De hitlijst anno 2014 is een ernstig zieke patiënt. Hij is nog niet overleden, maar verkeert wel in een vegetatieve toestand. Een kasplantje dus. Het probleem zit ‘m in de samenstelling van de Top 40. Omdat de fysieke verkoop is ingestort (singles worden amper nog op cd uitgebracht), is de hitlijst meer en meer afhankelijk van andere bronnen: digitale verkoop, airplay, streaming audio. Die eerste twee zijn het probleem niet. De streaming audio, dat is lastiger. Waar de aankoop van een track (fysiek dan wel digitaal) één keer meetelt (bij de aanschaf), telt bij streaming audio iedere draaibeurt. Alsof elke keer dat je vroeger thuis je 45 toeren singletje draaide, er een tellertje meeliep: *ping*. Het is een vicieuze cirikel, want radiostations volgen de hitlijsten en die volgen weer de radiostations. Daardoor zitten de hitlijsten in een schizofrene situatie: terwijl er meer muziek is dan ooit tevoren en de omloopsnelheid dus exorbitant hoog zou moeten zijn, blijven platen veel te lang en veel te hoog in de hitlijsten staan. Het gevolg: in 2014 hebben nog geen 180 liedjes in de Top 40 gestaan. Tien jaar geleden waren dat er nog 286, twintig jaar geleden zelfs 322. Hoe groot de invloed van streaming audio op de hitlijst is, bleek onbedoeld toen Taylor Swift haar album van Spotify haalde en de single Shake It Off in één week van 5 naar 20 kelderde in de Top 40.
Gemopper over de samenstelling van de hitlijsten terzijde, het was ook nog een vrij belabberd popjaar. Goed, 2013 was een geweldig jaar met veel instant popklassiekers, maar 2014 is het behelpen. Hoe goed ik m’n best ook doe, ik kan niet enthousiast worden over de twee dames die hun tentje zowat het gehele jaar in de hitlijsten hebben opgezet: Iggy Azalea en Ariana Grande. Hun hits zijn lompe, overgeproduceerde dancepop stampers, een uitzondering daargelaten. Inwisselbaar ook nog. En toch, wie wat verder zocht, vond prachtige popliedjes. Zeker de tweede helft van 2014 lijkt het niveau van de singles weer de goede kant op te gaan. Ik ben zowaar benieuwd wat 2015 ons gaat brengen.
Er is geen heel goed zonder heel slecht, dus eerst de twee Grootste Muzikale Ergernissen.
Het Slechtste van 2014, Deel 1
Elke generatie heeft z’n eigen Whitney Houston. Een zangeres die geen kans onbenut laat om haar vocale kwaliteiten te laten horen, met allerlei bloedirritante coloraturen tot gevolg. Blijkbaar heeft deze generatie behoefte aan drie van dit soort types, die dan ook nog eens met z’n allen één hit hebben ingezongen. Net zoals Lady Marmalade in 2001 door Christina Aguilera, Lil’ Kim, Mýa en Pink om zeep werd geholpen. Het ding heet dit keer Bang Bang, het wordt gezongen door Jessie J, Ariana Grande en Nicki Minaj en het staat symbool voor veel hitlijstmuziek anno 2014. Dat het gemaakt wordt is al erg, dat het ook wordt gedraaid is nog veel erger. Ik had dit soort dramatische meuk dan ook het liefste doodgezwegen, maar dat zou geschiedvervalsing zijn: op veel radiostations hoor je amper nog iets anders. Bijkomend gevolg is de ontelbare trits tienermeisjes die in The Voice/X-Factor/Holland Got Talent hun best doen hun idolen te imiteren. We zijn gedoemd tot in de eeuwigheid nieuwe Whitney Houstons aan te moeten horen.
