Tien keer strand

DSC_3745

Waikiki. Ook een veelbezongen strand.

Het uitgangspunt is hetzelfde als bij de bezongen steden: tien keer een bezongen strand (of kust) waarbij in de titel (of de tekst) een verwijzing moet zitten naar het strand of de strand of de regio waar het strand ligt. Heel spijtig dus dat Martha & The Muffins’ geweldige new wave klassieker Echo Beach achterwege moet blijven: het is een fictief strand, ook al staat op de hoes van de single een kaart van Chesil Beach afgebeeld.

Vooral Nederlandse artiesten lijken een obsessie te hebben met stranden, het liefst op exotische locaties. Anneke Grönloh zingt over Soerabaja (‘met je palmenstrand’), Maywood over Rio, waarvan de zusjes niet schijnen te weten dat het een stad is en geen land (‘Rio de Janeiro, land of sun, samba and wine’), de Vengaboys over Ibiza (al komen ze niet verder dan dat ze een feestje gaan vieren op een strand) en T-Spoon over seks op een (niet nader genoemd) strand (‘I wanna have sex on the beach’ – het kan natuurlijk over de gelijknamige cocktail gaan). Ik zou met gemak een top-10 kunnen vullen met enkel Nederlandse acts, maar mijn voorkeur gaat uit naar wat obscuurdere plaatjes. Voordat Rob Stenders boos wordt (vooropgesteld dat ie dit leest), nee, Zandvoort Aan Zee van de Pasadena Dream Band heeft de lijst net niet gehaald. Het plaatje staat op nr. 11.

Het bezingen van een kust hoeft overigens lang niet altijd een vrolijk, zomers niemendalletje op te leveren. Er zit een wereld van verschil tussen de verstikkende heimwee van Talk To Me Of Mendocino en het zwoele The Girl From Ipanema.

Overigens, de ultieme strandplaat is natuurlijk Wicked Game van Chris Isaak.

10xstrand1010. Kilima Hawaiians – Aan Het Strand Van Waikiki (1947)

Vanaf halverwege jaren dertig is Nederland in de ban van een heuse nederhawaiianhausse: muziek waarbij de steelguitar centraal staat. De succesvolste groep binnen het genre zijn de Kilima Hawaiians (of Kilima’s) van Bill en Mary Buysman. Ze zijn niet alleen in Nederland populair, toeren ook door Duitsland en Scandinavië en hun grootste hit is een Nederlandstalige versie van de countryklassieker There’s A Bridle Hangin’ On The Wall (niet onaardig vertaald als Er Hangt Een Paardenhoofdstel Aan De Muur). De muziek is populair tot in de jaren vijftig; in 1958 doen zelfs Rijk de Gooijer en John Kraaijkamp mee aan de nederhawaiianhausse met hun parodie Het Goudgele Strand (Van Ameland), maar in deze top-10 is maar ruimte voor één plaatje uit dit genre. Als de Kilima Hawaiians allang zijn ingehaald door de rock ‘n roll en beatmuziek krijgen ze nog een eigen radioshow bij de NCRV die tot in de jaren tachtig door zou lopen. Ze zouden in de vergetelheid zijn geraakt als Vic van de Reijt de groep niet eind vorige eeuw uit de mottenballen had gehaald voor zijn Top 100 van Nederlandstalige Singles en Lutgard Mutsaers het standaardwerk Haring & Hawaii niet zou hebben geschreven.

De Kilima Hawaiians hebben zo’n beetje elke plaats in Hawaii bezongen, maar Aan Het Strand Van Waikiki is het bekendste. Het is een vrolijk niemendalletje. Inderdaad, met steelguitar, en orgel.

