‘The idea of putting an object in a park really didn’t motivate me too much. I was looking for an area that was somewhat raw because Holland is so pastoral, so completely cultivated and so much an earthwork in itself that I wanted to find an area that I could mould, such as a quarry or a disused mining area.’
Nee, Robert Smithson stond aanvankelijk niet te springen toen hem werd gevraagd een kunstwerk te maken voor Sonsbeek ’71. Pas toen hij door bemiddeling van curator Wim Beeren de kans kreeg om in een zandafgraving in het oosten van het land aan de slag te gaan, in plaats van in een beeldenpark bij Arnhem, was zijn interesse gewekt. Die afgraving lag in 1971 nog in Emmerschans, net buiten de stad Emmen, maar ligt inmiddels binnen de stadsgrenzen. Smithsons kunstwerk Broken Circle/Spiral Hill is nog steeds te bezichtigen, weliswaar op werkdagen. Drie jaar geleden werd zelfs het veertigjarig jubileum van het werk gevierd in aanwezigheid van Nancy Holt, de februari dit jaar overleden weduwe van Smithson; de kunstenaar zelf stierf in 1973 bij een vliegtuigongeluk, toen hij bezig was met de voorbereidingen van een nieuw werk in Texas.
Land Art is een typische niche van de moderne kunst van de twintigste eeuw. De grens van wat mogelijk was binnen de kunst moest zoveel mogelijk worden opgerekt. Kunst moest niet enkel in musea en galeries te zien zijn, maar juist voor een breed publiek toegankelijk zijn. Dat daarbij werd gekozen voor exotische locaties was logisch, omdat de enige manier om de werken onder de aandacht te brengen televisie (het meest democratische medium denkbaar) zou zijn. De meeste kunstenaars (Walter De Maria, Richard Long, James Turrell) binnen de stroming zijn tegenwoordig alleen bij liefhebbers bekend. Sterker nog, veel kunstwerken zijn na afloop van de expositie weggehaald of vernietigd, of door natuur overwoekerd, al was dat laatste vaak nadrukkelijk de bedoeling. Christo is vandaag de dag nog steeds wereldberoemd door z’n groots opgezette projecten waarbij gigantische objecten werden ingepakt: van een stuk kust bij Sydney tot de Pont Neuf in Parijs of de Rijksdag in Berlijn.
Begin jaren zeventig was Smithson de grootste naam binnen de Land Art. Zijn Spiral Jetty, een 450 meter lange spiraalvormige dijk in het Salt Lake in Utah werd wereldberoemd en wordt tegenwoordig beschouwd als een hoogtepunt binnen de stroming. Voor de aanleg liet hij zevenduizend ton aan zand, stenen en basalt aanrukken. Het werd vooral beroemd door de spectaculaire foto’s die van Spiral Jetty werden gemaakt; het ligt te afgelegen om hordes toeristen te trekken.
Tegenwoordig zijn nog slechts drie kunstwerken van Smithson te bezoeken en van die drie is Broken Circle/Spiral Hill het enige in Europa. Het was bij toeval dat ik het tegenkwam, in een boek van Taschen over Land Art, dat ik in 2009 in New York had gekocht. Bij het doorbladeren keek ik bij elk werk waar het te zien was, om bij Broken Circle/Spiral Hill verbaasd te concluderen dat het zich niet alleen in Nederland zou bevinden, maar dan ook nog in Emmen. Met alle respect voor de vlinderstad (en de claim to fame als eerste Nederlandse stad met doorzonwoningen), het was niet de stad waar ik als eerste aan zou denken als het om moderne kunst ging. Ik ging op internet zoeken en het werk bleek nog steeds te bestaan. Dat het alleen op doordeweekse dagen te bezoeken zou zijn was lastig, zeker in combinatie met mijn werk. Toevallig kon ik een paar weken terug een dagje vrij regelen en besloot ik mijn kans te grijpen: 25 graden, strakblauwe lucht, ik wilde toch al gaan fietsen in Drenthe, dan is Broken Circle/Spiral Hill een uitstekend startpunt.
Het is niet moeilijk om er te komen. Als je weet waar het is tenminste, want het staat niet aangegeven. Je meldt je bij de zandafgraving aan de Emmerhoutstraat 138. Daar krijg je een formulier waarop je invult waar je vandaan komt en hoe je van het kunstwerk hebt gehoord en betaal je vijf euro entree. De medewerker belt met de bewoner van Emmerhoutstraat 150, 300 meter verderop en laat weten dat er een bezoeker aankomt. En als je bij nr. 150 bent aanbeland, word je opgewacht door een vriendelijke man die je uitlegt hoe je bij het kunstwerk kunt komen en vertelt dat je straks bij terugkomst op je gemak een videofilm kunt kijken in een keet naast het woonhuis. En trouwens, in het woonhuis zelf is een permanente tentoonstelling te zien.
Smithons werk ligt nog altijd aan de rand van de zandafgraving, een gigantische plas met groengekleurd water, maar wie foto’s uit 1971 erbij pakt, moet toch erkennen dat er flink wat is veranderd. Er is veel meer zand afgegraven en de stadse bebouwing is opgerukt. Ironisch genoeg is juist het kunstwerk zelf, waarvan het de bedoeling was dat het opgeslokt zou worden door de natuur, amper veranderd. De meest opvallende verandering is dat de heuvel – een verwijzing naar de Toren van Babel – met het pad dat omhoog cirkelt niet meer donkerbruin of grijs is, maar overwoekerd met donkergroene struiken. Het uitgekerfde pad is nog altijd met wit aangegeven. Maar wat Smithson indertijd het meest fascineerde, die tientallen meters dikke lagen zandafzetting, op foto’s uit de jaren zeventig duidelijk zichtbaar aan de rand van het meer, is verdwenen.
