T-shirt 
zondag, augustus 15, 2010, 08:44 PM


Op de groei gekocht.

Vandaag regende het vanaf 16.00 uur op Folkwoods en is het ook niet meer opgehouden (op het moment regent het er nog steeds). Foto's maken is er dus niet bij, ook al had ie z'n digitale camera wel meegenomen, maar Guidje had al meer dan voldoende wazige foto's in een te slecht verlichte tent. Het alternatief was een verregend festivalterrein. Niet dat het de pret mocht drukken; de sfeer was nog altijd opperbest. Muzikaal was zondag wel duidelijk de mindere dag, daar kan ook de winnaar van de Grote Prijs singer-songwriter, Eefje niks aan doen. Ze heeft erg goede liedjes, allemaal in de Nederlandse taal gezongen en het publiek is erg enthousiast. Ze krijgt zelfs na afloop een staande ovatie en móet een toegift doen, al is het maar om presentator Gerard van Maasakkers een plezier te doen. Ze doet dat dan ook en het is altijd weer aandoenlijk om de winnaar van de Grote Prijs op Folkwoods op te zien treden, omdat men daar meteen voor een tent met vijfhonderd tot duizend man staat, in plaats van het handjevol publiek wat (in het begin van de carrière) gebruikelijk is. Ook JW Roy & Band zijn erg goed, maar wie in het Eindhovense live circuit wel eens een concertje meepikt, heeft hem waarschijnlijk al meerdere malen op zien treden, dus een echte meerwaarde geeft z'n optreden niet aan het festival.

Daarna begon het te regenen. Toch nog later dan verwacht, maar het was wel sneu voor het Duitse An Erminig dat vrolijke Bretonse feestmuziek speelt. Tegen die tijd zat Guidje in de grote tent alweer bij te kletsen met een vaste schare vrienden en hadden ze in elk geval een goed plekje om de lokale helden van Tinkers, Drinkers, Dreamers te zien spelen. Ierse folk maar met de nodige americana invloeden. Leuk, maar ook hier geldt weer: wie een beetje in het lokale live circuit rondkijkt, kent de groep al. Na afloop hoorde Guidje nog het begin van het leuke Franse Zef dat voor een almaar drassiger terrein stond te spelen. Ook jammer. Guidje ging nog even een Folkwoods T-shirt kopen in de kleinst denkbare maat. Voor goede vriendin Ilse, vaste Folkwoodsganger, maar dit keer thuisgebleven omdat ze twee weken geleden is bevallen van een prachtige dochter, Lynn. Volgend jaar zijn ze ongetwijfeld allebei wel bij en om die keer in elk geval goed beslagen ten ijs te komen, heeft Guidje alvast een T-shirt aangeschaft. Nog veel te groot natuurlijk, maar dan kan ze de komende jaren wel even vooruit (want als Guidje de verhalen moet geloven, heeft Lynn in de buik al aangetoond te beschikken over danstalent).



Lynn kan nog jaren vooruit.

Landerig 
zondag, augustus 15, 2010, 11:41 AM


Een wel heel landerige sfeer bij Philip Masure, Helen Flaherty en Siard de Jong.

Goed, de zaterdag was de zonnige van de twee dagen van het Folkwoods weekend. Met alle gevolgen vandien voor de optredens die in een nogal landerige en lome sfeer plaatsvonden. Het Vlaamse Yevgueni wil dolgraag in Nederland doorbreken en omdat de doorbraak in België via Dranouter is gegaan, is de hoop die doorbraak in Nederland te bewerkstelligen via Folkwoods. Dat Folkwoods vijf mater kleiner (en veel alternatiever) is dan Dranouter, vergeten we maar gemakshalve. Yevgueni verdient die doorbraak overigens wel. Muzikaal en tekstueel zit het stukken beter in elkaar dan de gemiddelde Nederlandstalige popgroep die wel veel airplay krijgt op 3FM of Radio 2. Guidje heeft maar een cd'tje gekocht; kan ie de groep een beetje gaan pluggen. Van Annemarieke Coenders & Wim Sebo had Guidje vooaf hooggespannen verwachtingen. Het komt door de bijzondere samenwerking; Coenders was ooit één helft van het vermaarde folkduo Ygdrassil, Sebo is afkomstig uit de avant-garde van de Groningse rockscene. Zij speelt gitaar en zingt, hij voegt daar via zijn elektronische drumkit geluiden en soundscapes aan toe. Het is het soort subtiliteit dat op cd beter werkt dan live, want in een rumoerige tent kwam het concert niet helemaal uit de verf, maar die liedjes die staan als een huis. Guidje hoorde zo al een paar prachtige hoogtepunten voorbij komen, zoals No Friend Of Mine, Sandman, Rain Coming Down en I'm A Whale. En dat album – dat pas afgelopen week uit de cd-fabriek is komen rollen – is ook geweldig. En wat heeft Coenders een waanzinnig mooie stem.

