Eindejaarslijstje 2012

Eigenlijk is het belachelijk. De meeste bladen en websites komen tegenwoordig al begin november met hun eindejaarslijst. Goed, er komt niet echt veel belangrijks meer uit in de laatste maanden van het jaar (de grote release hoos is in september) maar vorig jaar werd daardoor The Black Keys’ El Camino overgeslagen.

Is het dan een goed muziekjaar geweest? Mijn eerste gedachte is dat het redelijk was. Grote namen vielen wat tegen; relatieve nieuwkomers als Mumford and Sons, The Tallest Man On Earth en The Vaccines kwamen met meer van hetzelfde op de proppen, iets dat in de praktijk altijd minder is, en oudgedienden als Bruce Springsteen, The Shins, John Mayer, The Killers en Band Of Horses consolideerden hun succes met weinig spannende of indrukwekkende albums; alleen The Killers’ Battle Born wist nog een beetje te verrassen dankzij de geweldige single Runaways en de country song From Here On Out. De nieuwe Pet Shop Boys viel gewoon genadeloos tegen.

De muziekwereld anno 2012 is vooral een wereld waarin kleine platen de hoogste posities innemen in eindejaarslijsten. Geen grote namen, maar onbekende nieuwkomers waar de mainstream muziekliefhebber niets van meegekregen zal hebben: Sharon Van Etten, Chromatics, Frank Ocean, Japandroids. Wie de radio vast heeft staan op 3FM weet niet beter of dé belangrijkste artiesten van 2012 waren Adele, Ed Sheeran, Lana Del Rey, Emeli Sandé en Ben Howard. Artiesten die zich in de underground manifesteren maken niet snel meer de overstap naar de hitlijsten. Het zijn albums waarvan de waardering hoog, maar de verkoop klein is.

Maar wat nog meer opvalt, is de verdeeldheid tussen de bladen onderling. Tussen de eindejaarslijstjes van de muziekbladen die al bekend zijn zitten grote verschillen. The Fly kiest verrassend voor Sharon Van Ettens Tramp, MOJO kiest voor Blunderbuss van Jack White, Paste Magazine heeft Frank Oceans Channel Orange als beste plaat van 2012, het Britse NME komt – best origineel – met Lonerism van Tame Impala, Uncut komt met Leonard Cohens Old Ideas en OOR maakt zich belachelijk door voor An Awesome Wave van alt-J te gaan (overigens denken ze bij OOR dat anno 2012 de muziekexpertise zich enkel bij 3FM, een paar kranten en tijdschriften maar vooral bij OOR zelf bevindt; belachelijk). Om het allemaal nog ingewikkelder te maken: MOJO noemt Sharon Van Etten niet eens in de top-20 en Paste Magazine heeft Jack White pas op de vijftiende plaats staan: verdeeldheid alom.

Er komt teveel muziek uit om persoonlijke eindejaarslijstjes serieus te nemen als dé eindejaarslijst. Als ik dit jaar één procent van de nieuwe releases heb gehoord, dan is het aan de hoge kant. En geloof me, dat geldt voor alle (zelfverklaarde) muziekjournalisten. Maar nog meer dan voorgaande jaren heb ik dit jaar teruggegrepen naar oudere platen. Een zanger als Chris Wood, die het beste optreden van deze editie van Folkwoods gaf, was mijn ontdekking van 2012 (zijn compilatie Albion is meesterlijk), of de kiwi’s van The Bats die vorig jaar het prachtige Free All the Monsters uitbrachten, een album dat langs me heen was gegaan. De Flying Nun-compilatie Tally Ho! bleek een ware eyeopener en ook Foo Fighters’ Wasting Light bleek in de herkansing een heel sterke cd. Juist op de momenten dat je je afvraagt of er niets leuks meer uitkomt, kan je altijd teruggrijpen op de rijke back catalogue van de muziekgeschiedenis.

En toch, toen ik vorige week mijn persoonlijke top-7 door moest sturen naar de redactie van KindaMuzik en hier voor mijn blog nog drie extra platen aan toevoegde, zette ik menig album nog een keertje op. Het kostte me niet heel veel moeite om tot een top-10 te komen. Nee, er zitten geen albums bij zoals in voorgaande jaren. Albums waarvan ik toen al wist dat ik er nog jaren plezier van zou hebben, zoals MGMT’s Oracular Spectacular, Cloud Controls Bliss Release of The Animal Years van Josh Ritter. Wel zijn het tien geweldige albums, waarbij de top-3 er nog eens extra uitspringt.