Het Slechtste van 2014, Deel 2
Natuurlijk is Summer van Calvin Harris een afgrijselijke single. Met de simplistische, opportunistische tekst (‘hmmm, hoe scoor ik een zomerhit? Laat ik mijn single dan maar Summer noemen’) en vooral door de volstrekt inwisselbare opbouw staat het symbool voor tientallen andere dancepopknijters van 2014. Ja, tientallen. Ten Feet Tall van Afrojack. Sweets (Soda Pop)
van Fox Stevenson. Addicted To You van Avicii. Shotgun van Yellow Claw. Sunlight van The Magician. Lovers On The Sun van David Guetta. Red Lights van Tiësto. I’m An Albatraoz van AronChupa. Heroes (We Could Be) van Alesso. Black Widow van Iggy Azalea. Young Again van Hardwell. Blame van Calvin Harris. Fireball van Pitbull (zelfs mijn nichtje van 22 maanden zong het dit jaar spontaan mee (‘faijelbol’)). Couplet met een nietszeggende tekst, instrumentaal (en catchy) refrein: de blauwdruk is al jaren geleden neergezet. Oké, vrijwel alle popliedjes hebben een standaard opbouw, maar niet eerder was die zo cynisch als in voornoemde singles. Het is formulewerk van jongens die steevast hoog in de Top 100 van beste DJ’s ter wereld van DJ Magazine eindigen. Iedereen kan schilderen. Nu zijn het de getapte jongens, maar dat waren Sash!, Dr. Alban en DJ BoBo in de jaren negentig ook. Vroeg of laat vallen ze door de mand. O Grote Goden van de Wereld van de Popmuziek: laat dat in 2015 zijn.
Amerika grossiert in aalgladde radiopop. Van die bands die één messcherp geproduceerd hitje hebben en tevergeefs hopen daar een carrière op te kunnen bouwen. Denk Carolina Liar, Mêlée, Neon Trees, Rooney. Echosmith, band van de drie broers en één zus Sierota, past prima in dat rijtje. Niemand zal zich een buil vallen aan hun keurige hitje Cool Kids, en dat is nu juist het probleem. De meeste groepen beginnen ruiger; later in hun carrière doen ze er alles aan om maar op de radio gedraaid te blijven worden (niet waar, U2?). Echosmith – vernoemd naar twee bands die hun hoogtijdagen beleefden toen de leden nog niet eens waren geboren – is begonnen bij het einde. Neemt niet weg: Cool Kids is als een fris briesje. Jammer dat het zo snel vervliegt.
19. Watermät – Bullit
18. Anders Nilsen – Salsa Tequila
Ook ik heb het wel eens mis. De eerste keer dat ik Bullit van de Franse deephouse-DJ Watermät hoorde, wist ik het zeker: dit wordt dé zomerhit van 2014. Dat ijle fluitje, dat was net zo’n oorwurm als Fiësta van The Sunclub of Heater van Samim. Bullit kwam niet verder dan een 32ste plaats en vijf weken Top 40. In Vlaanderen haalde het trouwens een tweede plek. Heel soms zijn die Vlamingen zo gek nog niet. In Nederland werd massaal gekozen voor het veel plattere Salsa Tequila van Anders Nilsen: een volstrekt onzinnig zomers liedje van een DJ en comedian (een verontrustende combinatie) die willekeurig wat Spaanse woorden achter elkaar heeft gezet (burrito, jalapeño, Macarena, Gasolina) om daarmee aan te tonen dat echt iedere oen een hit kan schrijven: het hoeft niet eens ergens over te gaan. 3FM-DJ Sander Hogendoorn nam als wraak een versie op met Zweedse woorden: IKEA, Volvo, knäckebrød. Hij moet z’n huiswerk beter doen. Nilsen komt uit Noorwegen.
17. Clean Bandit & Jess Glynne – Rather Be
Het allerergste aan de pophitjes van begin jaren negentig zijn de keyboards. Van die ijl klinkende piano’s die in alle bekende popliedjes zaten verwerkt: Always There van Incognito, Finally van CeCe Peniston, Baker Street van Undercover, Please Don’t Go van Double You, I’ve Been Thinking About You van Londonbeat, U R The Best Thing van D:Ream. Lees dat rijtje nog eens rustig na. Vroeger was echt niet alles beter. Omdat de revival van de jaren tachtig inmiddels langer duurt dan het decennium zelf ooit heeft geduurd, halen sommige bands hun inspiratie uit de jaren negentig. En dus hoorden we dit jaar ineens weer die irritante keyboardriedeltjes terug in Rather Be van Clean Bandit. Ik hoop van harte dat het geen indicatie is voor wat we gaan krijgen in 2015, maar het stond wel elf weken op nr. 1.
