Balkanbal

In 1999 werd Jan Rot benaderd of hij de tekst wilde schrijven voor een liedje voor het Nationaal Songfestival. Hij kwam op de proppen met E-Mail To Berlin. Jaren later vertelde Rot dat hij op de avond dat Double Date het liedje ging zingen stomverbaasd voor de televisie zat: ‘ze bleken helemaal niet te kunnen zingen!’ Jarenlang heeft Double Date symbool gestaan voor alles wat slecht is aan het Eurovisie Songfestival. Onterecht, want het duo eindigde indertijd roemloos onderaan (al werd ze na afloop van hun optreden direct een platencontract aangeboden).

Ik moest donderdagavond aan de anekdote van Rot terugdenken toen ik Joan Franka zag optreden in Bakoe. ‘Hebben we een niet onaardig liedje, blijkt ze niet te kunnen zingen.’ Natuurlijk ging Nederland niet door, al bleef TROS-presentator Daniël Dekker hoop houden tot aan de laatste envelop die open werd gemaakt: ‘dan gaat het nu nog tussen Nederland en Turkije.’ Nederland werd vijftiende. De arrogantie van Dekker is hilarisch en na de uitschakeling van Franka werd geheel volgens goed gebruik de schuld bij de andere landen wordt gelegd: het festival is vriendjespolitiek (ja, gedeeltelijk), alle landen stemmen op elkaar (dat is het hele idee achter het Eurovisie Songfestival) en we moeten er mee stoppen want het kost handen vol geld. Geen enkele zelfreflectie dat het liedje weliswaar aardig was, maar dat de instelling vanaf de selectie van Franka altijd al ‘als we maar een keertje door de halve finale komen’ was. Wat is dat voor een defaitistische houding? Je doet toch ergens aan mee om te winnen?

Om maar bij onze eigen inzending te beginnen: het was simpelweg niet goed. Franka zong niet zuiver, sterker nog, ik geloof niet dat er een stukje in de drie minuten durende lijdensweg zat waarin ze langer dan tien seconden toon hield. Dat werd pijnlijk duidelijk in het overzicht aan het einde van de avond, als alle achttien liedjes nog een keer voorbijkomen: het lukte de regie niet om een stukje te vinden waarin ze wél even zuiver zong. Het liedje zelf was aardig en had met een betere zangeres misschien net een kans gemaakt om door de halve finale te komen (om in de finale alsnog roemloos onderaan te eindigen). Maar dan de act. Een act is meer dan enkel een indianentooi opzetten. In Nederland heeft inmiddels een redelijk deel van de kijkers door dat ze die draagt omdat ze als kind indiaantje speelde met een vriendje, maar dat achtergrondverhaal heeft de rest van Europa niet. Die zien gewoon een meisje dat als een bang konijntje in de koplampen van een auto in de camera kijkt en verbaasd en niet al te toonvast wat woordjes stamelt over ‘you and me.’

Dat het optreden op een fiasco kon uitlopen realiseerde TROS-directeur Peter Kuipers zich wel degelijk, getuige een artikel in NRC Handelsblad van vrijdagavond:

‘Verder vond Kuipers het belangrijk om de tv-commentatoren van andere landen bij te praten. Kuipers: “Zij vertellen het verhaal bij het liedje, dus via hen kun je tot de stemmende kijkers spreken. Bij hen hebben we twee dingen benadrukt: het verhaal van de hoofdtooi: dat het liedje gaat over een jeugdliefde en dat ze vroeger met hem indiaantje speelde. Die was belangrijk, want dat beeld blijft hangen, hoopten we.”‘

Ik moest denken aan Alexander Rybak, de dwerg die in 2009 namens Noorwegen met overmacht het festival won. Toen hem werd gevraagd of hij dacht dat Nederland de finale zou halen antwoordde hij van wel, mits Franka haar tooi zou thuislaten. Al is het wat makkelijk, er zit een kern van waarheid in. Omdat het afleidt van het liedje en niet goed is nagedacht over het totaalplaatje. En een goede act hoeft niet eens zoveel toeters en bellen te hebben. Vorig jaar hoorde ik het liedje van Jedward en ik vond het aardig. Maar live spatte het van het beeldscherm, mede dankzij de geweldige graphics op de achtergrond die eraan bijdroegen dat het liedje naar een hoger plan werd getild.