10. Alabama Shakes – Boys & Girls

Ze waren dé hype van begin 2012. Drie jongens en een meisje die op basis van één EP werden opgepikt door platenbaas Geoff Travis van het Britse Rough Trade label. Eén track op Boys & Girls, Hold On, is briljant. Het is soul met gitaren, een prachtige song die tot de beste van 2012 gerekend kan worden. Een heel album van het kaliber van Hold On lukt Alabama Shakes niet, daarvoor is de groep vermoedelijk iets te snel de studio ingedoken, maar tracks als Hang Loose, You Ain’t Alone en I Found You zijn prachtig. Niet in het minst dankzij de geweldige strot van zangeres Brittany Howard, bij vlagen een reïncarnatie van Janis Joplin. Jack White is fan.

9. Jack White – Blunderbuss

Jack White heeft zich in vijftien jaar tijd ontpopt als een muzikale veelvraat, een man die naast z’n werk met The White Stripes grossiert in zijprojecten (The Raconteurs, The Dead Weather), eenmalige samenwerkingsverbanden (met Danger Mouse & Daniele Luppi en Alicia Keys) en via z’n eigen label Third Man Records aan de lopende band exclusieve vinyl singles uitbrengt. Pas dit jaar is hij met een solodebuut gekomen. Blunderbuss is een exponent van de veelvraat White: rock, soul, country, folk, rock-‘n-roll, vaudeville, er is zelfs klassieke muziek op te horen. Het is allemaal ontzettend goed, maar die ene killer song ontbreekt. En zoals bij The White Stripes ook al het geval was: hoe goed het ook is, grijs draaien doe ik de platen niet.

8. Michael Kiwanuka – Home Again

Hij is 24 jaar oud, van Oegandese afkomst, maar groeide op in Londen. Hij heet Michael Kiwanuka en het album Home Again is één van de revelaties van 2012. Hij wordt de hedendaagse Van Morrison genoemd maar vanwege de orkestratie van de liedjes kan je Kiwanuka zelfs zien als een nieuwe versie van Nick Drake: songs als Home Again, Bones en I’m Getting Ready zijn tijdloos. Ze zijn niet alleen heel goed, maar weten een groot publiek aan te spreken; geen wonder dat het album de eerste plaats in de Nederlandse hitlijsten wist te halen. Een album met kleine en tijdloze liedjes van een bescheiden Britse artiest die daarmee de eerste plaats van de Nederlandse albumlijsten haalt. Wie ging Kiwanuka daarin een paar jaar terug ook alweer voor?

7. Angus Stone – Broken Brights

Hij begint een vaste waarde in mijn eindejaarslijstjes te worden. De sympathieke Aussie die oogt als een broer van Charles Manson maar laidback is zoals je van een tegenvoeter kan verwachten. Terwijl hij zittend op een strand in de buurt van Sydney de ene na de andere joint rookt, schrijft hij bijna achteloos de meest briljante folkpopliedjes. Het heeft al twee albums vol prachtige westcoastpop met zuslief Julia opgeleverd (A Book Like This en Down The Way), nu heeft Angus in navolging van z’n zus een solo-album uitgebracht. Het is gepresenteerd als tussendoortje en dat is te merken; hier en daar is de kwaliteitspolitie iets té coulant geweest. Maar als Stone raak slaat, dan is het wel meteen een home run. De titelsong, albumopener River Love en single Bird On The Buffalo zijn songs waar je met speels gemak de warme zon bij kan denken. Zet Broken Brights op en je waant je op Bondi Beach of Santa Monica Boulevard.

6. Cloud Nothings – Attack On Memory
5. Japandroids – Celebration Rock

De fijnste rockplaten van 2012 komen dit jaar van een Canadees duo en een Amerikaans viertal. Voor mij horen ze bij elkaar, omdat de albums van respectievelijk Japandroids en Cloud Nothings opvallende overeenkomsten hebben. Beide albums bevatten slechts acht nummers en hebben een speelduur van amper vijfendertig minuten, beide groepen persten de lp-versie van hun albums op stijlvol wit vinyl en allebei putten ze nadrukkelijk uit de rijke rockhistorie. En o ja, beide albums zijn uiterst verslavend. Daar houden de overeenkomsten op. Waar Cloud Nothings de muzikale mosterd bij Dinosaur Jr. en de Pixies haalt, oftewel de alternatieve rockmuziek van eind jaren tachtig, vist Japandroids net iets dieper in dezelfde vijver en komt bij de punk en de postpunk uit. De cover van The Gun Club’s For The Love of Ivy is daarom treffend gekozen. Over het geheel genomen is Celebration Rock iets evenwichtiger; er zit geen slechte track tussen het achttal rocksongs. Goed, tekstueel is wel het een en ander op enkele songs af te dingen, maar dat het duo een jaar de tijd heeft genomen om hun nieuwe werk tot in de puntjes te perfectioneren is ze te prijzen. Op Cloud Nothings’ Attack On Memory zijn ook enkele mindere goden te vinden, maar daar staan enkele geweldige songs tegenover die met gemak tot de beste van 2012 kunnen worden gerekend: Fall In, Stay Useless en Cut You. Daarmee eindigt Cloud Nothings nipt achter Japandroids; daar kan ook producer Steve Albini, die tijdens de opnames van Attack On Memory drukker was met wordfeudten dan met produceren, niets aan veranderen.