Hierna begon bij Guidje een beetje de landerigheid toe te slaan. Een balfolkgroep met meer dan twintig leden die als een soort orkest door het leven gaat, althans, zo staat het Vlaamse Transpiradansa! bekend, kan hem niet zo boeien, evenals het ongetwijfeld virtuoze gitaarspel bij de zigeunermuziek van de Paulus Schäfer Sinti Band en de folksupergroep bestaande uit Philip Masure, Helen Flaherty en Siard de Jong is Guidje iets te timide. Dan maar bijkletsen met de vele vrienden en bekenden die ie elk jaar tegenkomt, of toch maar weer even gaan kijken in de stand met tweedehands lp's (alhoewel, hij vond er ook een nieuwe lp met muziek uit jaren zeventig pornofilms, onder de geweldige titel Porno Groove met onder andere muziek uit een film met de titel The Beaver Hunter – kijk, daar doe je het voor !). In de grote tent speelt vervolgens ENE, een Zweeds trio dat gespecialiseerd is in het spelen van 'gammeldans.' Dat staat voor Zweedse traditionele dansmuziek (gespeeld op maar liefst twee nyckelharpa's!) zoals die tussen 1900 en 1930 erg populair was. Heel sfeervol, vrolijk en aandoenlijk en voor het podium wordt zelfs aan stijldansen gedaan. Guidje kijkt met een groepje vrienden toe bij de mengtafel. Een vriend van Diederick merkt op 'heej, daar voor het podium staat een dame alleen.' Guidje grapt: 'nou, stap er dan maar op af!' Wat de vriend vervolgens pardoes doet; een minuut later staat ie met de dame te dansen. Ze hebben 'm de rest van de avond niet meer teruggezien.



ENE, met maar liefst twee nyckelharpa's.

Buiten is het daarna nog feesten met het uit Cornwall afkomstige 3 Daft Monkeys. Bij het een poging wagen om een foto te maken (het is veel te donker, dus bijna alle foto's zijn bewogen; wat ie op z'n blog plaatst is wat nog enigszins gelukt is. Hij kan dan helemaal naar voren lopen met zijn digitale camera, maar daar is ie dan net even iets te verlegen voor) loopt ie nog bijna iemand omver. 'Ben je in de relaxmood?' vraagt Marcel. 'Nee, maar wel in de 'ik heb te weinig gegeten en een pint Kilkenny op mood.'' En de vermoeidheid slaat tegen twaalven ook wel toe. 3 Daft Monkeys komt overigens tot een abrupt einde als bij de toegift de stroom uitvalt; sneu voor alle fanatieke fans voor het podium. Handig voor Guidje zodat ie dan allicht op tijd naar de grote tent kan voor het optreden van het Occitaanse Lo Còr De La Plana. Het belooft een spektakel te worden en dat is het zeker. Vijf mannen, spelend op handdrums en tamboerijn en voorzien van ijzingwekkende samenzang met zanglijnen die mediterraan en oosters klinken (bij Lo Còr De La Plana heeft de tijd stilgestaan), weten ze een groot deel van de grote tent te betoveren. Hoogtepunt is als tegen het einde van het concert een lange rij van een paar honderd dansers voor het podium langs beweegt, de tent in gaat en aan de andere kant voor het podium weer uitkomt. Nummers duren soms bijna tien minuten en klinken ronduit spectaculair, al had Guidje dolgraag het a capella Fanfarneta (dat te beluisteren is op de My Space van de band) nog gehoord. Ze hebben het niet gespeeld. En cd's verkopen ze ook al niet. Dom, dom. Dan moet ie die maar via de site aanschaffen.



Spektakelstukje. En dat met een vrij rudimentair instrumentarium.

Folkwoods 
zaterdag, augustus 14, 2010, 11:16 AM


Donkere wolken boven het festivalterrein.

