Tien keer Pacific

Haleakala. Bezongen door George Harrison.

Boekenkasten vol zijn er over de Pacific geschreven. Letterlijk. En niet door de minsten; Herman Melville, W. Somerset Maughan, Mark Twain, Robert Louis Stevenson, Jack London, Pierre Loti, James Jones, James A. Michener, Paul Theroux. Zelfs Paul Gauguin vertrouwde z’n zielenroerselen een keer toe aan het papier in het niemendalletje Noa Noa. Met name korte verhalen over de Pacific lees ik graag. Jack Londons The Seed of McCoy en Mauki, Robert Louis Stevensons The Isle of Voices zijn prachtige verhalen, maar het allermooiste is The Forgotten One van James Norman Hall. Wie gelooft in Zuidzeeromantiek is na het lezen van dat verhaal voorgoed genezen.

Is er ook veel gezongen over de Pacific? Mwa, dat valt een beetje tegen. Al heeft met name Hawaï invloed gehad op de muziekwereld. In de eerste plaats door de films die er vanaf de jaren dertig werden opgenomen. Minstens zo belangrijk was de tikicultuur die na de Tweede Wereldoorlog in zwang raakte: soldaten die gelegerd waren in de Pacific gingen eenmaal thuis graag uit eten in restaurants en cafés die waren ingericht als replica’s van eilanden in de Stille Oceaan. Ook de muziek uit Polynesië werd meegenomen en door muzikanten als Martin Denny, Les Baxter en Arthur Lyman verbasterd tot exotica: muziek op instrumenten als conga’s, bongo’s, marimba’s, xylofoons – daarbij het liefst ondersteund door dierengeluiden. Inspiratie kwam niet alleen uit de Pacific, maar ook uit Zuid-Amerika, Afrika of het Verre Oosten. De populariteit nam in de jaren zestig af, maar de invloed leeft voort; Caro Emerald liet zich op haar meest recente ep Emerald Island nog inspireren door het genre (de openingstrack op die ep heet zelfs Tahitian Skies).

Ik beperk me bij deze top-10 tot namen die nog enigszins bij het westerse muziekpubliek bekend zijn. De enige uitzondering is Israel Kamakawiwo’ole, letterlijk (hij woog meer dan 350 kilo) en figuurlijk een grootheid binnen de Hawaïaanse muziekwereld; diens Facing Future is het bestverkochte Hawaïaanse album ooit. Niet dat er geen contemporaine muziek uit de Pacific om handen is. Putumayo bracht een jaar of tien geleden een aardige compilatie uit: South Pacific Islands. Daarop is de Polynesische, en vanuit Nieuw-Zeeland opererende groep Te Vaka met maar liefst vier liedjes vertegenwoordigd. De groep werkte vorig jaar nog mee aan de soundtrack van Disneyfilm Moana. Ook leuk zijn de Papoea-Nieuw-Guinese zanger Telek en de uit Nieuw-Caledonië afkomstige groep Gurejele. Putumayo brengt een verwaterde versie van wereldmuziek, hapklaar gemaakt voor westerse oortjes, maar het is best genietbaar.

Wie meer authenticiteit zoekt kan terecht bij de Zwitserse muzikaal antropoloog Hugo Zemp die begin jaren zeventig in opdracht van de Verenigde Naties opnames maakte. Hij nam in 1970 in de Solomoneilanden het slaapliedje Rorogwela op. De tekst gaat over een jong weesje dat wordt getroost door z’n oudere broer. Het werd in de jaren negentig gesampled in het lichtelijk pervers getitelde Sweet Lullaby van Deep Forest. En cartoonist en obsessief verzamelaar van 78-toerenplaatjes Robert Crumb stelde ooit een cd samen met de titel Hot Women: Women Singers from the Torrid Regions of the World, met daarop onder andere opnames uit Hawaï en Tahiti. Onlangs kwam ik in een platenzaak een dubbel-cd tegen met de titel Café Hawaii en toen ik zelf in Hawaï was kocht ik een boek (en de bijbehorende cd) met de titel The 50 Greatest Hawai’i Albums. Om maar te zeggen: er is wel íets meer.