Het was nog niet zo lang geleden dat de enige succesvolle popact uit Noorwegen a-ha was. De laatste jaren gaat het muzikaal gezien crescendo met het fjordenland. Nico & Vinz’ Am I Wrong is een nobrainer. Het is niet alleen een deuntje dat zich na één keer draaien in je geheugen nestelt, door de percussie die net even afwijkt van de standaard four to the floor beat en meer doet denken aan wereldmuziek blijft het ook na tien of twintig keer horen leuk. Slim. In Amerika was Am I Wrong de grootste hit van Noorse makelij sinds a-ha’s Take On Me. Wat ik dus zei.
15. Milky Chance – Stolen Dance
‘Und nun plötzlich sind sie da: Clemens & Philipp alias Milky Chance aus Kassel, die aus dem Stand und in bester DIY-Manier das Debütalbum Sadnecessary veröffentlichen.’ Ik citeer hier de website van Milky Chance, maar wie ben ik om het tegen te spreken: Clemens und Philipp hadden begin 2014 ineens een knijter van een hit met het vrolijke, onbezorgde Stolen Dance. Een keer draaien en je krijgt het liedje, opgebouwd rond een akoestisch gitaarriffje, niet meer uit je hoofd. Natuurlijk heeft het duo goed naar de Wankelmut Remix van Asaf Avidans One Day geluisterd, maar een kniesoor die daar op let. Milky Chance maakt gewoon retecatchy muziek. Zoals de website het meldt: ‘ihre Musik ist ein Amalgam aus Singer-/Songwriter, Folk, Reggae und elektronischen Versatzstücken’. Ach so.
14. Pharrell Williams – Marilyn Monroe
Mr. Pharrell ging in 2014 vrolijk door met fijne hits scoren. Happy domineerde voor het grootste deel van het jaar de hitlijsten en zette een nieuw record door 49 weken in de Top 40 te blijven, in de tussentijd kwamen er nieuwe singles uit die het succes van die instant klassieker natuurlijk niet wisten te benaderen. Zelfs het bijhorende album Girl werd grotendeels vergeten, maar singles als Gust Of Wind (dat de hitlijsten niet eens heeft gehaald), Come Get It Bae en Marilyn Monroe waren net zo lekker. Een fijne, laidback mix van pop, funk en disco.
13. Mr. Probz – Nothing Really Matters
Mr. Probz wilde aanvankelijk helemaal niet dat Nothing Really Matters z’n nieuwe single zou worden. Een keer een ballad uitbrengen is voor elke zichzelf respecterende rapper al een opgaaf, laat staan twee na elkaar. Hij deed het toch en Nothing Really Matters schoot meteen omhoog naar de bovenste regionen van de Top 40. Het is niet moeilijk om te begrijpen waarom; zo’n schaamteloos lieve ode aan een zeker iemand laat niemand onberoerd. Toch, er zit meer poëzie in ‘I’m slowly drifting away, wave after wave’ dan in ‘swimming through the stars when I see her’. Al scheelt het niet veel.
De meest onverwachte zomerhit van het jaar staat op naam van Magic!. Rude lijkt een zorgeloos klinkend reggaedeuntje, maar schijn bedriegt: Rude gaat over de zanger en z’n vriendin die constant ruzie hebben. Een van de twee riep ‘why you gotta be so rude?’ en een hit was geboren. Google eventjes en je komt erachter dat Magic! uit Canada komt: het land dat grossiert in pop en rock van het ergste soort: Nickelback, Bryan Adams, Avril Lavigne, Celine Dion en vooruit, ook Leonard Cohen, Neil Young en Joni Mitchell. Magic! is een typisch voorbeeld van de juiste band op het juiste moment. Pure mazzel voor hen dat Rude aansloeg. En voor ons.
