Deus

Ik was niet heel enthousiast geworden van de line-up. Goed, Ryley Walker wilde ik al een tijdje live zien en Beoga is een meesterlijke Ierse folkgroep, in de lift dankzij het gebruik van één van hun melodieën door Ed Sheeran in z’n hit Galway Girl. Maar het ‘bloemenmeisje van Bermuda’ Heather Nova zag ik al eens eerder en heeft haar beste tijd gehad. Nee, in het blokkenschema van Naked Song stond één act waar ik bij móest zijn: de Popquiz. Die werd deze avond twee keer gehouden in één van de vele foyers die Muziekgebouw Eindhoven rijk is.

Een eerste poging mislukte: van de tien meerkeuzevragen wist ik er acht. Eentje gokte ik verkeerd, eentje wist ik niet. Ik baalde, want door die foute gok kwam het aan op de schattingsvraag. Ik durf met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid te stellen dat niemand zo slecht in schatten is als ik. Het ging mis en dus zat ik me tijdens het optreden van Heather Nova te verbijten. Nee, ik kan niet tegen mijn verlies, en dat vind ik een goede eigenschap: het maakt je meer eager om de volgende keer nóg beter je best te doen. Quizzen wil ik winnen, popquizzen al helemaal.

Bij de tweede editie van de popquiz, later op de avond, was ik als eerste in de foyer. Ik stelde me verdekt op, bij een statafel aan de zijkant van het podium. Intussen deelden juryleden antwoordformulieren uit. Ik gebaarde dat ik mee wilde doen. De presentator zag me staan en riep de jury: ‘hier is nog iemand. Die jongen in dat mooie Deus-shirt!’

Ik keek naar beneden. Verrek, ik was helemaal vergeten dat ik vandaag mijn zwarte Deus t-shirt aan had. Het kledingmerk Deus dus. Je kunt amper op straat komen en níet een jongen met truckerscap van dat merk tegenkomen. Een paar maanden terug had ik nog gegrapt dat er een generatie opgroeit die Deus alleen kent als kledingmerk, niet als vermaarde Belgische rockgroep. Aan truckerscaps moet ik met mijn grote hoofd niet beginnen (hoe leuk ik ze ook vind), maar een t-shirt kan altijd. Al begon ik wel te twijfelen of het zo’n goed idee was om het net vandaag te dragen.

‘Jij komt zeker voor het optreden van Stef Kamil Carlens,’ riep de presentator enthousiast.
Ik knikte. Shit. Ongemakkelijk ook. Helemaal vergeten dat die vandaag ook optrad. De presentator kende wel de band Deus, maar niet het kledingmerk.

Begrijp me goed, ik ben gek op Deus. Wie niet? Natuurlijk had ik dat t-shirt ook gekocht met die band in gedachte. Op één van mijn allereerste cassettebandjes stond Suds & Soda, gekopieerd van een hip vriendinnetje van mijn oudste zus. Toen ik in 2008 Met het Mes op Tafel won, was één van de vragen in de finaleronde wie de zanger van Deus is. Mede dankzij dat antwoord (Tom Barman, duh) won ik vijftienduizend euro. Toch, om nu te zeggen dat mijn platenkast vol staat met hun oeuvre: nee. Er zijn al zoveel bands om fan van te zijn. Deus zag ik één keer live, op Lowlands. Zita Swoon zag ik ook één keer live, op Pinkpop. In beide gevallen al heel lang geleden; geen idee wat ze tegenwoordig uitspoken.