10xstrand99. Kate & Anna McGarrigle – Talk To Me Of Mendocino (1975)

Jonkies zijn de Canadese zusjes Kate en Anna McGarrigle niet meer als ze in 1975 hun titelloze debuutalbum uitbrengen. Wel is de naam van de McGarrigles een jaar eerder definitief gevestigd, doordat Anna’s song Heart Like a Wheel een hit is geweest voor Linda Ronstadt. De bekendste track van die lp is Complainte Pour Ste. Catherine, waarin het duo de taalstrijd vergelijkt met een oorlog tegen muggen, maar Talk To Me Of Mendocino is mijn favoriet. De zusjes zingen afwisselend over het afscheid dat ze nemen van New York (‘my home, far away from home’) en hun verlangen naar Mendocino (‘closing my eyes I hear the see’), een kustplaats – met strand – in Californië. De samenzang is het ene moment troostend, het andere moment zo melancholiek dat ik er tranen van in m’n ogen krijg (broers en zussen hebben sowieso de mooiste harmonieën, vraag maar aan de Everly Brothers, of de Beach Boys). In Talk To Me Of Mendocino is weinig te horen van de vrolijkheid die gepaard gaat met zon, zee en strand, eerder het gevoel van een alles verstikkende heimwee.

Toen ik nog op de muziekafdeling van de bibliotheek werkte had ik ooit een dame aan mijn balie die alles van de familie Wainwright wilde horen: Loudon III, Martha en (uiteraard) Rufus konden haar goedkeuring wegdragen. ‘En de zusjes McGarrigle dan?’ vroeg ik, omdat (de in 2010 overleden) Kate Rufus’ moeder en Loudon III’s partner was. ‘Die zingen toch zo vals?’ was haar reactie. Ik was intens beledigd, beschouw het debuut van de McGarrigles als het beste folkalbum uit de seventies en heb meteen de cd uit de bakken geplukt en aan haar meegegeven.

Als muziekbibliothecaris moet je af en toe zendingswerk verrichten.

10xstrand88. Zangeres Zonder Naam – ‘t Was aan de Costa del Sol (1975)

Ik heb voor mijn tiende levensjaar nauwelijks popmuziek gehoord, maar de uithaal (‘Mexiiihiiiiicooooo’) van de Zangeres Zonder Naam in de live versie haar grote hit Mexico staat in mijn geheugen gegrift. De discografie van Mary Servaes staat vol met hits over exotische locaties: Mandolinen in Nicosia, Vissers van Capri, Witte Rozen uit Athene, Kersebloesem in Yokohama, In Santo Domingo: lekker romantisch wegdromen met azuurblauwe zeeën en goudgele stranden in gedachten. ‘t Was aan de Costa del Sol is in de zomer van 1975 geen grote hit en ik betwijfel of de Zangeres Zonder Naam zelf ooit aan de Spaanse costa geweest, maar het is wel een plaat met eeuwigheidswaarde (vooral dankzij dat lullige ‘tingeling’). Het liedje heeft niet veel om het lijf, gaat vooral over hoe de zangeres haar Spaanse zomerliefde mist nu ze weer terug is in het grauwe Nederland maar toegegeven, het is meesterlijk hoe tekstschrijver Johnny Hoes in deze hit fijn, maneschijn, Spaanse wijn en samen te zijn op elkaar laat rijmen; André Hazes moet jaloers zijn geweest, of anders wel zijn rijmwoordenboek.

Je mag het eigenlijk niet zeggen, maar het oeuvre van de Zangeres Zonder Naam is natuurlijk van een ultieme wansmaak, een audiovariant van het huilende zigeunerinnetje, maar Servaes heeft in Gerard Reve en – meer recent – Alexander Pechtold, prominente fans (gehad).

10xstrand77. Crowded House – Kare Kare (1993)

Tegenwoordig maakt het niet meer uit waar je als band vandaan komt, maar voordat internet de wereld een stuk kleiner zou maken stond je als artiest uit Australië bij voorbaat al 0-1 achter als je het op het noordelijk halfrond wilde maken. Een Nieuw-Zeelandse act had het nog veel lastiger.

Crowded House komt voort uit Split Enz, de geweldige groep van de broertjes Neil en Tim Finn die nooit echt door weet te breken (hoewel het prachtige Message To My Girl een popklassieker is), ondanks dat de groep eind jaren zeventig van Te Awamutu, Nieuw-Zeeland naar Melbourne, Australië vertrekt. Maar Crowded House bereikt zowaar de tweede plaats van de Amerikaanse hitlijsten met de single Don’t Dream It’s Over en ook al weet de groep dat succes niet te consolideren, tegen 1993 is Crowded House uitgegroeid tot een solide albumgroep, met Together Alone als vierde in een reeks succesvolle cd’s. Kare Kare is de gedurfde opener van die plaat. Gedurfd, omdat het nummer geen refrein heeft en vergeleken met meezingers als Weather With You en Four Seasons In One Day nogal ontoegankelijk is. Maar de slide gitaar, drumbreak en melancholieke tekst maken het een van de beste nummers uit het oeuvre van de groep.

