Vliegende non

Flying Nun Records bestaat dertig jaar. En ook al is die periode met de nodige horten en stoten voorbij geschoten, het is voor het vermaarde Nieuw-Zeelandse platenlabel een goede reden om een compilatie uit te brengen: Tally Ho! Flying Nun’s Greatest Bits. Het is een dubbel-cd, eentje met de grootste ‘hits’ van het platenlabel en eentje met obscure opnames: onbekend gebleven bands of b-kantjes. Samen geven ze een mooi beeld van wat het label zo beroemd heeft gemaakt.

Dat het label gedurende de jaren tachtig beroemd werd, mag een wonder heten. Het succes is te danken aan de muziekscene van Dunedin, universiteitsstad op het Zuidereiland van Nieuw-Zeeland. Een geïsoleerd gelegen plaats die niet bepaald op het tourschema van een band ligt. Zoals de Britse singer-songwriter Billy Bragg ooit schreef: ‘de enige reden voor een artiest om in Dunedin te komen is als je een optreden op de Zuidpool hebt gepland.’ Bragg gaat zelfs zover om te stellen dat Dunedin ‘de meest eenzame stad op aarde’ is. Niet dat het geen charmante plaats is; het heeft een prachtig treinstation, een merkwaardig achthoekig plein als stadscentrum en het is in het bezit van de steilste straat ter wereld: Baldwin Street.

Muzikaal lijdt Dunedin aan het ‘IJsland syndroom.’ Je woont in een stad met amper honderdduizend inwoners, in een land met vier miljoen inwoners die zich voornamelijk bezig houden met schapen hoeden en rugby spelen. En dat land bevindt zich dan ook nog in de verst denkbare uithoek van de wereld. No way dat je van het maken van muziek je fulltime baan kan maken, dus waarom zou je dan ook proberen om commercieel te willen klinken? Laat de radiostations maar Amerikaanse en Britse muziek draaien; de bands uit Dunedin spelen hun eigen favoriete muziek. Bandjes met fijne, lekker nerdy klinkende namen als The Verlaines en The Bats spelen voor elkaar en met elkaar en na verloop van tijd ontstaat er zelfs een eigen stijl: de Dunedin Sound. Inspiratie wordt gehaald uit de muziek van bands als The Beatles, The Byrds, Love, The Beach Boys, The Velvet Underground, The Rolling Stones en het vroege, psychedelische werk van Pink Floyd. En literaire teksten, al dan niet geïnspireerd door Bob Dylan en Leonard Cohen, zijn een pre; The Verlaines-frontman Graeme Downes zingt in Death and the Maiden regels als ‘you’ll only end up like Rimbaud, be shot by Verlaine.’

Er ontstaat een buzz als een muziekliefhebber uit Christchurch, Roger Shepherd, zich met de bands gaat bemoeien. Met behulp van de lokale muzieknerd Chris Knox worden op viersporenrecorder opnames gemaakt waar zowaar een publiek voor te vinden is. Shepherd richt Flying Nun Records op en brengt wat singles uit, zoals de debuutsingle van The Clean, Tally Ho!, en compilaties met andere lokale bands als Sneaky Feelings, The Chills en Tall Dwarfs, Knox’ eigen band. Het is liefdewerk oud papier; hoesjes worden door vrienden gestencild, geplakt en rondgebracht en aanvankelijk reikt de distributie niet verder dan Christchurch en Dunedin. Of, zoals Shepherd zelf schrijft, in de liner notes van de compilatie:

‘Four million people living at the wrong end of the world might be great news in a nuclear Armageddon scenario (which felt likely in 1981) but makes it difficult for any business requiring some sort of scale to flourish.’

Flying Nun Records weet echter te floreren. Dankzij de interesse die er is vanuit het buitenland. En dan betreft het niet enkel Australië, maar ook in Europa en de Verenigde Staten is er belangstelling. En beperkt die interesse zich in eerste instantie tot enkele bestellingen per post, de distributie wordt geprofessionaliseerd en er wordt samengewerkt met internationale platenlabels. Intussen blijft de scene eigenwijs als altijd; de broers David en Hamish Kilgour van het toch al belabberd klinkende The Clean ontbinden die band en gaan met nieuwe band The Great Unwashed muziek maken die zo mogelijk nog rommeliger klinkt. Hetzelfde geldt voor ‘girl group’ Look Blue Go Purple die na enkele goed ontvangen EP’s al uit elkaar valt.

Maar de Dunedin Sound van het label is van grote invloed op alternatieve gitaarbands elders in de wereld. Wat daarbij vooral helpt, is dat de stijl van de bands simpelweg reuze hip is; die sluit vrijwel naadloos aan bij die van de Paisley Underground uit Californië en de Britse C86-scene, maar is net even wat eigenwijzer. Amerikaanse groepen als Pavement, Yo La Tengo, Guided By Voices en Galaxie 500 en Britse bands als The Wedding Present, The Pastels en The House of Love worden geïnspireerd door de DIY-houding van de bands en de typische lo-fi opnames van Knox.

