Aftiteling

Het leuke van reizen via hostels is de mensen die je onderweg ontmoet. Mensen met wie je een kamer deelt, je soms iets gaat ondernemen of in enkele gevallen meerdere dagen mee optrekt. Mensen waarmee je ervaringen uitwisselt over het reizen, of over heel andere zaken en die je daarna nooit meer zult zien. Ook dat is prettig. En, helemaal een voordeel, afgezien van de twee meisjes die ik in de Banana Bungalow op Maui trof en tegen alle niet-Nederlandse backpackers zeiden uit Amsterdam te komen (nee dames, jullie komen echt uit de sufkuttengemeenten Hoorn en Almere) heb ik geen Nederlandse toerist gezien. Een verademing.

Cast (in order of appearance)

Bobby, uit noord-Californië. Werkt in de televisiewereld en heeft een tijdlang in San Francisco gewoond. Is eigenlijk vervroegd met pensioen maar doet nog elk jaar ‘iets’ met de productie van de Emmy Awards. Toen ik vroeg wat dan precies deed ie vaag. Typisch Amerikaans; schijnbaar achteloze namedropping en indruk proberen te maken. Niettemin, Bobby is een reuze aardige gast, reist graag de wereld over, verkiest goedkope hostels boven dure hotels en resorts (‘ik hoef echt niet elke dag schoon beddengoed te krijgen en zo ontmoet ik makkelijk andere mensen’), is al zes keer in Amsterdam geweest en heeft telkens het verkeerde jaargetijde te pakken, ‘but I love that city.’ Ergert zich aan de wijze waarop Amerikaanse ouders hun kids verwennen. Of kinderen in Nederland ook zo als prinsjes en prinsesjes worden behandeld? Niet zo erg als in Amerika. Slaan wij onze kinderen dan nog? Nee, dat ook weer niet.

Steven en Tanya, uit North Dakota. Of, zoals ze zelf zeggen, ‘a small place, don’t know if you know it, it’s called North Dakota.’ Bescheiden Amerikanen, sympathiek. Onderwijzers, hij in het speciaal onderwijs, zij op een kleuterschool. Hij komt oorspronkelijk uit Minnesota, zij uit Washington (de staat). Ik zei enkel twee plaatsen in North Dakota te kennen: Bismarck (de hoofdstad) en Fargo (van de film). Ha, hun woonplaats Jamestown ligt er precies tussenin. (Ik loog hier, ik weet veel meer van North Dakota omdat het de enige race voor een Senaatszetel was die statistiekvirtuoos Nate Silver bij de Amerikaanse verkiezingen van 2012 verkeerd voorspelde, maar ik wilde een niet al te freaky indruk maken.) Zij wil alles weten over het Nederlandse schoolsysteem en rondt haar zinnen standaard af met ‘that’s neat.’ Ze ziet overal het positieve van in: het is maar goed dat die boomstam is omgevallen zodat we niet de Mamoa Falls konden bezoeken, want nu hebben ze mij ontmoet, dat idee.

Sandro, uit Berlijn. Vindt de film die ter introductie wordt vertoond aan het Arizona Memorial in Pearl Harbor je reinste propaganda. Ja, zielig van die duizend doden die aan Amerikaanse zijde zijn gevallen bij de aanval op Pearl Harbor, maar kan er ook niet even stilgestaan worden bij de honderdduizend doden van Hiroshima en Nagasaki? Ik geef ‘m maar gelijk. Het lijkt me onzinnig om tegen een Duitser over ‘hullie zijn begonnen’ te beginnen.

TJ, uit Haleiwa. Surfinstructeur. Ik ben al geen man van veel talenten, op sportgebied ben ik een compleet non-talent. Maar zelfs mij is het een paar keer gelukt om gedurende ongeveer tien seconden stabiel op een surfplank te blijven staan. Gaf me, toen het me als enige van mijn lesgroepje nog níet was gelukt om rechtop op de surfplank te staan, ongevraagd het beste advies van deze vakantie mee: ‘you’re doing fine, but you need to relax more!’

Robyn, uit Washington (de staat). Of nee, liever Canada. Want ze komt uit een stukje gebied dat eigenlijk Canadees was en ooit al dan niet legaal door de Amerikanen is opgeëist. Reist samen met haar kleinzoon Christopher naar Hilo op The Big Island. Op het vliegveld van Honolulu zit ze te wachten op haar met uren vertraagde vlucht, ik wacht op mijn eigen, eveneens uren vertraagde, vlucht. Vindt het zó bijzonder iemand uit Nederland te treffen dat ze tot twee keer toe tegen haar kleinzoon zegt: ‘this gentleman has come all the way from the Netherlands.’ De tweede keer kijkt hij verveeld op van z’n spelcomputer met een blik van ‘dat had je al gezegd.’ Topografisch lijkt ze me niet zo praktisch onderlegd; ze is ooit eens vanuit Stockholm via Oslo naar Italië gereisd. Komt niet meer bij van het lachen als ik haar vertel op zaterdagmorgen in Nederland te zijn vertrokken en nog dezelfde dag in Honolulu ben aangekomen.