Karekare is de naam van een dorpje aan de kust, niet ver van Auckland. Crowded House nam het album er op. Het strand van Karekare is tevens gebruikt als locatie in de film The Piano. Ook een aanrader trouwens, die film.

10xstrand66. Patti Smith – Redondo Beach (1975)

Patti Smith is al 28 jaar als ze debuteert met Horses. Ze is in één klap beroemd als de hogepriesteres van de punk en het album blijkt bijzonder invloedrijk te zijn; songs als Gloria, Birdland en Free Money zijn klassiekers. De hoesfoto is van Robert Mapplethorpe, met wie ze jarenlang een tumultueuze relatie heeft. Redondo Beach is eigenlijk een gedicht, geschreven in 1971, als Smith samen met Mapplethorpe en haar zus Linda in het Chelsea Hotel woont. Na een ruzie vertrekt Linda om de hele avond niet terug te keren. Patti reist naar Coney Island, brengt daar de nacht door en schrijft bij thuiskomst het gedicht waarin ze zich voorstelt hoe haar zus zelfmoord pleegt en aanspoelt op Redondo Beach in Californië. Natuurlijk is het een fantasie; in werkelijkheid keert Linda ongeschonden terug en besluiten ze (heel schattig) nooit meer ruzie te maken. Waarom Smith voor de setting van haar gedicht Coney Island heeft verruild voor Redondo Beach wordt echter niet duidelijk.

In 2005 betuigt Morrissey eer aan Smith door een live cover van Redondo Beach op single uit te brengen. Patti Smith waarschuwt de zanger nog: covers van haar songs zijn gedoemd te floppen, maar Morrissey’s versie bereikt een respectabele elfde plaats in de Britse hitlijsten. De keuze van een Smith-song door Morrissey is niet vreemd. Het is Horses dat het leven van de voormalig Smiths-zanger zou hebben veranderd, bovendien ontmoette hij latere Smiths-gitarist Johnny Marr in 1978 bij een concert van Smith. Zelfs de keuze van de bandnaam zou zijn ingegeven door een gezamenlijke liefde van Morrissey en Marr voor de muziek van Patti.

10xstrand55. The Thrills – Big Sur (2003)

De Eagles, Fleetwood Mac, The Thrills, Jackson Browne: wie hoort niet in het rijtje thuis. The Thrills, uiteraard, omdat ze in de 21ste eeuw zijn begonnen met muziek maken, maar ook omdat ze uit Ierland afkomstig zijn in plaats van Californië. De groep rond zanger Conor Deasy heeft een obsessie met westcoastpop. Debuutplaat So Much For The City (die titel komt uit de tekst van single Big Sur) staat vol met verwijzingen naar Amerikaanse plaatsen: Santa Cruz (You’re Not That Far), Hollywood Kids en Your Love Is Like Las Vegas. Nee, er is weinig Iers aan The Thrills. Big Sur is een regio aan de kust in het midden van Californië met een ruige kustlijn met rotsen, stranden en watervallen. Het natuurschoon heeft een aantrekkingskracht op schrijvers en kunstenaars; Hunter S. Thompson, Jack Kerouac en Henry Miller vertoeven er, later wordt de streek een centrum van de newage beweging en in de jaren zestig vinden er folkconcerten plaats. Maar Big Sur staat in The Thrills voornamelijk voor een plaats die je kent uit je jeugd en waar je naar terugverlangt, maar die in werkelijkheid alleen maar tegen kan vallen.

Daarmee is de muziek van The Thrills perfect omschreven; de zon schijnt er constant, maar af en toe hangt er een wolkje voor. So Much For The City is een succes, maar opvolgers Let’s Bottle Bohemia en Teenager doen nagenoeg niks. Sinds 2008 is The Thrills ‘on hiatus’. Dat de groep sinds die tijd zonder platencontract zit zal ongetwijfeld ook meespelen.