Vandaar m’n Spotify-playlist: daarin niet alleen tien onderstaande liedjes, maar ook andere bijdragen die de lijst niet haalden. Bij de samenstelling van de top-10 heb ik gelet op verwijzingen naar specifieke locaties in de titel (of, in het geval van de nr. 10, in de songtekst), maar ik wilde ook een goede spreiding. En hoewel de spoeling vrij dun was, ik had te veel keus voor een top-10.

10. Crosby, Stills & Nash – Southern Cross (1982)

Binnen de westcoastpop is altijd met verlangen over de Grote Oceaan weggekeken. Bij de Beach Boys gebeurde dat nog vol romantische ideeën over surfen en leuke meisjes (de groep nam voor één van hun kerst-lp’s zelfs een Hawaïaans kerstliedje op: Melekalikamaka). Joni Mitchell, indertijd actief in de folkscene van Laurel Canyon, Los Angeles, schreef op haar eerste trip naar Honolulu al over de teloorgang van het paradijs Hawaï. ‘They paved paradise and put up a parking lot,’ zong ze in Big Yellow Taxi. De Eagles waren in The Last Resort, de mooiste track van hun album Hotel California, nog veel cynischer. Amerika is verdorven door het kapitalisme; ook Californië zal ten onder gaan aan het westerse vooruitgangsdenken. Zelfs Hawaï is niet meer veilig, zo treurde Glenn Frey: ‘you can sail to Lahaina, just like the missionaries did. They even put a neon sign: ‘Jesus is coming.”

Stephen Stills geloofde in 1982 nog wel in de romantiek van de Zuidzee. Voor de comeback-lp Daylight Again van Crosby, Stills & Nash (Neil Young had weer eens geen zin) bewerkte hij de song Seven League Boots tot Southern Cross. De protagonist in Stills’ Southern Cross zeilt over de Pacific, de tekstregels geven aan waar het schip zich bevindt: ‘got out of town on a boat goin’ to Southern Islands’, ‘the downhill run to Papeete’ en ‘off the wind on this lie the Marquesas.’ Hij zeilt weg voor een ongelukkige, op de klippen gelopen relatie, maar z’n reis over de Grote Oceaan, onder het gesternte van het Zuiderkruis, biedt hoop voor de toekomst. Met al die nautische verwijzingen is de song een typische exponent van het uit de westcoastpop voortgekomen subgenre met de o zo melige naam yacht rock (de videoclip doet er helemaal niks aan om dat beeld weg te nemen). Southern Cross werd als single uitgebracht en bereikte de achttiende plaats in de Amerikaanse Billboard Hot 100, de laatste hit van betekenis voor het trio.

Het Zuiderkruis. Ik weet niet hoe de tegenvoeters er over denken, maar voor een noorderling klinkt de naam alleen al heel ver weg.

9. ABBA – Happy Hawaii (1976)

Hey Honolulu, we’re going to happy Hawaii
Alice has been there, she said it was fun
Swimming and surfing, enjoying the sun

Ik vraag me af of Björn Ulvaeus en Benny Andersson wel in Honolulu zijn geweest voordat ze Happy Hawaii schreven. Hawaï is geweldig, maar Honolulu is op z’n best een verzameling karakterloze betonblokken. Het is niet zonder charme; Waikiki is een leuk strand en heeft een mooie boulevard, Pearl Harbour is een absolute must, het Bishop Museum is één van de beste musea met kunst uit de Pacific en er is geen betere plek om te leren surfen dan de noordkust van Oahu; zelfs ik kan het nu. Ik ben er geweest, dus ik kan het weten.