De eerste vraag van de tweede popquiz van de avond was een inkoppertje: van welke zangeres had Ryan Adams in 2015 een album integraal gecoverd? Taylor Swift. Volgende vraag: wat was de eerste hit van Gavin DeGraw? I Don’t Want to Be. So far, so good. Toen de dj daarna Suds & Soda instartte, sloeg de schrik me om het hart.
‘De volgende vraag is er eentje voor de Deusfans. En laten we die nu net één in het publiek hebben,’ riep de presentator blij. Hij wees naar mij. Voor de grap bedekte ik het logo op m’n t-shirt met het antwoordformulier. De presentator keek me aan: ‘Stef Kamil Carlens heeft vanavond al gespeeld. Jij was er zeker bij hè? Hoe was het?’
Ik wist niet wat ik moest doen: ja knikken of nee schudden, want ik had het optreden gemist. Waarom wist ik niet. Ik haalde m’n schouders op en stak lachend m’n duim op om aan te geven dat het goed was geweest.
‘Jaaaa,’ zei de presentator veelbetekenend, ‘dat zal wel. Een échte fan.’
Hij stelde z’n vraag: ‘Stef Kamil Carlens staat vandaag dus op het festival. Hij zat ooit in de groep Deus. Welk instrument speelde hij in die band: viool, gitaar, bas of saxofoon?’
Nu moest ik diep graven. Ik dacht vrij zeker te weten dat hij de bassist was, maar onder druk ben ik nergens zeker van. De presentator keek weer naar mij en zei: ‘deze weet je zeker wel hè?’
Ik knikte en bedacht dat niemand het door zou hebben als ik de vraag fout zou hebben.
Een man met wie ik de statafel deelde, stootte me aan en vroeg lachend: ‘kun je die niet voorzeggen?’

De quiz ging verder. Vragen over een rockopera van de Drive-By Truckers, en welk beroemd songschrijversduo The Look Of Love, een hit voor Dusty Springfield, had gecomponeerd. De eerste gokte ik goed, de tweede wist ik. Na de laatste vraag, van welke band Father John Misty de drummer was voordat hij solo ging, wist ik vrij zeker dat ik negen van de tien vragen goed had. Alleen een vraag over Nits had ik waarschijnlijk fout gegokt.

Terwijl de antwoordformulieren werden opgehaald en nagekeken riep de presentator tegen het publiek: ‘wie denkt ‘ik heb ‘m ingekopt’? Wie denkt dat ie heeft gewonnen?’
Ik zei niks. Liever checkte ik het blokkenschema. Wat ik al vermoedde, bleek te kloppen: Stef Kamil Carlens stond geprogrammeerd tegenover de eerste popquiz, eerder op de avond.

De presentator nam de antwoorden door. Inderdaad, de vraag over de oerleden van de Nits had ik fout. Toen hij klaar was, keek hij naar de jury. Die was nog in overleg.
‘De jury is druk bezig alles twee keer te controleren, want we hebben een score van maar liefst negen punten,’ zei hij. ‘Dat betekent dat die persoon maar één vraag fout heeft beantwoord. Welke vraag zou dat zijn?’
Vanaf de zijkant riep ik jolig: ‘de vraag over Nits.’
‘De Nits, ja dat was een lastige vraag,’ zei de presentator.
Vervolgens las hij m’n naam voor als winnaar. Ik stak mijn handen in de lucht.
‘Ja, die jongen in het Deus-shirt wint de popquiz!,’ riep de presentator.

Bij het overhandigen van de prijzen vroeg de presentator nogmaals of ik naar Stef Kamil Carlens was geweest.
‘Nee, dat ging niet. Want ik wilde per se de popquiz winnen. En ik baal dat het de eerste keer niet is gelukt,’ zei ik. Die laatste zin zei ik er snel achteraan, hopende daarmee het gespreksonderwerp te veranderen.
De dj kwam bij ons staan om me te feliciteren. ‘Wat vind je van die nieuwe plaat van Stef Kamil Carlens? Mooi hè? Echt een liedjesplaat,’ vroeg hij.
‘Ja nogal. Mooie plaat,’ zei ik.
Ik heb er nog geen noot van gehoord.
‘Je hebt ‘m wel gemist vanavond. Vind je dat niet jammer?,’ ging hij verder.
‘Ach,’ zei ik, ‘dat haal ik nog wel in.’

This entry was posted in Eindhoven, Mode, Muziek, Quizzen and tagged , , . Bookmark the permalink.