Maui

DSC_4141X

Banana Bungalow. Komt dicht in de buurt van hostel heaven.

‘You’ll love Maui.’

De taxichauffeur die me vanuit Kahului International Airport naar de Banana Bungalow in Wailuku bracht was gedecideerd. Ik had net ervoor verteld dat O’ahu weliswaar interessant en Waikiki bijzonder vermakelijk was, maar dat ik Honolulu vooral lawaaiig, heet en vochtig vond. Mijn praatgrage chauffeur verzekerde dat Maui een stuk beter is: meer wind en niet zo vochtig. Ik vroeg ‘m naar de radio, waarop ukelelemuziek te horen was. Of alle radiostations constant Hawaiiaanse muziek speelden? ‘Nee,’ was zijn antwoord, ‘maar toeristen willen nu eenmaal Hawaiiaanse muziek horen.’

Hij had gelijk. Ik ging van Maui houden. Van de laidback sfeer en van de natuur maar nog het meeste van de Banana Bungalow. Zeker na het zweterige Waikīkī was de Banana Bungalow niets minder dan Hostel Heaven. Een hostel annex low budget hotel waar jong en oud gemakkelijk met elkaar mixen in de grote tuin achter het pand. Elke morgen mag je zelf pannenkoeken bakken (niet dat mijn baksels ook maar in de buurt komen van de duimdikke pannenkoeken die je in een Amerikaans restaurant voorgeschoteld krijgt. Die van mij leken meer op de half mislukte flensjes die ik hier zelf in Nederland brouw) voor ontbijt en elke dag word je als bezoeker getrakteerd op dagtrips naar alle uithoeken van het eiland.

Vooral dat laatste is een slimme zet; Wailuku is nauwelijks het bezoeken waard als toerist (al herbergt het in het Bailey House een bijzonder aardig museum) die al snel liever zou uitwijken naar toeristische hotspots als Lahaina maar door de gratis tours van het hostel is de low budget reiziger maar wat graag bereid om in Wailuku te bivakkeren. Elke dag kan je als bezoeker intekenen op een lijst die in de gang hangt en word je een deel van het eiland getoond. Dat kan een volledige dagtour zijn, zoals een bezoek aan de Haleakalā, de vulkaan die verantwoordelijk is voor 75% van het grondgebied van het eiland, de Road to Hāna, een honderden bochten en tientallen bruggen tellende weg aan de oostkant van het eiland waarbij je onderweg kunt genieten van mooie stranden en prachtige watervallen, of een middagje naar Little Beach, een hippiestrand aan de zuidkant van Maui. Het enige wat van je wordt gevraagd is dat de chauffeur van het minibusje een fooi van ongeveer twintig dollar krijgt. Een schappelijke prijs; een commerciële touroperator vraagt met gemak 150 dollar voor eenzelfde soort reis.

Maar als bezoeker moet je wel goed bij de les blijven. Als vuistregel hangt de leiding van de Banana Bungalow de lijst voor de tour van de volgende dag pas op als de groep van de tour van die dag is vertrokken. Zo krijgt iedereen een gelijke kans om aan een tour deel te nemen. Om zeker mee te kunnen op de tocht door de krater van de Haleakalā zat ik de dag ervoor ‘s morgens dus geregeld te checken of de nieuwe lijst er al hing, toen twee minuten nadat de groep voor die dag was vertrokken de lijst er ineens bleek te hangen en niet alleen dat, hij was ook al bijna vol; ik had nog net de laatste plek te pakken.

DSC_3776X

DSC_3779X

DSC_3787X

DSC_3791X

DSC_3800X

DSC_3808X

DSC_3809X

DSC_3812X

DSC_3826X

DSC_3827X

DSC_3846X

DSC_3852X

DSC_3872X

DSC_3877X

DSC_3886X

DSC_3888X-kl

DSC_3896X

Een wandeling door de krater van de Haleakalā. Op de zesde foto van onder een silversword, met baby.

Er is geen toer felbegeerder dan die van de wandeling door de Haleakalā. Begrijpelijk. De vulkaan is officieel slapend, want voor het laatst uitgebarsten ‘ergens tussen 1500 en 1790’, wat geologisch gezien gelijk staat aan gisteren of, nog beter, een paar uur geleden. Het maanlandschap bovenop de top is prachtig. Het is kaal, met veel bruin en roodkleurig zand. De wandeling door de krater is ongeveer twaalf mijl: vier mijl grotendeels naar beneden, dan ongeveer vier mijl vlak en de laatste vier mijl weer omhoog. Dat de wandeling vandaag doorgaat is nog een geluk, want van de vorige vier weken ging de tocht drie keer niet door. De vierde keer keerde de groep aan het einde van de dag doorweekt van de regen terug. Vandaag is het weer prachtig; er is wel wat bewolking, maar die hangt laag. Sowieso sta je op de top van de Haleakalā vandaag boven de wolken. Hier heb je een prachtig blauwe lucht en – ‘s avonds althans – een snijdend koude wind.

