Betonblok met pretenties.
‘Weet je wat jij moet doen? Jij moet wat vaker naar de Effenaar gaan.’ De kapper wees indringend met z’n schaar naar me toen hij het zei. Terwijl ik in de kappersstoel plaatsnam vertelde ik dat ik inderdaad recentelijk niet meer bij het Eindhovense poppodium was geweest. Hij verklaarde zich nader. ‘In de krant staat dat het slecht gaat. Er komen te weinig bezoekers en ze hebben een schuld van een paar ton.’ Ik reageerde cynisch: ‘goh, dat is een verrassing. Met die programmering en in dat saaie betonblok.’ De kapper knikte instemmend. Hij pakte het programma van de Effenaar dat bij hem op de toonbank ligt erbij. ‘Kijk nou eens naar wat er komt. Niks fatsoenlijks. Ja, gisteren The Presidents Of The United States of America.’ ‘En die waren vijftien jaar geleden hip,’ voegde ik toe. ‘Wat? Zei je vijftien jaar?’ Ik kon uit zijn opmerking niet opmaken of hij vijftien jaar een te globale schatting vond of dat hij simpelweg nog nooit van The Presidents of the United States of America, begin jaren negentig een cultband die altijd wel te porren is voor een showtje hier of daar, had gehoord. Toen Pinkpop in 2005 hun beruchte desastreuze editie doormaakte wilde dit groepje lolbroeken nog wel het podium betreden.
Toegegeven, ik en de Effenaar zijn gebrouilleerd. Dat is anderhalf jaar geleden ontstaan om redenen waarover ik hier niet teveel zal uitweiden. Laten we het gezellig houden. Maar ik heb toen gezworen er nooit meer een stap binnen te zetten. Dat is niet geheel gelukt; een keer won ik vrijkaartjes, een andere keer moest ik recenseren en mijn huidige werkgever vond het nodig om het personeelsfeestje in de karakterloze betonkolos te organiseren. Maar alle keren heb ik me aan mijn voornemen gehouden er geen cent uit te geven. Daarbij, als ik er kom voel ik me er toch niet prettig. De Effenaar is mijn podium niet meer. Noem me rancuneus, maar ik heb wel principes. Er is dus sprake van enig leedvermaak als ik hoor dat het slecht gaat met de Effenaar, al kwam dat nieuws niet als een verrassing.
Mijn kapper is niet de typische knipnicht die je in televisieseries ziet maar nogal een rockliefhebber. Een paar maanden geleden kwam ik ‘m nog tegen, toen Morrissey in het Muziekgebouw optrad. Wie z’n zaak binnenkomt vindt op de leestafel tijdschriften als Aardschok, Rockzone en OOR. En het Effenaar jubileumboek Memories Can’t Wait. Dat boek is een merkwaardig geval; het is heel mooi vormgegeven maar valt na een paar keer bladeren uit elkaar. Het is geschreven door een journalist van het Eindhovens Dagblad, enige incestueuze connecties zijn binnen de lokale cultuurwereld niet vreemd, en bevat verslagen en foto’s van alle belangrijke concerten die er ooit hebben plaatsgevonden. Blijkbaar heeft er tussen 1995 en 2005 niemand opgetreden, want die periode is overgeslagen. Dat is juist de tijd dat ik het podium begon te ontdekken en de makers vonden concerten van gerenommeerde artiesten als 16 Horsepower, eels, The Veils, Grandaddy, The Datsuns, Sick Of It All, Godspeed You Black Emperor!, Flogging Molly, Nada Surf en The Von Bondies niet de moeite waard om te vermelden. Onterecht. Ik kan het weten, want ik was erbij.
Bij de Effenaar zullen ze met gemengde gevoelens aan die periode terugdenken. Het was de tijd dat het poppodium met de gemeente in de clinch lag. Het management wilde een groter podium, de gemeente zag daar geen brood in en stelde na verloop van tijd uit arren moede voor om de Effenaar dan maar naar Strijp-S te laten verhuizen. Aangezien dat toch hét culturele broeinest van Eindhoven moest gaan worden, kon daar best wel een poppodium bij.
Dat werd het management te gortig en op de avond dat de raadsvergadering op het programma stond waar over de toekomst van de Effenaar werd besloten, werd een manifestatie georganiseerd op het Stadhuisplein. Alle belangrijke Eindhovense bands betraden het podium, zelfs Theo Maassen kwam een conference van tien minuten houden. Het Stadhuisplein stond vol met verontwaardigde Effenaargangers. Ik stond erbij en hoopte dat het zou lukken. Maar ik hoorde ook de andere kant van het verhaal. Dat van krakerscentrum 2B, dat in het pand naast de oude Effenaar zat. Het was een broeinest van creativiteit en bezat een gave concertzaal die twee keer de capaciteit van de oude zaal omvatte, compleet met socialistische muurschilderingen. Waarom niet deze zaal opknappen en als grote zaal gebruiken? Het oogde een stuk stoerder en sfeervoller dan een nieuw podium ooit zou kunnen zijn.