Wat we in Nederland eens moeten snappen is dat het ‘typische Songfestivalliedje’ al jaren geleden passé was. De tijd dat je een zangeres van het kaliber Esther Hart of Edsilia naar het festival kon sturen met een vrolijk popdeuntje is nu echt voorbij. Je moet nadenken over een goede producer, een goed liedje, een sterke zanger(es) en een topact. En dat laatste hoeft echt geen trommelende oma of een zangeres in berenvellen te zijn (ja, ze waren de afgelopen jaren te zien op het festival), maar wel iets meer dan het opzetten van een indianentooi en wat olijk kijkende muzikanten in de achtergrond.

Het grootste probleem van Nederland is dat het festival sinds de jaren negentig in het b-artiestencircuit terecht is gekomen. Het wereldje van de schnabbelaars. Marlayne, Sieneke, Re-Union, Glennis Grace: het zijn vast allemaal heel aardige mensen, het zijn echter geen aansprekende namen. En dan het liedje. Dat werd of door de artiest zelf geschreven, of gecomponeerd door schrijvers uit hetzelfde wereldje. Opnieuw, vast heel aardige mensen, bekwaam ook, maar ze hebben niet bepaald een trits nr. 1 hits achter hun naam staan. Over een producer is de afgelopen jaren niet eens nagedacht. En dan te bedenken dat Nederland op het gebied van het produceren van dance wereldwijd toonaangevend is: Armin van Buuren, Ferry Corsten, DJ Tiesto, AfroJack – ik zag afgelopen week zelfs nog een 14-jarige jochie bij De Wereld Draait Door voorbijkomen die dance produceert: is het dan zo moeilijk om met een goede productie op de proppen te komen? Als het sterk genoeg is, doet de uitvoerende artiest er niet eens toe. Al zit je dan fout bij de TROS met hun hoge ‘de grootste familie van Nederland’ gehalte.

Eerder deze week zei ik tegen een medequizzer dat het Eurovisie Songfestival uit de klauwen van die omroep moet worden gered. Ik vind dat de VPRO het namens Nederland zou moeten organiseren. Hij dacht dat ik een grap maakte, maar ik meen het wel degelijk. En daar ik vrij zeker weet dat ze bij de VPRO hun neus ophalen voor het festival zijn de AVRO en de VARA ook redelijke alternatieven. Omdat het omroepen zijn die iets meer feeling hebben met wat er op hitgebied gaande is en verder kijken dan waar de gemeentegrenzen van Volendam ophouden.

Natuurlijk, vriendjespolitiek speelt bij het Eurovisie Songfestival een rol. Dat is altijd zo geweest en zal altijd zo blijven. Je kan de traditionele machtsblokken in Europa mooi uittekenen: de Scandinavische landen, de voormalige Sovjet-republieken, de Baltische staten, de landen uit het voormalig Joegoslavië en (het meest beruchte voorbeeld) Cyprus en Griekenland. Ja, ze stemmen allemaal op elkaar. Maar is dat omdat de inwoners van het ene land de inwoners van het andere land zo aardig vinden? Dat zou mooi zijn, dat de inwoners op de Balkan na elkaar jarenlang naar het leven te hebben gestaan nu liefdevol op elkaars inzending stemmen. Nee, de reden is veel simpeler: ze kennen de artiesten. De Macedonische zangeres Kaliopi heeft tientallen prijzen gewonnen en was in de jaren tachtig al beroemd in heel Joegoslavië. Loreens Euphoria staat op dit moment al hoog in de hitlijsten van Noorwegen, België, Israël, Finland, Litouwen en Estland. En Ierland heeft het helemaal slim aangepakt: hun Jedward deed vorig jaar mee, was op dat moment enkel bekend op de Britse eilanden, maar sinds hun optreden op het Songfestival zijn ze beroemd in heel Europa. Dit jaar deden ze daarom opnieuw mee, al waren liedje en act een stuk minder sterk.

Ja, inderdaad stemmen landen op elkaar en dat gebeurt vooral volgens de traditionele machtsblokken zoals ik die hierboven noemde. En zo kan het dus gebeuren dat Macedonië in acht jaar tijd zes keer als negende of tiende door de halve finale wist te komen, met dank aan de punten van de directe buurlanden die net het verschil weten te maken. En dat Nederland niet tot zo’n machtsblok behoort is een groot nadeel en dus kan het voorkomen dat ‘we’ hierdoor incidenteel een finaleplaats mislopen. Maar daarin staan we niet alleen. Portugal, Hongarije, Polen, Zwitserland, België: allemaal hebben ze hier last van, maar toch is het die landen de afgelopen jaren een aantal keren gelukt door de halve finale te komen.