11. Kygo & Kyla La Grange – Cut Your Teeth
Op het eerste gehoor verschilt Cut Your Teeth natuurlijk amper van door mij verfoeide singles als Summer, Young Again of Blame, maar waar in die hitsingles bij het refrein of voor een cliché trance deuntje dan wel de botte bijl wordt gekozen, gaan Kygo & Kyla La Grange voor lekker onderkoelde, pulserende deephouse beats. Cut Your Teeth is de So Good To Me van 2014. Een relaxte, zomerse dancehit waarmee de Britse singer-songwriter Kyla La Grange en de (jawel, daar gaan we weer) Noorse DJ Kygo een mooi tegenwicht boden voor alle andere dancemeuk in de hitlijsten. Ja mensen, zo kan het ook.
Ze heet Rebecca Marie Gomez en is 17 jaar oud. En als ik haar doorbraaksingle Shower moet geloven, staat ze nog elke morgen in de spiegel te playbacken (waarbij haar borstel uiteraard als microfoon fungeert). Shower is pure bubblegumpop. Het begint al bij die hoes, waarvan het lijkt of ze die zelf heeft ontworpen, maar die net zo goed rechtstreeks uit de jaren tachtig afkomstig kan zijn. En de tekst past niet alleen slecht in het metrum, maar is ook nog eens volstrekt onzinnig (‘you light me up inside like the 4th of July’). Dan hebben we ook nog een maf ‘ladade ladada ladada’ (ik citeer hier opnieuw de songtekst) en als klap op de vuurpijl een verwarrend stukje (soort van) synesthesie (‘dancing in the shower, singing in the mirror’). Of was dat laatste nu andersom? Toch, zulke onbezorgde vrolijkheid verdient meer credits dan het opzichtige geschreeuw om aandacht van types als Jessie J of Iggy Azalea.
Wat is er mooier dan gitaren? Meer gitaren. Nog mooier is een muur van gitaren. Althans, dat denken ze bij Kensington, vier jongens uit Utrecht met griezelig hippe baardjes en gekke hoedjes. Hipsters. Streets was hun hit van 2014. Alles aan Streets is groots, zo niet megalomaan: een muur van gitaren, gedragen tempo, op maat gemaakt voor hitzender 3FM. Typisch Nederlands ook; bands als Queen, Muse en Within Temptation, groepen die groot-grootser-grotesk als credo hebben, zijn hier al jaren mateloos populair (ooit heb ik in een artikel Musefans vergeleken met aanhangers van Wilders. Het moet altijd grover, lomper, vetter. Uit veiligheidsoverwegingen heb ik het niet geplaatst. Musefans hebben niet zoveel gevoel voor humor). Goed, waar was ik? O ja, Streets is stiekem wel een heel fijne radiohit; ze zijn bij 3FM natuurlijk niet achterlijk. Op tweede single All For Nothing wordt het trucje herhaald met – inderdaad – nóg hardere gitaren en een nóg slepender tempo. Kan iemand Kensington the law of diminishing results uitleggen?
8. Katy Perry ft. Juicy J – Dark Horse
Op het eerste gehoor vond ik dit de zoveelste overgeproduceerde popstamper. Maar als je goed luistert is dit een verdomd toffe track: een mix van hiphop, trap music, dance (of zoals ze dat in Amerika noemen: EDM) en dubstep. Als het doel van Perry was om alle hedendaagse populaire genres bij elkaar te gooien om er een explosieve cocktail van te maken, dan is ze daar glorieus in geslaagd. Dark Horse is kaal. Spartaans zelfs. Ligt het aan mij of hoor ik in de vervormde vocalen zelfs Moments In Love van Art Of Noise gesampled worden? En dan die opbouw die naar een climax toewerkt om vervolgens op niets uit te lopen. Of nouja, de raps van Juicy J. Tot slot: hoe heerlijk pervers is het om in je tekst een seriemoordenaar te namechecken? Ik weet niet wat verontrustender is: kinderen die met S&M van Rihanna meeblèren, of die Juicy J imiteren: ‘she eats your heart out like Jeffrey Dahmer’.