In de krater is het grotendeels windstil. De zon heeft er vrij spel en de natuur beperkt zich tot zand en grote rotsblokken. Er zijn wel wat planten en dieren te vinden, waarvan er twee inheems zijn. De silversword, een bizarre, uiterst zeldzame plant die enkel hier groeit. Het is een bol van zilverkleurige (maar als je goed kijkt zie je ook blauw en groen terugkomen) sprieten die er tussen de drie en de twintig jaar over doet om tot volle bloei te komen. Als dat gebeurt, dan verschijnt vanuit het midden van de bol een grote spriet met bloemen die eenmalig bloeit waarna de plant sterft. Het is vermoedelijke een verre afstammeling van de zonnebloem, ooit voortgekomen uit een zaadje dat vanuit Amerika naar de Pacific is gedwarreld; eigenlijk dé manier waarop alle ‘inheemse’ natuur in Hawaii is beland voordat de eilanden door de Polynesiërs werden bewoond.

DSC_3898X

DSC_3910X

DSC_3914X

DSC_3921X-kl

DSC_3923X

DSC_3939X

DSC_3933X

Op de weg naar boven, uit de krater van de Haleakalā.

De enige inheemse vogel die in de Haleakalā leeft is de nēnē, ook wel bekend als de Canadese gans. Zoals de naam al doet vermoeden is de vogel oorspronkelijk afkomstig uit Canada. Het is niet eens een slimme vogel. Althans, hij heeft geen richtingsgevoel; de voorouders van de nēnē zijn ooit verdwaald geraakt, kwamen in Hawaii terecht en besloten vervolgens dat het klimaat ze wel beviel. Een andere, meer vriendelijke verklaring is dat de Canadese gans ooit geblesseerd raakte en noodgedwongen uitweek naar Hawaii. Maar vanwege de afgelegen ligging kent Hawaii weinig inheemse dieren.

De enige zoogdieren die het tot de archipel hebben geschopt zijn een vleermuis en de Hawaiiaanse monniksrob. Die laatste is uiterst zeldzaam omdat er nog elf honderd exemplaren van in leven zijn. Die leven vooral in de wateren rond de Leeward eilanden, de lange reeks eilanden ten noordwesten van Hawaii. Dat is niet de veiligste plek, omdat daar ook de natuurlijke vijand van de monniksrob leeft. Een Hawaiiaanse monniksrob in het wild zien is een zeldzaamheid op de eilanden, maar tijdens de Road to Hāna ligt er zowaar eentje in de zon te chillen.

DSC_3949X

DSC_3958X

DSC_3970X

DSC_3974X

Zonsondergang op de top van de Haleakalā in vier stappen. Omdat ik niet kan kiezen welke foto ik het mooiste vind.

Het landschap in de Haleakalā is dan kaal, tegen de tijd dat het wandelpad weer omhoog leidt, kom je in een gebied waar wel veel meer plantengroei is. Niet toevallig is dit het gebied dat aan de oostkant van het eiland ligt, de kant van Maui die doorgaans het meeste water vangt. Dit is het gebied van de Road to Hāna, de weg die al kronkelend een weg baant tussen stranden aan de ene kant en regenwoud (inclusief veel watervallen) aan de andere kant. Hier groeien vooral varens die baat hebben bij de overvloedige regenval. Bovenop heb je een prachtig uitzicht op de vulkaan en kan je aan de oostkant de wolken zien hangen.

De wandeling door de Haleakalā begint op tienduizend feet en eindigt op achtduizend feet. Daarna rijden onze gidsen met ons terug naar de top van de vulkaan voor een zicht op de zonsondergang. Die is spectaculair. De wind heeft hier vrij spel en doordat het tegen het einde van de dag loopt is het flink afgekoeld. Het is snijdend koud, reden voor onze chauffeurs om doorgaans in de auto te blijven zitten maar zelfs zij zien hoe spectaculair de zonsondergang vandaag is en doorstaan graag de kou.

DSC_3984X

DSC_3986X

DSC_3988X

Little Beach. Op de bovenste foto Kaho’olewa vanuit de verte gezien, op de tweede foto kan je – als je goed kijkt – wat blote mensen zien en op de onderste foto een fotogenieke boom aan de noordkant van Little Beach.

