Ex-agitprop

Russische rekenmethode.

Zelf wist El Lissitzky ook wel dat z’n idealen geen werkelijkheid waren geworden. Althans, dat merkt één van de Kabakovs op in een interview met Trouw dat volgend jaar werd gepubliceerd, als aankondiging van de tentoonstelling van het werk van de Russische kunstenaar Lissitzky samen met het werk van Ilja en Emilia Kabakov in het Van Abbemuseum. Maar wat moest ie anders? En dus bleef hij tot op z’n sterfbed abstracte tekeningen maken, allemaal ter meerdere eer en glorie van het communisme, al wist Lissitzky donders goed dat Stalin al vanaf begin jaren dertig abstracte kunst in de ban had gedaan. Het enige waar de dictator in was geïnteresseerd was socialistisch realistisch werk; doeken die de socialistische idealen uitdragen, met gestaalde arbeiders en vrolijk lachende kinderen.

Lissitzky zou uitgegumd worden in de kunsthistorie van de Sovjet-Unie. Op de academie waar Kabakov in de jaren vijftig kunstonderwijs kreeg, eindigde de beeldende kunst eind negentiende eeuw bij Franse kunstenaars als Jean-François Millet en Jean-Baptiste Camille Corot en ging verder met de socialistisch realistische kunst vanaf eind jaren twintig.

Arme Lissitzky. Het is maar goed dat hij de trotskistische verwijdering van z’n werk uit de officiële Russische canon van de kunstgeschiedenis niet mee heeft hoeven maken. Hij overleed in 1941, op 51-jarige leeftijd aan TBC. Het moet een idealist zijn geweest, die oprecht geloofde in de communistische heilstaat. Hij had er ook alle reden toe; onder het tsaristische regime had hij het met z’n joodse afkomst moeilijk gehad, maar onder het communisme zou alles beter worden. Vandaar dat de kunstenaar er maar wat graag voor koos om niet langer joodse kinderboeken van illustraties te voorzien maar, beïnvloed door het werk van Marc Chagall en met name Kasimir Malewitsj, propagandaposters voor het communistische regime te maken. Schilderijen en beeldhouwwerken mochten dan niet van nut zijn bij de revolutie, goede vormgeving was dat des te meer.

In de expositie Lissitzky-Kabakov: Utopie en Werkelijkheid in het Van Abbemuseum, het museum met de meest uitgebreide collectie kunst van Lissitzky buiten Rusland, wordt dat vooruitgangsdenken prachtig geïllustreerd met tekeningen voor een Russische rekenmethode voor kinderen en een folder voor een tentoonstelling in Duitsland, waar met foto’s en tekeningen de communistische idealen worden uitgedragen. Er blijkt internationale erkenning voor de posters en illustraties van Lissitzky te zijn; er is correspondentie te lezen, zoals brieven die gericht zijn aan ‘JJP Oud, architect.’ Inderdaad, het is niet moeilijk om in de abstracte tekeningen en schilderijen van Lissitzky een verbinding te zien met de bouwstijl van Oud. Sowieso fungeerde Lissitzky, die mede dankzij zijn studie aan de universiteit van Darmstadt veel contacten in het westen opdeed, als bruggenbouwer tussen de Russische en de West-Europese kunst; de ontwerpen van de kunstenaar bleken van grote invloed op stromingen als De Stijl, Bauhaus en het constructivisme.

Resten van het communistisch regime.

In de tentoonstelling wordt het werk van Lissitzky thematisch met kunst van Kabakov gecombineerd. Wie van de zaal met tekeningen en posters van Lissitzky naar een ruimte met illustraties van Kabakov loopt komt langs een vitrine met grote posters, maar het valt bijna niet op hoe het werk van Lissitzky in het werk van Kabakov overloopt. Diezelfde overeenkomsten zijn in een andere zaal ook te zien, als het abstracte werk van Lissitzky wordt gecombineerd met illustraties voor een serie boeken van Kabakov. Het zijn prachtige boeken, voor het grootste deel bestaande uit bladzijden met tekeningen in de rand, zoals iedereen wel eens wat in de kantlijn van een schrift krabbelt, maar het midden van de pagina is blanco.

Het zijn geen officiële, door het communistisch regime goedgekeurde illustraties van kinderboeken; daarvoor is de schaarse tekst die hier en daar voorbij komt te kritisch. Toch had Kabakov er evenwel geen problemen mee om voor het regime kinderboeken te illustreren; het bracht immers brood op de plank. Tijdens de Koude Oorlog illustreerde hij er zelfs meer dan honderd vijftig, iets waar echtgenote Emilia Kabakov in een interview met NRC Handelsblad over opmerkt:

‘Voor hem waren kinderboeken de veiligste weg om te kiezen. Oké, de konijnen moesten eruitzien als sovjetkonijnen: vrolijk huppelend. En de kinderen moesten altijd lachen. Er waren uiteraard standaardregels die je moest volgen, maar dat was te doen. Kinderboeken illustreren was gemakkelijk, niet politiek en dus ongevaarlijk.’