7. Ariana Grande & The Weeknd – Love Me Harder
Ik kan dit jaar niet om Ariana Grande heen. Had dat overigens graag gedaan want ik ben niet kapot van haar singles (naast Bang Bang ook Break Free en Problem). Tot ik een paar weken terug Love Me Harder hoorde. Een popballad, voorzien van sfeervolle, mellow beats. Dé oorpornoplaat van 2014 (zie ook: Drake – Hold On, We’re Going Home). Can you feel the pressure between your hips? Ahum. Een duet bovendien, met de Canadese topproducer The Weeknd, een man die tot voor kort enkel bekend was bij de fijnproevers binnen de R&B en net zo’n prachtig soulvol stemgeluid heeft als Drake. Daarmee toont Grande terloops aan een goede neus te hebben voor de juiste persoon op de juiste plek. Weet je wie dat ook jarenlang had? Madonna. Nu nog een eigen stijl ontwikkelen en dan kan die Grande nog best groot worden.
6. Meghan Trainor – All About That Bass
Ieder jaar komt er wel een ‘maakt-niet-uit-hoe-je-eruitziet-meid-ook-als-je-dertig-kilo-te-zwaar-bent-ben-je-oké-plaat’ uit. Oftewel: ‘every inch of you is perfect, from the bottom to the top’. In 2014 komt die op naam van Meghan Trainor, die het liedje op 19-jarige leeftijd schreef en een Maatje Meer heeft. Als All About That Bass alleen om die boodschap zou draaien zou het liedje niets anders zijn dan een betuttelend schouderklopje voor iedereen ‘who ain’t a size two’, maar All About That Bass gaat nouja, ook over die bas. En het hoge doowopgehalte dat ervoor zorgt dat iedereen het liedje na één keer meeneuriet. Om de klasse van All About That Bass te benadrukken: het bleef ook overeind in een op kinderinstrumenten gespeelde versie bij Jimmy Fallon. Met volgende single Lips Are Movin (nee, niet díe lippen) herhaalde Trainor het trucje, met bijna net zoveel succes.
2013 was het jaar van Lorde. Dit jaar was ze minder alomtegenwoordig, al boette ze niet aan coolheid in – als je bijbaantje is om de soundtrack bij het nieuwste deel uit The Hunger Games-filmserie samen te stellen ben je met recht de pop princess of darkness (het voor die soundtrack gecomponeerde Meltdown is een geweldige song, maar te vreemd voor de hitparade). Team was de tweede single van Lordes debuutalbum Pure Heroine en bleef drie maanden lang in de onderste regionen van de Top 40 rondspoken. Net als Royals is het een vernuftig popliedje: dat vervormde intro (‘send the call out’), de doffe beats die klinken als vervormde handclaps, maar het allermooiste is die synthesizer die amper opvalt, maar dan, op 2 minuut 22, een stukje omhoog schiet en daardoor net wat extra dramatiek toevoegt. Een prachtige vondst. Popliedjes draaien vaak om die ene briljante ingeving. De rest eromheen is slechts vulling.
Hero is de meest atypische hit van 2014. Het is een rootsplaat, maar veel te glad geproduceerd: twinkelende gitaartjes, zangkoortjes, het klopt allemaal. Maar het klopt allemaal te goed. Want de zang klinkt te lieflijk en die koortjes zijn te netjes. Wat klopte er niet aan Family Of The Year? Het antwoord is: niks. Hero is typisch een plaatje dat net op het juiste moment op de juiste plek is opgepikt. Om meer precies te zijn, het Oktoberfest te Beieren. Daar is Hero in 2013 kapot gedraaid en haalde het de top-10 van de Duitse hitlijsten. Toch, na een aantal draaibeurten krijg je een zwak voor het liedje. Die zang is zo zoetgevooisd dat het bijna klinkt als The Kelly Family maar wie een paar pullen bier achter z’n kiezen heeft, maalt daar niet om. Hero kwam nog beter tot z’n recht tegen het einde van de mooiste film van 2014: Boyhood. Toen viel het me opnieuw op; Hero is een bloedmooi liedje.