Kyle, van The Big Island. Kamergenoot van de Banana Bungalow op Maui. Coole dude en lange bonenstaak die naar Oahu doorreist om les te geven aan kinderen uit Micronesië en Hawaii. Werkt voor een organisatie en had liever voor een grote stad gekozen: Chicago, Boston of New York. Toen kreeg ie The Big Island aangeboden en ach, waarom ook niet. Big City of Big Island, wat is het verschil? Vaste uitspraak: ‘yeah man, awesome!’ En dan meer uitgesproken als ‘yeaeah man! Aawesummmm!’ Of zoiets. Komt oorspronkelijk uit Utah en is dan ook uit te tekenen in z’n basketball jersey van de Utah Jazz en met een grote cowboyhoed, maar is niet mormoons. Komt omdat z’n geboorteplaats Park City de meest liberale stad van de staat is. Droomt ervan ooit eens naar de Marshalleilanden op vakantie te gaan. Origineel. En hij leest graag, zoals What The Dog Saw van Malcolm Gladwell. Als ik ‘m vraag waar het over gaat, zegt ie dat het ‘m niet echt kan boeien. Een dag later ligt het boek op mijn bed. ‘Hou maar.’

June, uit Maui. Werkt in de Banana Bungalow en neemt een groep gasten op zondagmiddag mee naar Little Beach, waar ‘clothing is optional.’ Dat wil zeggen: er loopt wat volk poedelnaakt rond en als de zon gaat zakken gaan die mensen in een kring staan trommelen waarbij allerlei natuurdansen worden uitgevoerd. Natuurlijk worden dit soort rituelen niet nuchter uitgevoerd, dus de joints en paddo’s zijn niet van de lucht. Tja, hippie-eiland he. Er is echter één man bij die vier uur lang (zolang duurt de volledige trommelcyclus) dezelfde beweging met z’n snikkel maakt. ‘We call him the helicopter man,’ legt ze proestend van het lachen uit. Ze is ‘m een paar weken geleden tegen gekomen in de supermarkt. ‘Ik herkende ‘m eerst niet met z’n kleren aan, maar toen zag ik het ineens: het was helicopter man!’

Julian, uit Duitsland. Andere kamergenoot in de Banana Bungalow. Hij zit heel de dag met z’n telefoon te spelen, danwel op de trap voor de voordeur van het hostel te skypen met het thuisfront. Geen enkele excursie gaat ie mee, liever blijft ie binnen rondhangen. Althans, hij gaat mee naar Little Beach en de Road to Hana. Dan blijkt pas wat z’n obsessie is: stranden, stranden en stranden. En dan het liefste in zoveel mogelijk verschillende kleuren: groen, zwart, rood; heel de reis heeft ie het over niets anders dan stranden. Hoe Duits.

Linda, uit Austin, Texas, ook uit de Banana Bungalow dat een soort centrale spilfunctie voor low- (of no-) budgetreizigers in Hawaii vormt. Austin, of zoals een medewerker van het hostel opmerkt, ‘het goede deel van Texas.’ Heeft, nu ze Hawaii bezoekt, haar rijtje volgemaakt: ze heeft alle Amerikaanse staten bezocht. Nee, ze kan niet zeggen welke staat ze het leukste vindt. Van de Dakotas tot hiken in Vermont: alles was leuk. Aan voorbereiding van haar reizen doet ze niet en daardoor lijkt ze regelmatig in zeven sloten tegelijk te vallen. Maar Linda groeit wel uit tot een terugkerend thema gedurende mijn reis. Een dag nadat ik in het hostel in Hilo op The Big Island ben ingecheckt kom ik haar daar tegen. Dat is nog gepland (gezien het beperkte aantal hostels op de eilanden zie je geregeld bekende gezichten), maar daar houdt het niet op. Weer een paar dagen later sta ik in de regen, gestrand met een fiets bij een bushalte in Captain Cook te wachten op een bus die niet lijkt te komen. Ineens stopt er een auto: ‘hey, I thought it was you!’ Het is Linda. Ze heeft een hotelletje in een uithoek van The Big Island geboekt en is nu op zoek naar Kailua-Kona. De fiets wordt in de achterbak van haar huurauto gemikt en of ik haar even de weg wil wijzen naar Kailua-Kona, twintig mijl verderop, om vervolgens te constateren dat mijn hostel toch echt wel beter is dan dat van haar. Maar als dank nodig ik haar uit om ‘s avonds samen iets te gaan eten.