10xstrand44. Bløf – Aan de Kust (1998)

In de titel zit geen directe verwijzing naar de Zeeuwse kust, maar die zit wel in een regel in het refrein. De tekst is zoals gebruikelijk bij Bløf ondoorgrondelijk; openingsregel ‘de zoute zee slaakt een diepe zilte zucht’ is nog mooi allitererende poëzie, maar wat bedoelt die Pascal Jacobsen toch in godsnaam met zinnen als ‘Vlissingen ademt zwaar en moedeloos vannacht’ (ah), ‘alle schepen zijn verbrand, maar er is niets aan de hand’ (werkelijk waar?) en ‘waar de liefde van de lust steeds maar weer zal gaan verliezen, omdat ze nooit kan kiezen tussen goed en niet zo kwaad’ (euh… juist). Cabaretier Bert Visscher had ooit een conference waarin hij de volstrekt onzinnige tekst van Anneke Grönlohs Brandend Zand ontleedde, maar hij had ook gemakkelijk Aan de Kust als voorbeeld kunnen nemen. Toegegeven, de meeste Engelstalige songteksten zijn ook volstrekt onzinnig, maar dan valt het nét even iets minder op. Nietwaar, Des’ree?

Echt een grote hit is Aan de Kust in 1998 nooit geworden, wel stond het drie (!) maanden lang in de kelder van de Top 40. Tegenwoordig is het een vaste waarde in de bovenste regionen van de Top 2000, ondanks die ondoorgrondelijke tekst.

10xstrand33. Beach Boys – Surfin’ U.S.A. (1963)

‘Guido, rek je dat principe ‘geografische locatie in de titel’ met de titel Surfin’ U.S.A. niet een beetje te ver op?’ Misschien wel. Maar het zou onvergeeflijk zijn de Beach Boys in een top-10 over stranden weg te laten. Het probleem is: ze hebben geen hits gescoord met locaties in de titel. Hoe overtuigend de Beach Boys ook zongen over die plaats in de Florida Keys, Kokomo bestaat écht niet en voor de rest staan de titels van de vroegste (en leukste) Beach Boys hits vooral vol met referenties aan surfen: Surfin’ Safari, Surfer Girl, Surfin’ (en dat terwijl de enige beach boy die echt kon surfen Dennis Wilson was). Die ene keer dat een locatie wordt genoemd in een titel gaat het meteen over meisjes: California Girls.

Surfin’ U.S.A. is een goed compromis. De tekst telt tientallen namen van stranden in Amerika, voornamelijk in Californië en Hawaii en wordt in 1963 geschreven door Brian Wilson, waarbij hij – niet geheel zonder controverse – gebruik maakt van de melodie van Chuck Berry’s Sweet Little Sixteen. De stranden, in de volgorde waarop ze in de song voorbij komen: Del Mar, Ventura County Line, Santa Cruz, Trestles, Australia’s Narrabeen, Manhattan, Doheny, Haggerty’s, Swami’s, Pacific Palisades, San Onofre, Sunset, Redondo Beach, L.A., La Jolla en Waimea Bay.

Hoe Australia’s Narrabeen in een song met de titel Surfin’ U.S.A. terecht is gekomen is een raadsel.

10xstrand22. Peter Allen – I Go To Rio (1976)

Ja Barry. Ik had je graag in deze top-10 vermeld met je Copacabana (At the Copa), maar je plaatje over de showgirl Lola blijkt zich af te spelen in een hotel (of een nachtclub, daarover zijn de geleerden het nog niet eens) dat niet eens aan het wereldberoemde strand in Rio de Janeiro ligt, maar in het Cubaanse Havana. Tja. Ik opteer voor deze bezongen stranden top-10 dus voor een andere discoklassieker over Rio de Janeiro: Peter Allens I Go To Rio. Bijna net zo camp.