3. Mark Ronson & Bruno Mars – Uptown Funk!
Bij het overlijden van The King of Pop in 2009 werd me gevraagd of ik iemand wist die het in zich had om de nieuwe Michael Jackson te worden. Afgezien van dat het in de 21ste eeuw onmogelijk is om de alomtegenwoordige status van een superster te bereiken zoals dat in de jaren tachtig nog wel kon, denk ik dat Bruno Mars of Justin Timberlake de beste kandidaten zijn voor de troonopvolging. Maar waar laatstgenoemde drukker bezig is met zijn acteercarrière, schrijft de Hawaïaan (wat ‘m bij mij natuurlijk extra sympathiek maakt) een gigantische oeuvre aan hits bij elkaar (hij stond van maart 2010 tot en met juni 2012 onafgebroken in de Top 40: in totaal 119 weken). Z’n nieuwste single heet Uptown Funk! en is een samenwerking met Mark Ronson. Goed, je kunt beide heren gerust verwijten dat ze erg goed naar de pop, funk en disco van dertig jaar geleden hebben geluisterd, ze fleurden met hun hit de laatste maanden van 2014 wel aardig op.
2. The Common Linnets – Calm After the Storm
Na de oorlog zat iedereen in het verzet. Toen Ilse en Waylon begin dit jaar voor het eerst een stukje van Calm After the Storm bij De Wereld Draait Door speelden, had iedereen z’n mening klaar. En die mening was vaak negatief. Ik was daarentegen enthousiast. Gematigd, want ik hoorde ook wel dat er nog wat aan het arrangement moest worden gesleuteld (Ilse DeLange hielp haar zaak niet door op de vraag van tafeldame Claudia de Breij of er nog iets aan het liedje ging veranderen te antwoorden ‘dat dit het is’), maar de potentie was er zeker. Achteraf kan iedereen zich wel voor de kop slaan: waarom hoorde niemand dat dit een potentiële Songfestivalwinnaar is? Het is een prachtig, klein popliedje, dat in de internationale pers steevast werd besproken met de opmerking ‘ik vind het geweldig, maar ik denk niet dat de rest van Europa dit snapt.’ Tja. Als iedereen dat zegt, is uiteindelijk heel Europa enthousiast. Dat bleek het geval (oké, de registratie, met een onafgebroken camerabeweging van 1 minuut 47, was fenomenaal). Het grootste deel van de kijkers vond het belangrijker om een statement te maken waardoor Conchita Wurst er met de winst vandoor ging. Dat mag, maar The Common Linnets hadden de grootste Europese hit.
Arme Trijntje. Dit gaat ze volgend jaar nooit overtreffen.
1. Taylor Swift – Shake It Off
Wie een paar jaar geleden had gezegd dat Taylor Swift de nieuwe popprinses zou worden, was hard uitgelachen. Swift was het domme countrygansje dat zorgeloos op de foto ging met een jongen met een groot swastika op z’n T-shirt. Ja, echt waar. Dat ze anno 2014 zo succesvol is, is des te meer onlogisch omdat ze met haar nieuwste album 1989 resoluut de popkant op is gegaan. Een overvolle markt, maar waar Ariana Grande, Iggy Azalea, Miley Cyrus en Katy Perry door een overdaad aan productie hun eigen stijl hebben verloren, heeft La Taylor één van de beste popplaten van het jaar gemaakt. Wat heet, het is één van de beste albums van 2014, period. Hoeveel daarvan door de nog altijd jonge diva (1989 is haar geboortejaar) zelf is uitgedacht en wat door een handige A&R-manager is aangedragen is niet duidelijk. In Shake It Off, de poppy single die de grootste hit werd, zingt Swift dat ze zich niks aantrekt van alle kritiek. En natuurlijk kwam die er, zeker na het zien van de videoclip, waarin Swift zich – naast balletmeisje – opwerpt als fly girl. Een blank meisje dat zich de zwarte beeldcultuur toe-eigent. Of zoiets. Foei! Ook daarmee is Shake It Off heel erg van nu. De lontjes zijn anno 2014 wel heel kort geworden.