Wie denkt dat de mannen van ABBA veel liedjes opnamen en alleen de allerbeste voor hun albums kozen komt bedrogen uit. Liever bleven ze wekenlang aan een compositie schaven om die tot in de puntjes te perfectioneren. Zo begon Happy Hawaii als een andere song: het voor ABBA-begrippen vrij logge Why Did It Have To Be Me?, de enige track op de lp Arrival die door Björn is ingezongen. Het houdt het midden tussen boogie en glamrock.

Het aardige is dat ze eerder experimenteerden met een luchtigere variant, in de typische ABBA-sound van de vroege jaren zeventig. Hier worden de clichés niet gemeden: een intro met de ruisende zee, een (als een synthesizer klinkende) slide gitaar die zorgt voor een authentiek Hawaïaans element en een tekst die gaat over een persoon die de grauwe regelmaat van het dagelijks leven (en, zoals wel vaker bij ABBA, een ongelukkige liefde) wil ontvluchten. Het geeft aan hoe nauwgezet de twee songschrijvers van ABBA te werk gingen, al werd voor de lp Why Did It Have To Be Me? verkozen boven Happy Hawaii.

Gelukkig voor ons verscheen Happy Hawaii alsnog als b-kantje van single Knowing Me, Knowing You. Ik mag er graag aan denken hoe Mamma Mia! niet op een Grieks eiland maar midden in de Pacific, halverwege Amerika en Japan, is gesitueerd. Met Happy Hawaii als soundtrack.

8. David Essex – Tahiti (1983)

Het verhaal van de muiters van de Bounty spreekt ook tegenwoordig nog tot de verbeelding. De bemanning van de Bounty die onder leiding van Fletcher Christian in 1789 in opstand kwam tegen de wrede kapitein Bligh en zich, er zeker van te zijn bij ontdekking ter dood te worden veroordeeld, op het afgelegen eiland Pitcairn verstopte (maar eerst nog even wat vrouwen roofden van Tahiti), wetende dat het op zeekaarten verkeerd stond aangegeven: hier zouden ze nooit worden gevonden. Dat klopte, maar in het isolement van Pitcairn draaiden ze door; binnen een paar jaar waren muiters vermoord, gek geworden of hadden zelfmoord gepleegd. Toen de kolonie in 1814 werd gevonden was John Adams de laatste nog levende muiter.

De muitery van de Bounty werd geromantiseerd in Mutiny on the Bounty van schrijvers Charles Nordhoff en James Norman Hall. Dat boek verscheen in 1932 en werd sindsdien diverse malen verfilmd; de beroemdste versie stamt uit 1962 met Marlon Brando in de hoofdrol van Fletcher Christian. Dat bleek nog niet genoeg, het boek vormde ook de basis voor de musical Mutiny!, met zanger David Essex als publiekstrekker, die in 1985 op het Londense West End in première ging. Het was ook Essex die de muziek schreef, met single Tahiti als belangrijkste artefact. Mike Batt tekende voor de productie. Tekst en muziek zijn het toppunt van suikerzoete wansmaak, maar Essex heeft wél de moeite genomen om Polynesische woorden (of wat daarvoor door moet gaan) erin te verwerken.

Voor Essex betekende Tahiti z’n laatste Engelse top-10-hit en Mutiny! zou meer dan vijfhonderd keer opgevoerd worden. Dat de soundtrack pas in 2010 op cd verscheen zegt natuurlijk helemaal niks over het succes.

7. George Harrison – Soft-Hearted Hana (1979)

Hawaï is de meest progressieve staat van Amerika. Ook, na Colorado, de gezondste (dat hier een oorzakelijk verband is staat buiten kijf). Eigenlijk is de volledige staat een vrijplaats voor hippies: ieder dorp kent meerdere reformwinkels, over drugs doet niemand moeilijk. Toen ik op Maui was spendeerde ik een middag op Little Beach. Terwijl de dag vorderde en de zon langzaam onderging, nam de wietlucht toe en werd er hoe langer hoe bloter gedanst. Niemand die daar iets van zegt, laat staan dat de politie optreedt. Gedogen typisch Nederlands? Think again.