Gisteren is de elfde editie van Folkwoods van start gegaan. Gezellig zoals altijd, al laten de weergoden het momenteel nog een beetje afweten. Terwijl Guidje buiten de tent stond bij te kletsen met de vaste vriendenschare die elk jaar mee komt naar Folkwoods (en ook telkens weer uitgebreider wordt; wie eenmaal geweest is, is verslaafd), zag ie wel heel dikke wolken over het festivalterrein trekken. Dat ging een tijdje goed, maar net toen het enige concert op het buitenpodium aanving, begon het te regenen en dat heeft het heel dat optreden ook gedaan. Jammer, maar Guidje heeft zich in een tent met tweedehands lp's goed vermaakt met alle afgrijselijke albumhoezen die daar in de bakken stonden. Het laatste optreden dat Guidje zag, was van de Noord-Ierse groep Beoga. Het was bij dat optreden dat Guidje ook eindelijk z'n ouders (die ie maar es een keer had meegenomen maar op eigen gelegenheid naar Folkwoods waren gekomen) had gespot. Guidje's ouders zijn niet bepaald folkfans (al staan ergens op zolder wel wat lp's van Steeleye Span en Flairck), maar dan weten ze ook es waar ie elk jaar zo druk mee bezig is. Ook zij waren na het optreden van Beoga verkocht. Het was ook een erg goed concert, speels, vrolijk met een vingervlugge (top) bodhrán speler (Guidje's smam was op slag verkikkerd). Na afloop zelfs nog twee cd's gekocht en Guidje heeft eventjes Niamh Dunne, de violiste gesproken, omdat hij haar voor het programmaboekje had geïnterviewd. Vandaag een hoop leuks (muzikaal de interessantste dag), zondag wordt zwaar; de weersverwachtingen zijn abominabel. Hij moet er maar het beste van hopen, gezellig wordt het toch wel.





Het Noord-Ierse Beoga. Let op de bodhrán-speler.

Hammertime 
dinsdag, augustus 10, 2010, 04:13 PM


Stop! Hammertime!

Soms kan je ook de Belasting Telefoon een kanon afschieten. En op zo'n extreem rustig dagje (hij mocht zelfs twee uur eerder naar huis vanwege te weinig telefoontjes) wilde het vandaag dus gebeuren dat zijn collega lay-outer van de lokale internetkrant van de Belasting Telefoon in Eindhoven even bij Guidje langskwam om te kletsen. Omdat Guidje momenteel niet alleen voor die internetkrant schrijft, maar het komende nummer ook mag opmaken (ja mensen, Guidje's talenten zijn niet aan de collega's bij z'n uitzendbaantje voorbij gegaan) en te vragen of alles wel prima liep. Ja hoor, alles ging prima. Dan is het goed. Trouwens, nu ie er toch was, had Guidje al gehoord dat MC Hammer was overleden? Nee? Nouja, het bleek niet om dé MC Hammer (grootste hit: U Can't Touch This, verder bekend vanwege z'n extreem wijde broeken met extreem laag hangend kruis én een legendarisch optreden bij Oprah Winfrey waar ie kwam uithuilen omdat ie bijna failliet was (hij bleek nog een miljoen dollar op de bank te hebben staan)) te gaan maar een naamgenoot, aldus de HP De Tijd. Omdat Guidje het slechtste opinieblad van Nederland niet leest, was dit nieuwtje even langs 'm heen gegaan, maar nu was ie toch maar mooi weer even op de hoogte. Zoals z'n collega (die ook gevoel voor humor heeft; in de computermap die hij gebruikt voor de opmaak van de internetkrant heeft ie een map zitten met de naam Mieke Telkamp. Alle documenten waarvan ie zich afvraagt 'waarheen? Waarvoor?' worden daar naartoe verplaatst) al gortdroog opmerkte: 'het was bijna hammertime voor MC Hammer.'

Verkeerslicht 
maandag, augustus 9, 2010, 09:49 PM


Slim verkeerslicht. Met klok.