Op zondag staat een bezoek aan Little Beach op het programma. Big Beach is het plaatje van de stranden van Maui, maar Little Beach is een naaktstrand en ademt de hippiesfeer die op alle Hawaiiaanse eilanden wel een beetje, maar op Maui nog het meeste hangt. Het heet een naaktstrand te zijn, maar volgens June van het hostel is clothing optional. Dat blijkt, vrijwel iedereen heeft netjes een zwembroek of badpak aan, maar er staan ook nog veel mensen in hun blootje te dansen op de muziek van de trommelaars. Ze zorgen voor de muzikale begeleiding bij de zonsondergang, al dan niet onder invloed van joints of paddo’s – of iets sterkers.

Het is vandaag snikheet en zonnig. Een klein wonder; Big Beach en Little Beach worden vaak geteisterd door wat June a huge mechanical cloud noemt: een wolk die boven het strand hangt en maar niet weg wil gaan. Kamergenoot Kyle wijst op een eiland voor de kust. Dat is Big Island, beweert hij. Niet helemaal; The Big Island ligt veel verder. Dit is Kaho’olawe, een onbewoond eiland dat tot 1990 door het Amerikaans leger werd gebruikt voor oefeningen. Het is sinds 1994 weer in bezit van de staat Hawaii, maar tevens zwaar vervuild. Enkel Hawaiianen mogen het eiland uit religieus oogpunt gebruiken.

DSC_4012X

DSC_4006X-kl

DSC_4015X

DSC_4021X-kl

De ‘Īao Valley, vallei met een bloederige geschiedenis.

De westkant van Maui wordt gevormd door de West Maui Mountains. De beroemdste bezienswaardigheid aan die kant is de ‘Īao Valley, een vallei op ongeveer vijf kilometer afstand van Wailuku. De top van de vallei, de ‘Īao Needle, kan je vanuit de Banana Bungalow zien liggen. Althans, je kan zien dat de ‘Īao Needle constant in de wolken ligt (op wikipedia staat een foto van de ‘Īao Needle zonder wolken; een zeldzaamheid). De ‘Īao Needle is niet echt een naald, dat lijkt maar zo. Eigenlijk is dit het uitstekende einde van een hoge bergwand, vanaf de grond gemeten is die zelfs hoger dan de Eiffeltoren.

De top van de ‘Īao Needle bezoeken is niet mogelijk. Wel is er een wandelpad dat diep de vallei in leidt. Het eindigt op een punt waarop je een mooi uitzicht hebt in de richting van de zuidkant van het eiland. Maar om er te komen moet je vier kilometer over een hier en daar modderig en flink overwoekerd (en soms spekglad) pad lopen en of je nu goede wandelschoenen draagt of gympies: wegglijden doe je.

Voor de oorspronkelijke bewoners van Maui was de ‘Īao Valley een heilige plaats, de plek waar koningen begraven liggen. ‘Īao Valley is ook de plek waar in de 1790 de Slag van Kepaniwai plaatsvond. Kamehameha de Grote versloeg in een uiterst bloedige strijd Kalanikūpule en het leger van Maui. Kamehameha zou later koning worden van alle Hawaiiaanse eilanden, een strijd die hij met dank aan vele door het westen geleverde wapens zou winnen, iets waarvan veel westerse mogendheden zeiden dat ze dat eigenlijk niet steunden, maar in de praktijk kwam het wel goed uit: één koning voor alle eilanden van Hawaii, in plaats van al die aparte eilandjes met hun eigen vorstenhuizen. De strijd in ‘Īao Valley was dermate bloederig dat het water van de ‘Īao River drie dagen bloedrood kleurde en Kepaniwai, de naamgever aan de slag, is Hawaiiaans voor het afdammen van de rivier. Afdammen van de rivier met lijken, that is.

DSC_4033X

DSC_4041X

DSC_4061X-kl

DSC_4075X

DSC_4082X-kl

DSC_4087X

DSC_4094X

DSC_4096X

DSC_4100X

DSC_4104X

DSC_4105X-kl

DSC_4109X

DSC_4124X

DSC_4136X

DSC_4134X

De Road to Hāna, om elke bocht een ander uitzicht. Op de tweede foto van boven een Hawaiiaanse monniksrob. Op de vierde, vijfde en zesde foto van boven: zo ziet een strand met zwart zand eruit. Op de zevende en achtste foto van boven zie je een blowhole, maar dan vanuit de binnenkant gezien. Op de onderste twee foto’s de woestijn op de zuidflank van de Haleakalā. De onderste foto is genomen vanuit een rijdende auto. Het kruisbeeld verscheen ineens in de lens en geeft de foto wat macabers.