Ik denk dat het voor de leiding van de Effenaar sowieso onbespreekbaar was. Ze zetten de hakken in het zand en kregen hun zin. De oude Effenaar werd gesloopt, ook 2B moest het veld ruimen (op de plek waar het krakerscentrum stond ligt nu een uit de kluiten gewassen vijver) en er werd een enorme betonkolos uit de grond gestampt. De eerste tekenen waren indertijd hoopgevend. Nu zouden de grote bands wel naar Eindhoven komen. Paradiso, eat your heart out.
Wie in dat sentiment geloofde, moet op z’n minst hopeloos naïef zijn geweest. Want bands komen niet naast een optreden in Paradiso ook nog in Eindhoven optreden. Die doen een show in Amsterdam en reizen daarna, al dan niet apestoned, door naar België of Duitsland. Als ze al een tweede optreden in Nederland geven dan doen ze dat in de Tivoli in Utrecht, of in de Tilburgse 013. De enige ‘grote’ artiesten in de Effenaar komen uit de metal (al denkt mijn kapper daar anders over, die mopperde dat er wat hem betreft wel meer metal mocht komen). Zelfs de kleine zaal weten ze bij het poppodium niet vol te krijgen en dat is vreemd. Dat grote bands niet naar de grote zaal komen: soit. Maar vorig jaar zag ik Noah and the Whale en Cloud Control in de Doornroosje in Nijmegen. Beide bands deden indertijd een clubtournee en hadden prima in de Effenaar gekund. Waarom stonden ze er niet?
Het antwoord is simpel: de Effenaar is verworden tot een saaie muziekfabriek met een risicoloze programmering en een sfeerloze grote zaal die voor het grootste deel van de maand leeg staat. Als er al een optreden plaatsvindt, dan is dat een artiest van eigen bodem die sowieso een uitgebreide clubtournee doet en de oude Effenaar waarschijnlijk ook prima had gevonden. Leuk, maar persoonlijk zit ik niet te wachten op optredens van Alain Clark, Waylon of Krystl. Met de nieuwe Effenaar is een belofte gewekt die tot op de dag van vandaag niet is ingelost. De enige écht interessante bands die naar het podium komen, spelen in de kleine zaal.
Er komen wel degelijk grote namen naar Eindhoven, alleen treden die niet op in de grote zaal van de Effenaar. Ze wijken uit naar Muziekgebouw Frits Philips, zoals The National of Sufjan Stevens, of treden op in het Klokgebouw. In de ruimte die – o ironie – ooit door de gemeenteraad was voorgesteld als nieuwe locatie van de Effenaar. Nu worden daar elke maand een paar concerten georganiseerd van groepen als The Black Keys, Flogging Molly en de Dropkick Murphys. Het is de ultieme melkkoe van Live Nation: eten en drinken wordt verkocht tegen woekerprijzen en voor vijf euro kan je een kluisje huren om je jas in op te bergen.
Maar met het nieuwe gebouw heeft de professionalisering toegeslagen bij de Effenaar. Ik denk dat ze het zelf liever ‘professionele distantie’ noemen, maar de ongedwongen sfeer is verdwenen. Daarom heeft het management van de Effenaar tegenwoordig een bezoekerspanel nodig om te weten wat er onder de bezoekers leeft. Ik denk dat de uitkomst van dat panel – ik heb er indertijd aan meegedaan – in een diepe la is opgeborgen. Want menig bezoeker gaf aan graag grotere namen in de Effenaar te zien. Een verzoek waar het podium niet aan kan voldoen. Ja, heel soms weet het management een exclusieve show te regelen, zoals een half jaar geleden met The Drums. Wel jammer dat de groep zo’n ongeïnspireerde indruk maakte. Ze hadden zelf liever in Amsterdam gespeeld.
Nu heeft de Effenaar dus financiële problemen. Ze zijn niet dramatisch groot en volgens het management vooral een gevolg van een door de gemeente opgelegde fikse huurverhoging. Maar met de schaalvergroting van de afgelopen jaren heeft het podium iets heel wezenlijks weggegooid: draagvlak en goodwill onder de Eindhovense bevolking. Als het écht misgaat, zou de Effenaar dan opnieuw het Stadhuisplein vol weten te krijgen?
Guido heeft gesproken!
Inderdaad. 🙂
Maar het is wel treurig, hoe elke grote stad een gigantisch poppodium wil, zonder er rekening mee te houden of er wel voldoende acts zijn om de programmering vol te krijgen. En of er wel voldoende bezoekers op af komen. Ik denk dat de Effenaar het best wel gaat redden, maar je vraagt je toch af of het niet foute boel is, een zaal die zo vaak leeg staat en een idiote overhead; alleen de pr-afdeling bestaat al uit drie of vier man.
Ik geef je helemaal gelijk hoor.