Guidje had deze verkeerslichten al eens in Amsterdam gezien maar sinds twee weken heeft Eindhoven er ook een paar, bij een drukke kruising vlakbij Huize Guidje. Handig, zodat je weet hoelang het duurt voordat het ding weer op groen springt. Kan je in de tussentijd eventjes je iPod tevoorschijn halen en een ander liedje zoeken, mocht je daar op dat moment behoefte aan hebben. Althans, dat dacht je. Want het probleem zit 'm erin dat Eindhoven, in tegenstelling tot Amsterdam, 'slimme' verkeerslichten heeft. Waar in Amsterdam elke verkeersstroom evenveel tijd krijgt en de klok dus gelijkmatig terugloopt, is daar bij de verkeerslichten in Eindhoven geen peil op te trekken. Het komt doordat die verkeerslichten in Eindhoven juist reageren op de verkeersstromen. Komen er ineens veel auto's vanuit een bepaalde richting, dan gaat dat verkeerslicht langer op groen. Het gevolg is dat de klok dan ook niet mooi gelijkmatig terugloopt, maar dat het tempo nogal wisselt: eerst tergend langzaam, dan weer gelijkmatig, dan weer langzaam en dan ineens pijlsnel. Leuk. Maar niet heus. Het enige wat uit de teller nu blijkt is dat een 'slim' verkeerslicht in de praktijk eigenlijk best dom is. Sterker nog, er zijn plekken in Eindhoven waar de verkeerslichten dermate hoogbegaafd zijn, dat je als fietser wel door rood móet rijden, anders sta je er een uur later nog (dit is geen overdrijving, wie over de Wolvendijk van Nuenen naar Eindhoven fietst en de Helmondweg wil oversteken kent het probleem). Een tellertje daar zou trouwens wél enorm grappig zijn. Filmpje van maken en op internet zetten. Kijken hoe snel het duurt voordat de gemeente dan van deze 'slimme' verkeerslichten af wil.

Blij 
zondag, augustus 8, 2010, 02:03 PM


Vanavond is de derde aflevering van Zomergasten van dit seizoen. Over of Jelle Brandt Corstius het goed doet zal Guidje het niet hebben. Nouja, heel kort dan, want in de eerste aflevering met Jan Marijnissen was er hier en daar wat wrevel tussen gastheer en geïnterviewde, maar vorige week, met Maarten 't Hart, heeft Guidje een zeer leuke avond gehad. 't Hart heeft humor, refereerde in het gesprek misschien iets teveel aan Brandt Corstius' vader, maar de fragmenten waren meestal erg interessant. Trouwens, welke zomergast zou er anders voor kiezen om een fragment over het doorkruipgedrag van stekelbaarsjes uit te zenden? En z'n tirade tegen de Nederlandse justitie ('dat gebefte geboefte') kwam onverwacht maar was recht uit het hart. Vanavond is Paulien Cornelisse te gast. Nu vond Guidje het boekje Taal Is Zeg Maar Echt Mijn Ding heel erg leuk, maar om haar nu op basis van dat ene boekje uit te nodigen? (Guidje dacht altijd dat je als zomergast toch wel enige staat van dienst moest hebben, maar nadat Henk Jan Smits es te gast is geweest is ie van dat idiote idee genezen.) Leuk of interessant zal het wel worden, want alleen de keuzefilm van Cornelisse is al briljant: Happiness van Todd Solondz. Guidje zag die film jaren geleden eens op Canvas toen ie er toevallig langs zapte en hij was verkocht. Een paar weken geleden zag hij de film opnieuw op een dvd-avondje en weer was het geweldig. Het viel 'm nu wel op dat de film nogal klinisch is, maar het blijft verder een enorm zwartgallige én tegelijkertijd enorm grappige film. Nee, Happiness dient niet letterlijk te worden genomen.

Indertijd had Guidje het begin gemist, dus een paar geweldige scènes aan het begin van de film, zoals die van een stelletje in een restaurant, had ie nog niet gezien, evenals één van de leukste dialogen uit de film: 'you know, people are always putting New Jersey down. None of my friends can believe I live here. But that's because they don't get it: I'm living in a state of irony.'

Japannertjes 
dinsdag, augustus 3, 2010, 05:31 PM


Als je honderdplussersfan bent, is Japan het ultieme walhalla. Volgens schattingen zou Japan zo'n veertigduizend honderdplussers tellen en in de Top 20 van officiëel erkende supercentenarians staan zeven Japannertjes. Het aantal van veertigduizend stokoude inwoners wordt echter steeds meer in twijfel getrokken getuige recente berichten over de oudste inwoner van Tokio (dus niet van Japan, zoals vorige week per abuis door de NOS werd gemeld, inderdaad, goed lezen blijft moeilijk) die niet 111 jaar oud zou zijn, maar vermoedelijk al jaren dood is. Vandaag was in het nieuws dat de oudste vrouw van Tokio vermoedelijk ook niet meer in leven is. Je vraagt je toch af waar ze bij de gemeentelijke overheid mee bezig zijn geweest in Japan, want als ze even op deze site hadden gekeken, dan hadden ze kunnen zien dat beide Tokionezen toch echt niet 'officieel erkend' zijn als stokoud mensje. Guidje bedoelt: 113? Dan denk je toch na verloop van tijd 'hmm, vreemd dat we daar nooit iets van horen.' En hoe lang had de familie van de 'oudste Tokionees' nog door willen gaan met het opstrijken van de pensioengelden? Tot haar 123ste? Of 130ste? Inmiddels is het hoogst twijfelachtig of Japan eigenlijk wel veertigduizend honderdplussers telt. Dat vraagt de Japanse overheid zich inmiddels ook af, getuige dit (erg geestige) zinnetje in het bericht: 'Japan gaat nu alle 40.000 100-plussers opsporen.'