De Road to Hāna is samen met een bezoek aan de Haleakalā een must voor een bezoeker aan Maui. De weg bestaat uit 620 bochten en 59 bruggen, waarvan 46 uit één baan bestaan. Toeristen kunnen als bewijs van hun moed een T-shirt kopen met het opschrift ‘I survived the Road to Hana’. Natuurlijk gaat het bij de Road to Hāna niet om Hāna zelf; dat is een plaatsje van niks dat je, als je niet goed oplet, makkelijk mist. De weg leidt door tropisch regenwoud en omdat dit de natte kant van het eiland betreft is in zowat elke bocht wel een tientallen meters hoge waterval te zien. De kust wordt verder gevormd door stranden en blowholes. Het strand van het Wai’anāpanapa State Park is gitzwart en daarmee een bezienswaardigheid.

De weg is niet alleen mooi voor de bezienswaardigheden, maar ook culinair is het nog aardig: het dorpje Pā’ia, aan het begin van de route, is een hippiedorp en heeft veel leuke biologische winkels, verder kan je onderweg het lekkerste banana leaf bread van alle eilanden eten (en echt, het is heel lekker) en een Tahitiaans eettentje verkoopt overheerlijke fish taco. Normaal moet je als je in Hāna bent aangekomen weer over dezelfde weg terug, maar er is een weg die voorbij Hāna om de zuidkant van het eiland (en de Haleakalā) heen leidt. Die weg is het grootste deel van het jaar gesloten en deels niet eens fatsoenlijk geasfalteerd, maar sinds een paar dagen is ie open. Over een afstand van enkele kilometers verandert het landschap van regenwoud in hoge kliffen in woestijn: de zuidflank van de Haleakalā is dor en droog gebied. Hier staat een enkele biologische boerderij, of het verdwaalde kerkje waar vliegpionier Charles Lindbergh begraven ligt. Dit is het jongste gebied van Maui, de lava zou hier een paar honderd jaar geleden nog gestroomd hebben.

Blijf de weg volgen en heel langzaam kom je weer in de bewoonde wereld. Ik vroeg aan de chauffeur Isaac of we dan ook langs Little Beach komen, maar nee, dan zouden we toestemming aan Oprah moeten vragen. Ja, Oprah Winfrey heeft een paar flinke lappen grond op Maui in bezit. Ik betwijfel of ze er vaak komt, ze heeft het land vermoedelijk vooral als investering gekocht – het is er peperduur. Ze is niet de enige; ook Beau Bridges, Woody Harrelson en Aerosmith-zanger Steven Tyler hebben er land. Tyler is ook geregeld op Maui te zien, al dan niet met een paar jonge dames als chaperones. Of Chicago Bulls basketballer Joakim Noah er een eigen stek heeft weet ik niet, maar hij liep wel rond bij de ‘Ohe’o Gulch, halverwege de Road to Hāna. Ik had ‘m niet herkend, maar viel op omdat hij werd vergezeld door een paar jonge groupies en enkele Franstalige Canadese medereizigers herkenden hem.

De volgende dag vertrekt mijn vliegtuig naar Hilo op The Big Island. Heel jammer. Banana Bungalow ís hostel heaven (ook al miste ik een stopcontact op mijn kamer), het contact met de andere gasten was heel geslaagd en het weer op Maui is prettig. Onderweg naar het vliegveld deel ik een taxi met een Quebécois stel. De taxichauffeur is al net zo praatgraag als degene die me een kleine week eerder heeft afgeleverd. Waar ik vandaan kom? Nederland? O, de Nederlandse dames zijn de mooiste in de wereld. Hij weet het nog goed, toen ie een keer in Haarlem was. Mooi, en ruimdenkend. Maar, zo verzekert hij het Canadese stelletje, ruimdenkend is iets heel anders dan promiscu. Hij kent geen preutsere vrouwen als Nederlandse. Ik schiet ervan in de lach. ‘Ja, jij snapt precies wat ik bedoel,’ zegt de taxichauffeur.

DSC_4097X

En hier is dan eindelijk dat dansende hoelameisje waar zoveel om is gevraagd.

This entry was posted in Foto's, Reizen and tagged , , , , , , , , , , , , , , . Bookmark the permalink.

One Response to Maui

  1. Laura says:

    We hebben er weer een mooi geschiedenis lesje bij 😀
    En inderdaad jaloersmakende foto’s!

Comments are closed.