nijmegen, met een vriend die er speciaal voor uit Maastricht was gekomen. Misschien was het mijn eigen wereldwijsheid, of de concertervaring die ik in de tussentijd had opgedaan (inclusief de tinnitus), maar het was die avond niet best. Er was nul interactie met het publiek, en het leek alsof de bandleden elkaar elk moment konden aanvliegen. Na afloop verkocht de band de single 10.45 op vinyl. Ik heb nog lang spijt gehad dat ik toen geen exemplaar heb gekocht. Zeker toen nog geen maand later, en nog tijdens hun Nederlandse clubtournee, de band uit elkaar ging. Het kwam niet als een verrassing.

Na het plotselinge uiteenvallen van Daryll-Ann bracht Soldaat enkele mooie soloplaten uit. Eerst als Do-The-Undo, later onder z’n eigen naam, met In Another Life als hoogtepunt. Het is net als Daryll-Ann Weeps een kandidaat voor mooiste album van Nederlandse bodem.

Vorig jaar was er ineens een nieuwe plaat, Spring, en de aankondiging van een clubtournee. Dit weekend stonden ze in de Effenaar. Natuurlijk was ik daar bij, al was de aanblik van een halfgevulde zaal bij binnenkomst een beetje troosteloos. In het publiek trof ik tussen de brillen, wijkende haarlijnen en bierbuiken zelfs bezoekers in hoodies van Superdry of Jack & Jones. De jonkies waren op de vingers van een hand te tellen. Verontrustend. Ik moest denken aan wat de eigenaar van de lokale platenzaak eens tegen me had gezegd toen ik vroeg waarom ie geen lp’s van Elephant had staan. ‘Dat soort muziek doet het hier nooit zo goed,’ sprak hij. Ik hoorde minachting in zijn stem, dedain voor de smaakvolle grachtengordelgitaarmuziek van die Excelsior-bandjes als Johan, Elephant en Daryll-Ann.

Gelukkig was de sfeer bij Daryll-Ann dit keer wel goed. Zanger Paulusma maakte grapjes over PSV (dat deed Jacob de Greeuw van Johan vorig jaar ook. Blijkbaar is voetbal het enige waar die smaakvolle grachtengordelgitaarbandjes over kunnen praten als ze in Eindhoven zijn), en droeg When War Is On op ‘aan die pannenkoek in Amerika’. De band deed een rijke greep uit het oeuvre, ook Tools R Us werd gespeeld, en bij Summerdaze kreeg ik zelfs tranen in m’n ogen. Paulusma was oud geworden. Soldaat was nog altijd lang en mager, maar nu getooid met een egaal grijze coupe. Hij werd afgelopen week zestig. Ik genoot van z’n gitaarspel, hoe hij met mooie gitaarsolootjes strooide. Stikjaloers keek ik naar die vingers, hoe ze over de gitaarhals gleden alsof het geen moeite kostte. Voor mij is hij de beste gitarist van Nederland.

Maar als ik de liedjes Riverside, Money or Love, When You Cry en Surely Justice van Happy Traum hoorde, was ik weer terug in 2000, op die Pakjesavond bij m’n vriendin. Ik dacht aan haar depressie, en dat ik te bleu en te groen was om daar mee om te gaan. Toen het uit ging werd ik verscheurd door tegenstrijdige gevoelens. Ik was opgelucht dat het uit was. En ik voelde me schuldig. Ik was zo graag de witte ridder op het knappe paard geweest die haar zou redden. Hoe naïef. Sindsdien heb ik de titel Happy Traum, en de songtekst van Tools R Us, bittere ironie gevonden.

En ik dacht aan de vriend met wie ik Daryll-Ann had gezien in Nijmegen. Nooit meer trof ik iemand met wie ik zo ontzettend kon lachen. Die hetzelfde ontregelende gevoel voor humor had, en die me meteen begreep. Toen hij een relatie kreeg verwaterde het contact. Dat tijd alle wonden heelt, is een leugen. Het slaat vooral gaten. Bij Daryll-Ann zijn herinneringen van diamant, bij mij zijn ze roestig. Naar een concert gaan van een jeugdliefde stemt melancholiek.

Na afloop wilde ik bij de merchandise Renko, de eerste lp van Daryll-Ann kopen. Maar het laatste exemplaar werd voor m’n neus weggekaapt. Ik mopperde tegen de jongen die de verkoop deed dat ik die plaat had willen kopen en dat de man die de lp had gekocht was voorgedrongen. Boos over het onrecht dat me was aangedaan foeterde ik terwijl ik naar huis liep tegen mezelf dat ik beter Daryll-Ann Weeps nog eens kon opzetten. Daar kan toch niks aan tippen.

Toen dacht ik aan de regels van Trip The Stairs, dat op Happy Traum staat:

When will I get older
I’m hardly any wiser

This entry was posted in Eindhoven, Muziek, Uncategorized and tagged , . Bookmark the permalink.