Aanvulling: één op de duizend honderdjarigen bereikt de status van supercentenarian (dus ouder dan 110). Op het moment telt Japan twintig inwoners die 'officieel erkend' zijn als ouder dan 110 jaar. Dus óf die statistieken kloppen niet, óf Japannertjes leggen vaker dan gemiddeld het loodje tussen het 100ste en het 110de levensjaar, óf de pensioenfondsen worden in Japan massaal opgelicht. Leuk!

Folkwoods voorpret 
maandag, augustus 2, 2010, 10:33 AM
Vorige week vrijdag legde Guidje de laatste hand aan het programmaboekje van Folkwoods, waarvoor ie de afgelopen maanden ongeveer dertig biografieën heeft doorgesnuffeld, ongeveer evenveel MySpace-accounts afgeluisterd én zes interviews heeft afgenomen. Je komt zo nu en dan erg mooie dingen tegen, zo is Guidje nu fan van het Occitaanse Lo Còr De La Plana (luister voor de aardigheid es naar het a capella gezongen Fanfarneta), maar na de interviews die ie had met leden van Beoga, Zef, Yevgueni, 3 Daft Monkeys en singer-songwriters Bertus Borgers en Annemarieke Coenders kijkt ie eigenlijk overal wel uit. Guidje denkt dat ie vooral nog voor 'de sfeer' naar Folkwoods gaat. Idioot, want hij is in tien jaar festivalbezoek nooit naar Pinkpop of Lowlands gegaan voor zoiets onbestemds als 'de sfeer' maar op Folkwoods is alles nu eenmaal erg prettig en relaxed: als het zonnig weer is (en dat is het dit jaar ongetwijfeld weer) pak je gewoon een stoeltje en ga je in de zon zitten luisteren naar fluiten, fiddles, doedelzakken en draailieren. En tussen de concerten door kan je altijd wel eventjes bijkletsen met wie dan ook (want inmiddels kent Guidje wel heel wat vaste bezoekers). Enfin, om kort te gaan, het wordt in het weekend van 14 en 15 augustus weer bere gezellig en omdat Guidje nog meer in de stemming wil komen, is het klaar voor de Folkwoods voorpret: dertig tracks, van heel oud tot heel nieuw, maar allemaal redelijk geworteld in de folk/americana. Feestje.

The Pogues – If I Should Fall From Grace With God
Stornoway – Zorbing
Neil Young – From Hank To Hendrix
Kate & Anna McGarrigle – Petite Annonce Amoureuse
Jackson C Frank – Blues Run The Game
Keltik Elektrik – Wild Mountain Thyme
The Byrds – You Ain't Going Nowhere
Belle & Sebastian – Like Dylan In The Movies
Fleet Foxes – Your Protector
Kate Rusby – The Village Green Preservation Society

Tired Pony – Point Me At Lost Islands
Sandy Denny – One Way Donkey Ride
Simon & Garfunkel – Scarborough Fair/Canticle
Lucinda Williams – Right In Time
Attwenger – Wama Liaba (Weama Song)
Emer Kenny – The Parting Glass
Mumford & Sons – Winter Winds
Kate Bush – Jig Of Life
Alan Stivell – Tri Martolod
16 Horsepower – La Robe A Parasol

Midlake – Acts Of Man
John & Beverley Martyn – Primrose Hill
The Bad Shepherds – The Model
Nick Drake – Northern Sky
Laura Marling – Alpha Shallows
Josh Ritter – Monster Ballads
Hevia – Bunsindre Reel
Cranberries – Linger
Monsters Of Folk – The Right Place
Clannad – Seachrán Chairn tSiail