Dat liberale gedachtegoed moet George Harrison hebben aangesproken toen hij eind jaren zeventig naar Hawaï vertrok om liedjes voor z’n nieuwe, titelloze album te schrijven. En natuurlijk snoepte Harrison hier rijkelijk van de drugs. De hallucinaties die hij had na het eten van een geestverruimende paddenstoel leverden de tekst op van Soft-Hearted Hana. Die is onnavolgbaar, maar uit de flarden is op te maken dat hij de reisgids van Maui goed heeft bestudeerd: ‘and hadn’t they just seen me up on Haleakala’, ‘seven naked native girls swam seven sacred pools’ en ‘I fell in love with my soft-hearted Hana.’ De Haleakala is een vulkaan in Maui en Hana is een plaats aan de oostkust van Maui – de weg ernaartoe is een toeristische attractie op zich. Onderweg naar Hana kom je inderdaad langs ‘seven sacred pools’. Ook daar ben ik geweest (de zeven naakte dames heb ik er niet gezien).

Harrison nam Soft-Hearted Hana terug in Engeland op. In een vaudeville-achtig arrangement, gemixt met geluiden en conversaties uit z’n favoriete pub The Row Barge in Henley-on-Thames. Hij was in gedachten nog altijd bij z’n geliefde Hana: ‘she entered right in through my heart and now although we’re miles apart, I still feel her.’ Tegen het einde van de opname wordt de begeleiding opzettelijk vals. De kater komt later.

Harrison kocht rond de tijd van Soft-Hearted Hana een huis in Nahiku, een dorpje langs de weg naar Hana, waar hij de rust zocht waar hij sinds het succes van de Beatles zo naar op zoek was. Hij raakte bevriend met Bob Longhi, restauranteigenaar te Lahaina, en droeg Soft-Hearted Hana aan hem op. Hawaï bleek van blijvende invloed op Harrison; op z’n laatste album Brainwashed staat Rocking Chair in Hawaii, met daarin ook een rol voor de door hem zo geliefde ukelele.

6. The Finn Brothers – Kiss the Road of Rarotonga (1995)

Paul Theroux beschrijft in The Happy Isles of Oceania niet ongeestig over de eerste ontmoeting van de Fransen in 1768 met de oorspronkelijke bewoners van Tahiti. Hoe een jonge Tahitiaanse met ontblote borstjes vanuit haar kano het dek van een marineschip opstapte en ten overstaan van vierhonderd matrozen die al zes maanden geen vrouw hadden gezien, laat staan eentje met blote tieten, haar lendendoek liet vallen waardoor ze poedelnaakt op het dek stond. Louis Antoine de Bougainville, kapitein van het schip, aarzelde geen moment: ‘down went the anchor, and in that moment the myth of romantic Tahiti was conceived, a paradise of fruit trees, brown tits and kiddie porn.’

Op YouTube vond ik een live versie van Kiss the Road of Rarotonga uit 1996 waarin Tim Finn vertelt over hoe hij met z’n motor in de Cookeilanden crasht en door een verpleegster (op blote voeten) van het lokale ziekenhuis plagerig wordt toegesproken met de zin ‘ah, you kissed the road of Rarotonga.’ Einde van het liedje: al ijlend van de drank of de pijnstillers concludeert Tim dat het niet zo erg is dat hij onderuit ging met z’n motor; hij heeft er een leuke, Polynesische verpleegster aan overgehouden.