‘The quarry happened to be on the edge of a terminal moraine. During the last ice age, the glaciers moved down there and deposited all different kinds of materials, mainly sand. The area was made up of red, yellow, white, brown and black earth, with boulders that had been carried by the glaciers and tumbled into a round shape.’
Voor Smithson was Broken Circle/Spiral Hill de perfecte gelegenheid om z’n visitekaartje af te geven. Hier kon hij een door de industrie aangetast landschap omvormen tot kunstwerk. Het sleutelwoord was daarbij ‘entropie’: een eindeloze cyclus waarbij natuurlijke landschappen werden omgevormd tot kunstwerk, om weer terug te worden gegeven aan de natuur. Het werk in Emmen moest een voorbeeld worden voor de tientallen mijngebieden in de Verenigde Staten maar hoezeer de kunstenaar ook probeerde de gezagsdragers in z’n thuisland te beïnvloeden, er bleek geen interesse te zijn voor Smithsons ideeën.
Misschien was dat de reden dat Smithson z’n enige werk in Europa zo belangrijk vond. Een jaar na de expositie begon hij met een instructie hoe Broken Circle/Spiral Hill zoveel mogelijk te behouden voor het nageslacht. Entropie mocht, maar moest zoveel mogelijk tegen worden gegaan. Dat is geen eenvoudige zaak. Wie Broken Circle oploopt, ziet dat aan de rand paaltjes zijn geplaatst om afslag van zand door het water tegen te gaan. Een groter probleem was de oprukkende stad Emmen (op topografische kaarten is het kunstwerk zelfs te zien), zodat in 1984 zelfs werd voorgesteld om het hele kunstwerk maar te verplaatsen naar een andere afgraving, bij Erica. Dat die verhuizing niet doorging is te danken aan de gigantische zwerfkei, indertijd een doorn in het oog voor Smithson, die midden in Broken Circle ligt.
Die zwerfkei bleek bij het creëren van het kunstwerk – een spel waarbij aan de ene kant dijkjes werden gebouwd en aan de andere kant van de cirkel weer andere dijkjes werden doorgebroken (een verwijzing naar de Watersnoodramp van 1953), maar waarbij ook veel zand werd afgegraven – exact in het midden van het kunstwerk te liggen. Het kreng zou alleen weg te krijgen zijn met behulp van het leger, een veel te dure onderneming voor de organisatie van Sonsbeek ’71. Nachten heeft Smithson ervan wakker gelegen, om de zwerfkei uiteindelijk tegen wil en dank te accepteren als een speling, of zelfs een waarschuwing van de natuur, alsmede een verwijzing naar de tientallen hunebedden in Drenthe. ‘A kind of glacial heart of darkness’, zo noemde Smithson het zelf. Ik zie de steen als bewaker van het kunstwerk: wee degene die dit werk durft te verplaatsen.
Het is niet dat het Land Art werk tegenwoordig wordt overspoeld door kunstliefhebbers, toch toont de liefdevol in elkaar gezette expositie bij de ingang van het terrein aan dat Broken Circle/Spiral Hill nog steeds fans heeft. Aan de muur hangen allerlei parafernalia, zoals krantenartikelen, of brieven van bezoekers. Grappig is de brief van de VARA uit 1980, om te bedanken dat de omroep de locatie mocht gebruiken voor opnames. Bijgesloten zat een cadeaubon van vijftig gulden en de sleutel van het terrein; die waren de makers namelijk vergeten terug te geven. Daaronder een andere bedankbrief, maar dan van de BBC, met een uitnodiging voor de gastheer om snel een keer langs te komen in Engeland voor een etentje. Mooi is het ingelijste cd-hoesje van Sonic Youth-gitarist Lee Ranaldo. Hij bracht in 1994 een EP uit met de titel van het kunstwerk. En, nu het toch over muziek gaat, Skik nam de videoclip bij Op Fietse deels op in de groeve.
De expositie is het liefdeswerk van Gerard de Boer. In 1971 was hij nog een klein jongetje en zag hij van een afstand hoe z’n vader met vier broers het werk uit de grond stampte. Later was hij met een schepje aan het graven in de heuvel, op zoek naar potten met gedichten die Smithson er verstopt zou hebben. Tegenwoordig is hij de beheerder die bezoekers ontvangt en het kunstwerk onderhoudt. En hij is zelf beeldend kunstenaar. Het pad naar Broken Circle/Spiral Hill wordt versierd door Tinguely-achtige werken, gemaakt van de overblijfselen van oude machines. Het wachten is nu op een bezoekerscentrum, voor de ongeveer driehonderd bezoekers die elk jaar speciaal voor Smithsons kunstwerk naar Drenthe afreizen. Dat lijkt niet veel, maar dat ook ruim veertig jaar na dato bezoekers de weg naar Emmerschans weten te vinden, toont het belang van Broken Circle/Spiral Hill aan. Land Art mag een niche zijn, ook een niche heeft z’n meesterwerken.