Kort en nieuw 4 
zondag, augustus 1, 2010, 11:34 AM
Volgens het (v)oorwoord in de nieuwste OOR was de eerste helft van 2010 'een matig halfjaartje.' Nu wist Guidje al langer dat ze bij dit zogenaamd 'toonaangevende muziekblad' (hoewel het Guidje nu pas opvalt dat die ondertitel van de omslag is verdwenen, wie weet hoelang dat al is) stopverf in hun oren hebben, maar toch is het telkens weer schokkend als je met die tekortkomingen ook daadwerkelijk wordt geconfronteerd. OOR constateert 'weinig écht spektakel, weinig Onbetwiste Grote Platen en vooralsnog geen bright young hopefuls die straks (à la The xx) eens even de eindejaarslijstjes op hun kop komen zetten.' Dat The xx zo geweldig zou zijn, begreep Guidje al niet (dat vindt ie een weliswaar mooi, maar niet hemelbestormend debuut), maar als je verder leest wordt het nog vreemder, want als aan de scribenten wordt gevraagd wat ze dan wel goed vonden, komen namen als The Gaslight Anthem, Vampire Weekend, Tim Knol, Joanna Newsom en The Soft Pack voorbij. Wat betreft The Soft Pack: mooie plaat, wat betreft Vampire Weekend en Tim Knol: wat tegenvallend gezien de hooggespannen verwachtingen, The Gaslight Anthem moet Guidje nog horen en het geplinkepling van Newsom trekt Guidje niet. Maar heeft niemand op de OOR-redactie dan gehoord van het geweldige nieuwe werk van de Gorillaz, Stornoway, Angus & Julia Stone, MGMT, Drive-By Truckers, Blood Red Shoes of Band Of Horses? Of van – oei, nu doet Guidje even eng hip – The Ruby Suns? Het is nog het meest vreemd omdat datzelfde OOR elke maand weer een aantal albums de hemel in schrijft als ware het potentiële meesterwerken. Maar er gloort hoop aan de horizon, want ze verwachten op de OOR-redactie een hoop van nieuw werk van eels, Klaxons, The Beastie Boys, The Kooks, Katy Perry (!), Antony & The Johnsons, Underworld en (nee he) Radiohead. Staar je maar vooral blind op namen uit het (verre) verleden; waar je maar zin in hebt.

Tot zover Guidje's ergernis over het meest vreemde muziekblad van Nederland, volgeschreven door de meest talentloze muziekjournalisten van Nederland. En dan is ie niet eens rancuneus.



Yeasayer – Odd Blood

Guidje zal een cd niet snel in de schappen laten staan als de hoes foeilelijk is en ie de muziek wel echt mooi vindt, maar een afknapper is het wel. Had nou niemand bij de platenmaatschappij van Yeasayer eventjes kunnen zeggen 'alles goed en wel jongens, maar die hoes moesten we maar niet doen?' Goed, laat ie het dan maar hebben over de muziek. De debuutplaat van Yeasayer, het uit 2007 stammende All Hour Cymbals, werd als iets te arty farty voor het grote publiek beschouwd, dus het feit dat single O.N.E. van het album Odd Blood de playlist van 3FM haalde, was eigenlijk al een teken aan de wand. En het is niet eens 'de overduidelijke single' van het album; eigenlijk hebben alle tien de tracks wel hitpotentie, met Ambling Alp, Love Me Girl en I Remember als uitschieters. Dat zegt vooral iets over Yeasayer, dat meer dansbare en poppy muziek is gaan maken (reden voor de muzieksnobs van Pitchfork om de groep af te serveren). Muzikaal staat Yeasayer ergens tussen Vampire Weekend en The Ruby Suns (dat Fight Softly blijft een geweldig leuk album) in. Met de ook al zo hippe stadsgenoten van Vanmpire Weekend deelt Yeasayer de liefde voor Afrikaanse pop, maar met The Ruby Suns deelt Yeasayer de liefde om die muziek niet zozeer akoestisch naar westerse muziek te vertalen, maar dat juist met flink veel elektronica te doen. Het resultaat is verrassend toegankelijk én heel erg dansbaar. Stilzitten is onmogelijk, geen wonder dat de groep dit jaar op Pinkpop stond én straks op Lowlands speelt. Maar dat artwork is en blijft foeilelijk.