4. Chromatics – Kill For Love

De mooiste soundtrack van 2011 is die bij de film Drive. Electropop die der mate retro klinkt dat ze in de jaren tachtig zelf gemaakt had kunnen zijn. Chromatics zou de muziek voor de film verzorgen, maar slechts één song van de groep haalt de film. Het heeft Chromatics niet belet om de soundtrack alsnog uit te brengen: een soundtrack bij een reis naar het einde van de nacht. Een reis die echt tot leven komt als het album op vinyl wordt beluisterd: de poppy singles staan aan het begin en naar mate het album vordert neemt, zo halverwege kanten B en C, het tempo af. Dit is sfeervolle electropop, met veel galm en een laag tempo. Dan, aan het einde van kant D, begint het langzaam weer licht te worden. Wie het album als download heeft, krijgt er nog de veertien minuten durende soundscape No Escape als bonus bij. Dat maakt in totaal negentig minuten aan übercoole electropop. En geen noot teveel.

3. First Aid Kit – The Lion’s Roar

In de jaren zeventig had je Kate & Anna McGarrigle, twee zusjes uit het Canadese Québec die zowel in het Frans als in het Engels zongen. Hun titelloze debuutplaat geldt als een klassieker in de folkwereld, één van de mooiste albums ooit gemaakt. Als ik de Zweedse zusjes Johanna en Klara Söderberg (respectievelijk 21 en 19 jaar oud) hoor zingen moet ik aan de zusjes McGarrigle denken. Ook hier wonderschone samenzang en prachtige, melancholieke liedjes. De titelsong is het bekendste, in albumafsluiter King of the World doet Conor ‘Bright Eyes’ Oberst nog mee, maar de countrysong Emmylou, compleet met pedal steel, is het hoogtepunt van The Lion’s Roar. Al is het maar vanwege die prachtige tekstregels die gewag geven van een melancholieke Scandinavische inborst: ‘Stockholm’s cold, but I have been told I was born to endure this kind of weather.’

2. Sharon Van Etten – Tramp

Het is een platenzaak in Brooklyn. Ze heten Sound Fix en zitten in een verrassend groot pand in down town Williamsburg. Dat een platenzaak van deze omvang – en de winkel is niet eens heel groot – op deze locatie anno 2012 kan floreren is een klein wonder. Het zal komen doordat Brooklyn ground zero is voor alternatieve rockmuziek in Amerika; groepen als Yeasayer, Grizzly Bear, The National en Battles gebruiken de buurt als uitvalsbasis. Singer-songwriter Sharon Van Etten ‘woont’ er. Dat wonen staat niet voor niets tussen aanhalingstekens; om de financiering van haar nieuwste album rond te krijgen besluit ze de huur van haar appartement op te zeggen en te gaan couchsurfen. De lokale muziekscene helpt bij de opnames van het toepasselijk getitelde Tramp. Ik kocht het bij Sound Fix, waar bezoekers het album kunnen beluisteren via de eigen internetsite. Het is een prachtig album, klein en intiem, waarbij de zang mooi naar voren is gehaald. In de subtiele instrumentatie zijn bij elke draaibeurt meer details te horen. Rocksong Serpents is het allermooiste.

1. Godspeed You! Black Emperor – ‘Allelujah! Don’t Bend! Ascend!

Meest vermelde opmerking over de comeback van Godspeed You! Black Emperor, sinds 2002 verdwenen en dit jaar ineens weer terug, is dat de groep een niche vult waarvan je niet wist dat ie bestond. En die je ook niet miste. Maar vanaf de eerste noot van Mladic, het magnum opus van ‘Allelujah! Don’t Bend! Ascend!, haal je opgelucht adem: wat goed dat ze terug zijn. Op Mladic wordt alles uit de kast gehaald. Het stuk is dermate dwingend dat rustig ernaar luisteren er niet bij is. Het is Balkanbeat, postrock, stoner rock, soundscapes, distortion. Het is alles in één. Het is twintig minuten van de meest belangwekkende rockmuziek van 2012. Dat de andere lange compositie op het album, We Drift Like Worried Fire, het niet haalt bij Mladic is ze vergeven; de twee kortere composities, meer soundscapes dan echte songs, maken nieuwsgierig naar de nieuwe wegen die Godspeed You! Black Emperor zal inslaan. Want Mladic mag geweldig zijn, het is wel een compositie die al tien jaar oud is en pas dit jaar eindelijk is opgenomen. Goed dat ze dat gedaan hebben. Goed dat de grootmeesters van de postrock terug zijn.

This entry was posted in Lijstjes, Muziek and tagged , , , , , , , , , , , , , . Bookmark the permalink.