Sorry Brian, ik had graag wat meer met je gepraat maar soms krijg je in korte tijd teveel informatie. Ik sloeg simpelweg dicht toen ik je vroeg waarom je in de bus van Hilo naar Kailua-Kona zat en ik als antwoord kreeg dat je per direct naar Nashville, Tennessee moest omdat je vrouw een echtscheiding had aangevraagd en al je rekeningen had geblokkeerd. Je moest maandag naar Seattle vliegen en van daaruit al liftend door naar Nashville. ‘It’s nasty,’ voegde je er voor de volledigheid aan toe. Toch snapte ik iets niet aan je verhaal. Want waarom vlieg je via Oakland naar Seattle? Als de enige maatschappij die vanuit Oakland op Hawaii vliegt een peperdure charter is? Elke andere rechtstreekse vlucht naar mainland U.S. was goedkoper geweest. Maar goed om te weten dat je een paar jaar in Mönchengladbach hebt gewoond en vrienden in Venlo had.

Greg, uit Oahu. Is door z’n werkgever gestationeerd in Kailua-Kona, maar het hotel wordt maar voor zes nachten vergoed. Het is een goed hotel maar duur, dus één keer per week verkast ie met al z’n spullen naar het hostel om geld uit te sparen. Spraakzaam is ie niet. Op mijn opmerking dat ik vorig jaar in Washington, D.C. ben geweest krijg ik als antwoord de vraag of ik daar wel of niet veel zwarten heb gezien. Nee he, waarschijnlijk niet. Want die zie je niet op The Mall, die zie je alleen in de buitenwijken, en daar komt niemand. Ah.

Don (of Tyler; zelf zeggen ze al dat ze altijd door elkaar worden gehaald), één van de twee crewleden tijdens de excursie naar de Napali Coast:
‘You Dutch don’t eat whale, do you?’
‘No, the Norwegians eat whale. And the Icelandic. And the Japanese.’
‘They get a lot of criticism for that.’
‘And rightly so. But we Dutch only eat herring.’

Soundtrack

Je hoort veel muziek op reis. Of je hoort iemand iets zeggen dat je doet denken aan een bepaalde songtekst. En vervolgens zit je de rest van de dag met dat ene wijsje in je hoofd. De volgende songs heb ik gedurende de drie weken al dan niet vrijwillig in m’n hoofd gehad. In grofweg chronologische volgorde en hier en daar toegelicht.

Daft Punk ft. Pharrell Williams – Get Lucky (ultieme zomerhit 2013)
Laura Jansen – Queen Of Elba
Morrissey – Dagenham Dave (‘head in the clouds’)
Kurt Vile – Wakin’ On A Pretty Day (hangmatplaat #1)
The Bats – Free All The Monsters
Angus Stone – Bird On The Buffalo (hangmatplaat #2)
The Hollies – Bus Stop
Roxy Music – To Turn You On
Crosby, Still & Nash – Southern Cross (die kan je daar zien he)
Chris Isaak – Wicked Game (ultieme strandplaat, videoclip werd opgenomen in Hawaii)
The Go-Betweens – Dive For Your Memory
Dire Straits – So Far Away (ja duh)
Neil Young – Natural Beauty (en nee, niet eens vanwege de titel)
Traveling Wilburys – Handle With Care
Mark Knopfler & James Taylor – Sailing To Philadelphia
Dire Straits – Money For Nothing (‘what’s that? Hawaiian noises’)
Flight Of The Conchords – Inner City Pressure
Paul McCartney – Dance Tonight (ukelele hitje op z’n laatste live album)
Beatles – Octopus’ Garden (of een tuin voor zeeschildpadden, ook goed)
ZZ Top – I Gotsta Get Paid
Catatonia – Lost Cat (na een aanplakbiljet voor een vermiste kat gezien te hebben)
Jack Johnson – Upside Down (Hawaii’s eigen, alomtegenwoordige surfdude)
Israel Kamakawiwo’ole – Somewhere Over The Rainbow / What A Wonderful World (het is vermoedelijk wettelijk verplicht om bij elke toeristische attractie dit onofficiële volkslied van Hawaii te spelen, want ik heb het heel, heel vaak voorbij horen komen)

This entry was posted in Muziek, Reizen and tagged , . Bookmark the permalink.

One Response to Aftiteling

  1. Laura says:

    Dit is al een heel fijn stukje om te lezen 😀

Comments are closed.