Tot slot. Dat het festival klauwen vol geld kost valt reuze mee, zo viel te lezen in NRC Handelsblad:

‘En wat kost dat nou? Volgens Kuipers kost het festival Nederland 3,5 ton euro. Daarvan gaat 2,5 ton euro als contributie naar de Europese koepelorganisatie EBU, die het festival organiseert. Die 2,5 ton krijgt de TROS trouwens van koepelorganisatie NPO. Daar legt de omroep zelf nog een ton bij voor reis- en verblijfkosten van de zangeres en de TROS-entourage. “Volgend jaar kunnen we die ton eigen geld niet meer opbrengen, dus we willen het alleen organiseren als de NPO zijn bijdrage verhoogt. Van die 3,5 ton maken wij acht uur televisie, anderhalf uur reality-soap erbij, en vijftien uur radio. Dus eigenlijk is het goedkoop.’

Woordspelingen dat het Eurovisie Songfestival eigenlijk maar een goedkoop feestje is daargelaten is het inderdaad weinig geld. Reden te meer om dus wat meer geld in een goede inzending te steken dan het ton waarmee de TROS aan komt zetten. Je kan cynisch doen over Azerbeidzjan en dat het land van geen kanten deugt, het heeft de afgelopen jaren wel met miljoenen manats gesmeten omdat het per se wilde winnen. En ook Zweden spendeert jaarlijks tonnen om met een goede act voor de dag te komen. Kom daar in Nederland eens om met de traditionele kruideniersmentaliteit: we willen van alles, maar het mag niks kosten. Met een budget van een ton was het optreden van Franka al vooraf gedoemd te mislukken.

Toen in 2010 Zweden niet door de halve finale heen kwam, was het land in nationale rouw. Onmogelijk dat Zweden, het land dat artiesten als ABBA, Roxette, The Cardigans, Robyn, Neneh Cherry, Ace Of Base en tientallen andere succesvolle acts heeft voortgebracht de finale niet haalt. En dus werd het jaar erop een tandje bij geschakeld: Zweden werd derde. Dit jaar wonnen ze met overmacht.

Zolang Nederland niet minstens één keer serieus heeft geprobeerd om met een wereldact op de proppen te komen mag niemand beweren dat het aan ‘de andere landen’ ligt dat ‘we’ niet door de halve finale komen.

This entry was posted in Muziek and tagged , . Bookmark the permalink.

One Response to Balkanbal

  1. Jaap says:

    Ik ben het gedeeltelijk met je verhaal eens:

    1. óf je doet wat jij voorstelt, je gooit er een ton extra tegenaan en neemt mensen in dienst die wél weten waar ze het over hebben (een goede liedjesschrijver, een zanger(es) met een cv waar je je niet voor hoeft te schamen, iemand die een goede act bij het liedje bedenkt, noem maar op) en dan loop je het risico de finale te halen of ‘m zelfs een keer te winnen. Krijgen we dat hele circus hier. Wil je dat ?

    2. óf je trekt de stekker er uit, laat Oost-Europa lekker z’n feestje bouwen en ga je jaarlijks ergeren aan de punten die aan buurlanden worden gegeven. Zoals we nu ook doen, maar dan zonder de jaarlijkse afgang van de Nederlandse inzending. Want dat het de laatste jaren niet best was (“Vrede” was de laatste goede inzending, durf ik hier te beweren), daar zijn we het wel over eens.

    Over mijn punt 1 kan ik kort zijn: de tijd dat Nederland het Songfestival kon winnen is voorbij. “Wij” zullen dat festival nooit meer winnen.
    Ik neem Turkije als voorbeeld: veel Turken in verschillende landen stemmen – ongezien – op de Turkse inzending. Zelfs toen er een half-ontblote dame die niet kon zingen op het podium stond haalde Turkije de top 10 in de finale. Het maakt niet uit wat je doet, het maakt uit wie je buren zijn.

    Als je meedoet doe je mee om te winnen. Is dat – door dit soort omstandigheden – niet mogelijk: stekker er uit, niet meer meedoen.

Comments are closed.