In het geheim maakte Kabakov dus kunst die kritischer was over het communistische regime, al lijkt hij een wat ambivalente houding aan te nemen over de politieke betekenis van z’n werk. In eerdere interviews heeft hij politieke boodschappen die veel kunstliefhebbers in z’n werk zien zelfs gerelativeerd; wie lang genoeg zoekt, zal altijd in elk kunstwerk wel een politieke boodschap vinden. Maar juist door de associatie van de kunst van de Kabakovs met het idealistische werk van Lissitzky valt die politieke component niet meer te ontkennen. Het enige waar het kunstenaarsechtpaar problemen mee had, was de mythische status van Lissitzky, zo vertelden ze in datzelfde interview:

‘We waren erg geïntimideerd door het voorstel. Voor ons is het alsof we een tentoonstelling maken met Monet of Picasso. El Lissitzky is een grote historische figuur.’

In de gemeenschappelijke keuken.

Kabakov is op z’n zachtst gezegd gedesillusioneerd in de Sovjet-Unie. Een tekening van een model van het ‘F-type wooncel’ van Lissitzky is veelzeggend: elk gezin krijgt één kamer toegewezen om in te wonen, te eten en te slapen. De gang, de telefoon, het toilet, de douche en de keuken moeten gedeeld worden. Een mooi ideaal, om met z’n allen te koken, maar de praktijk wordt weerbarstig als de vuile vaat er staat. Wie moet dan de boel opruimen? Of, van wie is die rasp eigenlijk? Kabakov toont het met veel humor in z’n werk In de gemeenschappelijke keuken.

Wranger is Kabakovs installatie De man die de ruimte in vloog vanuit zijn appartement. In het midden van een nagebouwde kamer hangt een katapult, gefabriceerd uit matrasveren en rubber banden. Het door de kunstenaar verzonnen verhaal achter de katapult is tekenend: een buurvrouw hoorde een enorme explosie en als de autoriteiten arriveren zien ze dat de buurman zichzelf dwars door het plafond de ruimte in heeft geschoten. De kamer wordt dichtgetimmerd, er komt een officieel onderzoek maar van de bewoner wordt nooit meer iets vernomen. Dat is iets heel anders dan de ‘Prounruimte’ van Lissitzky, waarin mensen graag verblijven en die het leven van de bewoners beter maakt.

Vanaf eind jaren zestig probeert Kabakov z’n geheime en kritische werk buiten de Sovjet-Unie te krijgen. Buitenlandse bezoekers krijgen, in ruil tegen bijvoorbeeld een fotocamera, schilderijen van ‘m mee. Verkoop van kunst is uitgesloten, maar op deze manier kan Kabakov z’n kunst in veiligheid brengen. Een bijkomend gevolg is dat als de kunstenaar in 1987 voor het eerst de Sovjet-Unie verlaat hij wereldberoemd is en wordt bejubeld in de internationale kunstwereld. Gelukkig voor hem wordt z’n werk tegenwoordig ook in Rusland weer gewaardeerd; de tachtigste verjaardag van de kunstenaar wordt dit jaar gevierd met tentoonstellingen in de Hermitage in St.-Petersburg en het Multimedia Art Museum in Moskou.

Het kunstenaarsechtpaar heeft als ware control freaks de expositie in het Van Abbemuseum uitgewerkt: de plattegronden, de zalen en de catalogus zijn tot in de puntjes verzorgd. Dat betaalt zich uit; de expositie is voortreffelijk ingericht zodat de tegenstelling tussen Lissitzky’s ideeën over een ideale samenleving en de stukken minder glorieuze werkelijkheid waarin de Kabakovs moesten leven perfect zichtbaar wordt. Maar er zit iets merkwaardig wrangs in de tentoonstelling. Waar Lissitzky niet lang genoeg heeft geleefd om zich ten volle te realiseren dat z’n utopie geen werkelijkheid is geworden, leven de Kabakovs lang genoeg om te zien dat Lissitzky’s dromen niet zijn uitgekomen en leven in een Rusland dat vrijheid kent. Relatieve vrijheid, dat wel.

Trouwens, hoe wordt er tegenwoordig in Rusland tegen Lissitzky’s werk aangekeken?

This entry was posted in Eindhoven, Kunst and tagged , , , . Bookmark the permalink.