Tired Pony – The Place We Ran From

Allereerst tien punten voor de bandnaam; als je een country supergroep opricht dan kan je die het beste de nogal ironische naam Tired Pony meegeven. Guidje schrijft country supergroep, maar dat klopt ten dele: Tired Pony is een supergroep, het project van Snow Patrol-zanger Gary Lightbody en verder leden van R.E.M. (Peter Buck) en Belle & Sebastian, gastzangers als Tom Smith (Editors) en een hele hoop iets minder bekende gastmuzikanten, maar het is volgens Lightbody niet country, wel country-achtig. Meer Wilco dan Hank Williams dus. Want ja, er wordt wat op dobro, banjo en mandoline gespeeld, maar de invloed van indierock is tegelijkertijd nooit ver weg. The Place We Ran From werd in ruim een week tijd in Portland, Oregon opgenomen en elk liedje stond in één, hooguit twee takes op de band. Die aanpak bevalt Guidje wel; het komt de losheid en de spontaniteit van dit project (Lightbody speelde al jaren met het idee om een country-album te maken) ten goede, al is niet alles even sterk. Uitschieters zijn single Dead American Writers, That Silver Necklace, The Deepest Ocean There Is en Point Me At Lost Islands, bij songs als Northwestern Skies en Pieces had wat hulp van een goede producer geen kwaad gekund. The Place We Ran From is leuk, wordt na een aantal draaibeurten steeds beter en is uiteindelijk behoorlijk verslavend, maar gezien de betrokkenen had Guidje er misschien iets meer van verwacht; vooral de tweede helft van het album is minder. En zoals bij albums van supergroepen is ook hier weer de vraag: was de ophef en alle aandacht net zo groot geweest als dit allemaal was gemaakt door een onbekend groepje? De leden van Tired Pony hebben trouwens de smaak te pakken, begin volgend jaar staat de release van het tweede album gepland.



The Coral – Butterfly House

The Coral was in 2002 en 2003 even het hipste broertje van de Britse gitaarscene. Het was nog vlak voordat Franz Ferdinand de revival van de punkfunk inzette en vlak nadat de Britpop van de jaren negentig een stille dood was gestorven, dus dit heerlijke, door gitaarpop uit de jaren zestig geïnspireerde groepje kon gemakkelijk even boven komen drijven. Guidje zag de groep op Lowlands in 2003 optreden, vlak nadat Magic & Medicine, hun leuke tweede album was uitgekomen. Het was één van de beste optredens van het weekend. De productie van The Coral was in die tijd indrukwekkend, tot en met 2007 kwamen nog eens drie albums uit, in 2008 volgde een compilatie. De belangstelling was wel tanende. Butterfly House moet de comeback inluiden. Gaat dat lukken? Mwa. Het is ergens weer 'typisch The Coral' met de overduidelijk hoorbare invloeden uit de folk en de psychedelica, waarbij The Byrds, Crosby Stills & Nash en Jefferson Airplane de voornaamste referenties zijn. En dus klinken alle twaalf liedjes écht heel erg leuk en gezellig, maar ook een beetje hetzelfde. Het titelloze debuut en Magic & Medicine hadden nu eenmaal liedjes met meer afwisseling, op Butterfly House slaat de eenvormigheid toe: het is wel heel veel psychedelica. Dit keer hebben de leden van The Coral dan ook niet alleen goed in de platencollectie van hun ouders gesnuffeld, maar ook in hun medicijnkastje. Single 1000 Years is inmiddels echter opgepikt door Radio 2, dus misschien krijgt The Coral toch weer wat meer krediet, ook al ontbreken dit keer geweldige singles van het kaliber Dreaming Of You, Pass It On of Jacqueline.



Laura Marling – I Speak Because I Can

In het kader van de nieuwste Britse folkrevival (Stornoway, Mumford & Sons, Noah And The Whale) besloot Guidje onlangs ook Laura Marling maar in de herkansing te doen. Het twee jaar geleden verschenen debuut Alas I Cannot Swim kon 'm niet echt bekoren maar de recensies van I Speak Because I Can zijn ronduit lovend. Een bloemlezing: The Times en The Guardian gaven het album vijf sterren, Allmusic, The Independent en Mojo vier, Clash en Drowned In Sound gaven I Speak Because I Can allebei een 9 en het altijd zure Pitchfork komt toch nog tot een rapportcijfer van 8.1. In Nederland zijn de reacties een stuk zuiniger, maar I Speak Because I Can is dan ook een heel subtiel album. En Nederlanders houden nu eenmaal niet van subtiliteit (en ze hebben geen (muziek)smaak, maar dat terzijde). Enfin, waarom alle drukte? Omdat I Speak Because I Can inderdaad een zeer indrukwekkend album is. Zeker als je je realiseert dat Marling amper 20 jaar oud is. Haar zang en frasering doet wat denken aan Beth Orton, Simone White en Ane Brun, al zijn ook de vocale strapatsen van Joni Mitchell niet ver weg (geen wonder als de zangeres het album Court And Spark als favoriet noemt). Guidje hoort er ook wel de invloed van de Britse folk van de ook nog altijd vrij jonge Eliza Carthy in terug, zeker als je naar vrij traditionele songs als Goodbye England en Alpha Shallows luistert. Sowieso is het thema van 'een oud Engeland' waarvan 'afscheid wordt genomen' typerend voor de Britse folkmuziek; dat was in de jaren zeventig al zo. I Speak Because I Can bevat tien, meestal vrij sobere maar altijd sfeervolle tracks. Gewoon een heel mooi album.