De Nieuw-Zeelandse broers hebben geregeld eer betoond aan de traditionele muziek van hun thuisland. De Maori-invloeden zijn vooral op het album Together Alone hoorbaar, in Private Universe en de titelsong. Tim Finn betuigde daarnaast z’n respect aan de oorspronkelijke inwoners in z’n solosingle Parihaka. Toch blijft het opvallend over hoe weinig locaties in Nieuw-Zeeland liedjes zijn geschreven, noch door één van de vele projecten van de Finn-broertjes, noch door andere bands en artiesten uit het land. In een Top 100 van beste Nieuw-Zeelandse songs uit 2001 wordt in geen enkele titel een specifieke plek genoemd. Blijkbaar laten de eilanden zich beter bezichtigen dan bezingen.

5. Bali Ha’i (uit South Pacific) (1949)

‘Een collega van me gaat op vakantie naar een eilandengroep in de Stille Oceaan en jij gaat jaloers zijn,’ zei een vriend tegen me.
‘Waar gaat hij heen?,’ vroeg ik nieuwsgierig.
‘Vanuatu.’
‘Oké, ik ben jaloers.’

Toegegeven, ik wil zo’n beetje elk eiland in de Pacific bezoeken. De archipel Vanuatu hoort daar zeker bij. James A. Michener was tijdens de Tweede Wereldoorlog gelegerd op Espírito Santo in de Nieuwe Hebriden, zoals de eilandengroep toen nog heette. Hij schreef Tales of the South Pacific, een boek waarvan de kaft van mijn editie ronkend meldt: ‘the endless ocean, the coconut palms, the waves breaking into spray against the reefs, the full moon rising behind the volcanoes’. Wie op basis daarvan stomende Zuidzeeromantiek verwacht, komt bedrogen uit; in de eerste twee verhalen vliegen de bommenwerpers en de dode strijdmakkers je al om de oren. Maar z’n verhalenbundel bleek een groot succes. In 1948 won hij er de Pulitzerprijs mee.

Tussen het oorlogsgeweld wisten Rodgers & Hammerstein de romantiek uit de verhalen Our Heroine en Fo’ Dolla om te vormen tot de musical South Pacific. Het is met bijna drieduizend shows één van de succesvolste musicals aller tijden, met klassiekers als Some Enchanted Evening, I’m Gonna Wash That Man Right Outa My Hair en There’s Nothing Like a Dame (het kan niet anders of No Dames! uit Hail, Caesar! van de broertjes Coen is hier een parodie op). In South Pacific is Bali Ha’i het mythische eiland dat met haar lokroep de hoofdrolspelers betovert: ‘Bali Ha’i will whisper on the wind of the sea: “Here am I, your special island! Come to me, come to me!”‘ Helaas voor de hoofdpersonen is Bali Ha’i off limits.

Bali Ha’i is met name in de jaren vijftig vaak gecoverd. Frank Sinatra, Peggy Lee, Bing Crosby, Sarah Vaughan, Perry Como, Andy Williams; zo’n beetje elke crooner nam in de jaren vijftig een eigen versie op: het verlangen naar een onbereikbaar paradijs is universeel. Maar Bali Ha’i bestaat. Al zal je het niet in de atlas vinden onder die naam, in het echt heet het Ambae, of Aoba. Als ik de foto’s op internet zie is het nog niet ten prooi gevallen aan massatoerisme. Ik moet er echt eens heen.

4. Elvis Presley – Blue Hawaii (1961)

Voor hele generaties is het beeld dat bij het horen van de naam Hawaï opkomt Elvis die croonend, omringd door hoelameisjes en getooid met een bloemenkrans op z’n ukelele enkele liedjes speelt. Dat is niet gek. De King of Pop is voor eeuwig verbonden met de eilandengroep. Hij nam er drie films op: Blue Hawaii, Girls! Girls! Girls! en Paradise, Hawaiian Style. De bijbehorende soundtracks waren uiterst succesvol, wat in 1973 culmineerde in het concert Aloha from Hawaii. Het werd in veertig landen live uitgezonden.