Andersom krijgen Nieuw-Zeelandse bands voorzichtig elders in de wereld voet aan de grond. The Chills, geesteskind van Martin Phillips, is daarbij de groep met de meeste kans op internationaal succes. Was hij niet in Nieuw-Zeeland, maar in de Verenigde Staten geboren, dan was Phillips zonder meer uitgegroeid tot de nieuwe Brian Wilson, aldus de fans. Maar zijn band wordt achtervolgd door pech; The Chills-drummer en Phillips’ boezemvriend Martyn Bell overlijdt aan leukemie, na elk album en bijhorende wereldtournee vertrekt vrijwel de volledige begeleidingsband en de songschrijver zelf lijdt als gevolg van een jarenlange drugsverslaving aan hepatitis. Wat de groep echter uitbrengt heeft een tijdloze kwaliteit; de vervreemdende doorbraaksingle Pink Frost, het aan Bell opgedragen I Love My Leather Jacket en het o zo toepasselijk getitelde Heavenly Pop Hit: het zijn klassieke popsongs.

Laatstgenoemde single stamt uit 1990, als Flying Nun Records door de gestaag groeiende inkomsten zowaar in staat is om uitstekend klinkende opnames uit te brengen. Het zorgt er voor dat de platenmaatschappij in 1994 zelfs een Nieuw-Zeelandse nr. 1 hit scoort: Headless Chickens bereikt met George de bovenste plek in de plaatselijke hitlijsten. Het is een voor het label atypisch klinkende single, meer Amerikaans klinkend dan de andere bands die Flying Nun Records voort brengt. Achteraf bezien is het een keerpunt gebleken. Bands uit de jaren tachtig houden het voor gezien en het label gaat de horizon verbreden met bands als The Phoenix Foundation en The Mint Chicks, groepen die niet bepaald met de typische Dunedin Sound verbonden zijn, maar wel het eigenzinnige karakter van het label onderschrijven. Tegelijkertijd is het veelzeggend dat van de veertig tracks op Tally Ho! Flying Nun’s Greatest Bits de helft uit de jaren tachtig stamt; het is die typische sound die het label definieert.

Shepherd verlaat in 1999 de muziekindustrie en zweert op dat moment er nooit meer iets mee te maken te willen hebben. Zijn geliefde Flying Nun Records verandert daarna meerdere malen van eigenaar totdat Shepherd het label in 2009 ‘voor een onbekend bedrag’ terugkoopt. Niet enkel om de back catalogue van het label door middel van sjieke heruitgaven commercieel uit te melken, maar ook om nieuwe bands te tekenen. En het mooie is, tegenwoordig is er een wereldwijde afzetmarkt voor muziek van Nieuw-Zeelandse bodem. Zoals Shepherd het zelf stelt:

‘Today the music business looks to export its creativity rather than import it as it did in 1981.’

Zijn optimisme lijkt vreemd, in het huidige tijdsgewricht waarin platenmolochs het hoofd nauwelijks boven water weet te houden. Maar tegelijkertijd floreren kleine labels als nooit tevoren. Kleine platenmaatschappijtjes als Domino, Bella Union, Secretly Canadian en, als we het dichter bij huis zoeken, het Nederlandse Excelsior Recordings, houden stand. Omdat ze het gewend zijn op kleine schaal te opereren, maar bovenal dankzij een grote schare fans die altijd geïnteresseerd is in releases van de labels, uitgaven die per definitie van hoge kwaliteit zijn. En de voornaamste reden waarom de eigenaren de muziekindustrie in zijn gegaan is uit liefde voor de muziek, niet om er per se schatrijk van te worden.

Shepherd mag de toekomst dan rooskleurig inzien, wat echter ook anno 2012 is gebleven, is de gebrekkige distributie. Ik bestelde Tally Ho! Flying Nun’s Greatest Bits begin februari. Pas gisteren zat de dubbel-cd in de post. Sommige dingen veranderen nooit.

This entry was posted in Muziek and tagged , . Bookmark the permalink.

2 Responses to Vliegende non

  1. Paul says:

    Leuk, (meer) aandacht voor m’n favo label. Tally Ho! (PS –
    Meer aandacht ook op mijn blog)

  2. Guidje says:

    Ik heb je blog bekeken, je weet er veel meer vanaf dan ik, zo te lezen! Later deze week op KindaMuzik waarschijnlijk de Kiwimix: (ongeveer) twintig tracks van bands en artiesten afkomstig uit Nieuw-Zeeland. Met de bekendere namen van Flying Nun Records (The Verlaines, The Jean-Paul Sartre Experience, The Chills), maar ook groepen als The Human Instinct, Dragon en Mi-Sex. Je zal op Facebook wel de link voorbij zien komen. 🙂

Comments are closed.