The Dead Weather – Sea Of Cowards

Het arbeidsethos van Jack White is indrukwekkend. Als The White Stripes even stil liggen (en dat is inmiddels toch alweer een hele tijd), is ie wel weer bezig met 'projecten' als The Raconteurs en The Dead Weather. Of hij neemt de tune op van een nieuwe James Bond film (Quantum Of Solace). Van de zijprojecten is The Raconteurs, een groep waarin hij onder andere samenwerkt met singer-songwriter Brendan Benson commercieel de meest vitale; de albums verkopen goed en zo incidenteel scoort de groep een hitje (Steady As She Goes). The Dead Weather is White's bluesrock project waarin hij onder andere samenwerkt met The Kills-zangeres Alison Mosshart. De muziek is meer hermetisch en debuut Horehound, dat vorig jaar verscheen, werd zuinigjes ontvangen. Opvolger Sea Of Cowards kan daarentegen op meer enthousiasme rekenen. Waarom is een beetje de vraag; de flink naar de jaren zeventig knipogende rock (Led Zeppelin, Black Sabbath) is vrij oppervlakkig en echte singles ontbreken. Wel een paar goede uitschieters zoals Blue Blood Blues, No Horse, Gasoline en het heerlijk loeiharde Jawbreaker. Het album klinkt nog het meest als een uit de hand gelopen jam in de studio waarbij de opnameapparatuur 'per ongeluk' aan is blijven staan. En als je Jack White heet, kan je de opnames nu eenmaal meteen op plaat zetten en uitbrengen. Heel erg jaren zeventig allemaal, dus bij voorkeur op lp draaien (dan krijg je er ook een heel mooie klaphoes bij). Trouwens, een albumtitel waarin wordt verwezen naar allerlei eencellige gekken die lekker anoniem op internet hun ondeskundige mening over van alles en nog wat spuien en lukraak mensen bedreigen (ja mensen, het is een mondiaal probleem) verdient sowieso Guidje's sympathie.

Lichtenstein 
zaterdag, juli 31, 2010, 07:40 PM


Vandaag was Guidje met spap een dagje naar Keulen. Ze waren er al vaker geweest, meestal loopt zo'n dag uit op (veel) shoppen en hier en daar een terrasje (en vorig jaar de Dom beklimmen), maar het was ze al opgevallen dat Keulen een bijzonder goed museum heeft: Museum Ludwig. En laat daar nou net, zo bleek uit een overzicht in NRC Handelsblad, een heel gave tentoonstelling zijn met werk van Pop Art kunstenaar Roy Lichtenstein. Cool, want Guidje houdt veel van Pop Art. Hij houdt sowieso wel van moderne kunst, maar wat betreft exposities van Pop Art kunstenaars is hij de afgelopen tijd verwend; in het Whitney in New York was veel aandacht voor het oeuvre van Claes Oldenburg en in Stockholm, vorige maand nog, zag Guidje een leuke tentoonstelling van Ed Ruscha. Op deze tentoonstelling in Museum Ludwig ging het voornamelijk om het werk dat hij ná zijn beroemdste werk uit de vroege jaren zestig (jeweetwel, die gigantisch opgeblazen stills uit Amerikaanse strips, zoals Whaam!, het schilderij waar de groep van George Michael (toen ie nog hetero was) de bandnaam van gejat heeft) heeft gemaakt. En dat is verbluffend goed. Het leuke bij deze latere schilderijen (ook vaak weer van gigantisch formaat) is dat hij zich heeft laten inspireren door het werk van Fernand Léger, Pablo Picasso en Henri Matisse. De bekende, opgeblazen stills zijn gemengd met kubistische invloeden en doordat er zo rijkelijk uit het werk van andere schilders wordt geciteerd is het resultaat postmodernistisch te noemen. Lichtenstein maakt geen geheim van z'n invloeden; een schilderij heet bij hem ook gewoon 'Léger-head,' en zijn versie van 'De Dans' draagt dezelfde naam. En altijd weer zijn grote delen van het doek stipje voor stipje geschilderd; om scheel van te worden. Ergens op de expositie is in een paar vitrines te zien met wat voor kartonnen mallen hij deze stippen op het schilderij maakte. Dat doet wel een beetje af aan de romantiek van het idee van Lichtenstein die écht elk stipje één voor één op het doek zette, maar een kniesoor die daar op let.


Vorige Volgende