Het was niet Elvis die had uitgedokterd dat het idyllische Polynesië zich uitstekend leende voor films met flinterdunne verhaaltjes met schaars geklede meisjes en zoetsappige liedjes. Hollywood had dat in de jaren dertig al begrepen, met als resultaat musicalfilms als In The Navy, Honolulu en Waikiki Wedding. Uit die laatste film komt het liedje Blue Hawaii. Een song die er met regels als ‘dreams come true in blue Hawaii and mine could all come true, this magic night of nights with you’ niets aan doet het clichébeeld van wuivende palmenstranden en wulpse Hawaïaanse danseressen weg te nemen. Het werd oorspronkelijk opgenomen door Bing Crosby en Shirley Ross. Er is iets voor te zeggen dat de soundtracks van Elvis meer eeuwigheidswaarde hebben dan de films: Can’t Help Falling In Love, Rock-A-Hula Baby en Return to Sender zijn uitgegroeid tot klassiekers.

Blue Hawaii mag de bekendste song zijn geweest van de soundtrack met dezelfde titel, navrant is dat Elvis voor dezelfde film ook Aloha ‘Oe opnam. Het werd in 1878 geschreven door koningin Liliuokawani van Hawaï na de ferme omhelzing bij het afscheid van kolonel James Harbottle Boyd en groeide uit tot de bekendste Hawaïaanse song, zeker nadat de koningin bij een staatsgreep in 1893 werd afgezet. Elvis zal de bittere ironie van Aloha ‘Oe niet hebben ingezien. Waar hij met z’n films de oorspronkelijke cultuur van Hawaï hevig had geromantiseerd, werd het laatste beetje authenticiteit onder de voet gelopen door het Amerikaanse massatoerisme. Zeker toen Hawaï in 1959 als vijftigste staat toetrad tot de Verenigde Staten en de skyline niet langer werd gedomineerd door houten bungalows, maar door grote betonblokken. Met uitzicht op zee, dat wel.

3. U2 – One Tree Hill (1987)

The Joshua Tree, het magnum opus van U2, gaat over Ierland en Amerika, maar de twee locaties die bij naam worden genoemd in songtitels zijn Red Hill (een mijndorpje in Wales) en One Tree Hill, een heuvel in Auckland die voor de Maori religieuze betekenis heeft. One Tree Hill of Maungakiekie, zoals deze in Maori heet, was in de achttiende eeuw het belangrijkste dorp voor de oorspronkelijke bewoners van Nieuw-Zeeland. De ligging op het smalste stukje van het Noordereiland was van groot belang: twee zeeën binnen handbereik, bovendien bleek de vulkaangrond uiterst vruchtbaar. De heuvel was tot eind achttiende eeuw bewoond, waarna hij in verval raakte.

De aanleiding van de song is tragisch: het overlijden van de roadie Greg Carroll bij een motorongeluk in Dublin in 1986. Carroll was Maori en was twee jaar eerder goed bevriend gemaakt met Bono tijdens een show in Auckland. Hij had de zanger de fameuze Nieuw-Zeelandse heuvel laten zien. ‘I’ll see you again when the stars fall from the sky, and the moon has turned red over One Treel Hill,’ zingt hij. Onbekender is de referentie aan de Chileense zanger Víctor Jara, die bij de coup van Augusto Pinochet in 1973 werd doodgemarteld: ‘Jara sang, his song a weapon in the hands of love, you know his blood still cries from the ground.’

Chili en Nieuw-Zeeland, de oostkant en de westkant van de Grote Oceaan, verenigd in één song. One Tree Hill werd alleen in Nieuw-Zeeland op single uitgebracht, waar het de eerste plaats haalde.

2. Israel Kamakawiwo’ole – Hawai’i ’78 (1993)

Israel Kamakawiwo’ole mag zonder overdrijven de gigant van de Hawaïaanse muziek worden genoemd. Zijn muziek is overal, met name z’n cover van Over The Rainbow. Ik vroeg ernaar toen de taxichauffeur me van het vliegveld van Maui naar mijn hostel bracht. ‘Toeristen verwachten deze muziek te horen,’ was zijn antwoord. De man zei er niet bij of hij het ook mooie muziek vond.