Eigenlijk was er niets Braziliaans aan Allen. Hij kwam uit Tenterfield, een dorpje op de grens van New South Wales en Queensland dat de songschrijver in 1972 vereeuwigde in de song Tenterfield Saddler. Daarvoor had hij samen met Chris Bell opgetreden als The Allen Brothers, een populair entertainmentduo op de Australische televisie. Hoewel Allen zeker een succesvolle solocarrière had was hij voornamelijk actief als songschrijver voor anderen; Olivia Newton-John had een grote hit met Allens I Honestly Love You en hij schreef mee aan Arthur’s Theme (Best That You Can Do), dat een grote hit werd voor Christopher Cross. Maar I Go To Rio is de compositie van Allen die de meeste eeuwigheidswaarde heeft. Het werd gecoverd door Peggy Lee en Claude François en gaat vooral over dansen, meer precies de samba, la bamba en de salsa, maar het is moeilijk géén strandgevoel te krijgen bij dit filmpje: TopPop Aussie Style. Allen was helemaal niet geïnteresseerd in schaars geklede, zongebruinde dames in bikini’s. Al in de jaren zeventig kwam hij min of meer uit de kast, ook al was de zanger van 1967 tot 1974 toch écht in de echt verbonden met Liza Minnelli.

Allen is in 1992 overleden aan de gevolgen van aids, maar I Go To Rio is onsterfelijk; toen het Australisch voetbalelftal zich 18 juni jongstleden door een overwinning op Irak kwalificeerde voor het WK voetbal 2014 in Brazilië schalde na afloop van de wedstrijd I Go To Rio uit de speakers.

10xstrand11. Astrud Gilberto – The Girl From Ipanema (1963)

Het is stom toeval dat Astrud Gilberto ooit is doorgebroken als zangeres. Het is te danken aan saxofonist Stan Getz die in 1963 Garota de Ipanema op wil nemen met zanger João Gilberto en componist Antônio Carlos Jobim. Producer Creed Taylor wil een Engels couplet toevoegen, maar Gilberto blijkt nauwelijks een woord Engels te spreken. Zijn vrouw Astrud echter wel en zij zingt het tweede couplet in. Nouja, zíngt. Ze heeft een zwaar Braziliaans accent en kan nauwelijks toon houden, maar ze weet wel een geweldig sfeer neer te zetten: zwoel, heet, sexy, precies zoals Jobim en tekstschrijver Vinícus de Moraes de compositie bedoeld hebben. Astrud Gilberto wordt de ster van de bossa nova, het album Getz/Gilberto een jazzklassieker en The Girl From Ipanema – onder welke titel de standard internationaal beroemd zou worden – bereikt een vijfde plaats in de Billboard Hot 100. Zowel single als album worden in 1965 overladen met Grammy’s. Het wordt ontelbaar vele malen gecoverd, zo is het een van de eerste liedjes die Amy Winehouse oorspronkelijk opneemt voor haar debuutalbum Frank, al zou het pas postuum worden uitgebracht.

Voor veel Amerikanen groeit Astrud Gilberto uit tot het meisje van Ipanema, maar de jongedame waar De Moraes zich door had laten inspireren heet in het echt Helô Pinheiro. Ze flaneert als 17-jarige dagelijks door Ipanema en maakt indruk door haar lengte (1 meter 73) en haar donkere haar. Af en toe bezoekt ze een bar om een pakje sigaretten voor haar moeder te kopen, om bij vertrek te worden nagefloten door alle mannelijke bezoekers. Pinheiro is inmiddels iets ouder en heeft een eigen boetiek in Ipanema die de naam Garota de Ipanema draagt. Het strand van de wijk Ipanema ligt direct ten zuiden van het veel beroemdere Copacabana. Het wordt door kenners ‘uiterst sfeervol’ genoemd; bij Travel Channel werd het strand enkele jaren geleden zelfs uitgeroepen tot meest sexy strand ter wereld.

Mijn eerste vriendin had een broer die een grote fan was van Astrud Gilberto. Zij kon die muziek niet uitstaan en daarom zei ze, toen haar broer een cd van de zangeres voor Sinterklaas kreeg, tegen mij: ‘haar naam klopt. Astrut Gilberto, Astrút!’ Het heeft ervoor gezorgd dat ik jarenlang een vrolijke antipathie tegen de zangeres had, voordat ik ook maar een noot muziek van haar had gehoord maar ik moet toegeven: The Girl From Ipanema is geweldig en ook de rest van het oeuvre van Gilberto is zeer genietbaar. Vederlichte zomeravondmuziek, vooral prettig bij temperaturen van 25 graden of hoger.

This entry was posted in Lijstjes, Muziek and tagged , , , , , , , , , , , . Bookmark the permalink.