Kamakawiwo’ole zou er niet blij mee zijn geweest. Hij streed met z’n muziek voor de rechten van de oorspronkelijke bewoners van de Hawaï-eilanden en zag met lede ogen aan hoe de Polynesische cultuur werd vertrapt door de Amerikaanse popcorncultuur: ‘if just for a day our king and queen (…) saw highways on their sacred grounds, how would they feel about this modern city life.’

Hawai’i ’78 is een hartenkreet, zoals blijkt uit het citaat van koning Kamehameha de Derde: ‘Ua Mau ke Ea o ka ‘Āina i ka Pono,’ wat in het Engels valt te vertalen als ‘the life of the land is perpetuated in righteousness.’ Ik heb lang gedacht dat de ’78 in de titel verwees naar een wet die in 1978 in Hawaï was doorgevoerd en die al dan niet een tegemoetkoming was aan de oorspronkelijke bewoners van de archipel. De meer voor de hand liggende verklaring is dat de ’78 in de titel verwijst naar 1778, het jaar waarin James Cook de Hawaï-eilanden ontdekte. Voor Mickey Ioane, de schrijver van de song moet die ontdekking het begin van het einde hebben betekend.

1. Jacques Brel – Les Marquises (1977)

Je kunt niet zeggen dat het overlijden van Jacques Brel in 1978 als een verrassing kwam. De zanger leefde allang in geleende tijd, nadat in 1974 bij een operatie z’n linkerlong was verwijderd. Brel voer in de jaren zeventig op een zeilboot om de wereld en besloot op Hiva Oa, in de Franse Marquesaseilanden, waar niemand hem kende, te blijven. Op afraden van z’n artsen – de tropen zouden niet bevorderlijk zijn voor de toch al broze gezondheid van de chansonnier: eens een non-conformist, altijd een non-conformist.

Op Hiva Oa schreef Brel zeventien chansons, waarvan er twaalf op z’n laatste lp Brel zouden verschijnen. Het album werd met tussenpozen opgenomen; maximaal twee liedjes op een dag. Brel is in alles een afscheidsplaat. Nog een laatste trap na aan z’n bekrompen landgenoten in Les F…, een diepdroevig afscheid tussen twee geliefden op de Parijse luchthaven Orly in het chanson met dezelfde titel en een eerbetoon aan Jojo, z’n beste vriend die in 1974 was overleden. Het bekendste is Voir un Ami Pleurer, naar het Nederlands vertaald als het van Herman van Veen bekende Een Vriend zien Huilen.

Het allermooiste is de afsluitende track Les Marquises. Een ode aan de eilandengroep in Frans-Polynesië. Brel noemt in de tekst Paul Gauguin, de post-impressionistische schilder die, vloekend en tierend over het kolonialisme, als een straatarme bohémien z’n laatste jaren in Frans-Polynesië sleet. Een paar oude, witte paarden neuriën nog z’n naam: ‘quelques vieux chevaux blancs qui fredonnent Gauguin’. Ze praten er over de dood alsof het de normaalste zaak van de wereld is: ‘ils parlent de la mort comme tu parles d’un fruit’. De muzikale begeleiding is bescheiden, met houtblazers en getokkel op strijkers. Op de dag dat de lp verscheen, vertrok Brel naar de Marquesaseilanden. Een jaar later was hij dood. Brel ligt begraven in Atuona, op Hiva Oa, niet ver van het graf van Gauguin.

‘Et par manque de brise le temps s’immobilise aux Marquises,’ zingt Brel: waar geen wind waait, staat de tijd stil. Als je toch begraven moet worden, waarom niet op een plek waar de tijd stilstaat?

This entry was posted in Lijstjes, Muziek and tagged , , , , , , , , , , . Bookmark the permalink.