11 Jaar

Ik ging met m’n oudste nichtje Esmee een dagje weg. Een verlaat verjaardagscadeautje, omdat ze in juli 11 was geworden. Esmee is een meisje dat alles leuk vindt. Dat zou het zoeken naar een leuk uitje makkelijk moeten maken, maar in de praktijk maakte dit het juist lastiger. Wie alles leuk vindt, vindt uiteindelijk niks leuk. Vrijwel alle voorstellen kregen het standaard antwoord: ‘ja, leuk.’ Alleen de mergelgrotten van Valkenburg, met aansluitend een bezoek aan het Natuurhistorisch Museum in Maastricht, wees ze af. Jammer, want dat had ik zelf als kind zo leuk gevonden.

Ik begon me af te vragen of ze het überhaupt nog wel leuk zou vinden om met haar 25 jaar oudere oom een dagje weg te gaan. Ik kreeg het idee dat ze meer meeging om míj een plezier te doen. Wat ik vrij sneu vond.

Die twijfel had ik een jaar eerder al gehad, toen ik Esmee voor d’r verjaardag mee naar de film had genomen. Na ampel beraad was besloten dat we naar The Secret Life Of Pets zouden gaan. Vooraf mocht ze van mij chips en popcorn hebben, maar ze vroeg of ze in plaats daarvan een snoepzak met winegums en ander zoet spul mocht vullen. Ik vond het best. Het fijne van suikeroom spelen is dat je de opvoeding niet voor je rekening hoeft te nemen.

Ik had toen, en dat vond ik zelf vrij genereus, voor de 3D-versie van The Secret Life Of Pets gekozen.
‘Heb je wel eens eerder een 3D-film gezien?,’ vroeg ik nogal naïef.
Ze dacht even na.
‘Ik denk dat van de tien films die ik in de bioscoop heb gezien er zes in 3D waren,’ antwoordde ze met een rollende r (aangeleerd) en een zachte g (aangeboren).
Daar zat ik met m’n goede gedrag.

Maar de film was leuk. Althans, voor een meisje van 10. Na afloop haalde haar moeder, m’n zus, ons op. Onderweg naar huis werd de film door Esmee scène na scène naverteld: ‘en toen, en toen, en toen.’ Op die leeftijd is het nog moeilijk onderscheid te maken tussen hoofd- en bijzaken.

Voor haar verjaardagscadeau van dit jaar viel de keus op de tentoonstelling Cool Japan, in Museum Volkenkunde. Bijkomend voordeel: dat museum ligt in Leiden, dus je bent lekker lang onderweg met de trein. Ze mag dan veel 3D-films hebben gezien, een treinreis blijft ook voor een 11-jarige nog tot de verbeelding spreken. Bovendien had ik om de tijd te doden een Donald Duck Extra en een National Geographic Junior gekocht, al had ze de Donald Duck Extra ter hoogte van station Den Bosch al uit. Op Utrecht Centraal kocht ik voor haar een zak Skittles met fruitsmaak. Wat ik al schreef: de opvoeding neem ik op zo’n dag niet voor m’n rekening.

‘Wat heeft zes benen, twee hoofden en één staart?,’ vroeg ze in de trein van Utrecht naar Leiden.
‘Geen idee,’ antwoordde ik naar waarheid.
‘Een man op een paard,’ zei ze.
Ze keek naar buiten en dacht na.
‘Of een vróuw op een paard,’ zei Esmee.
‘Dat kan natuurlijk ook,’ zei ik.
‘Tenzij het een vrouw met een staart is,’ bedacht ze.
‘Of een man met een staart. Laten we het erop houden dat het een mens op een paard is,’ besloot ik. ‘Zonder staart.’

Wat leuk dat ik dit soort gesprekken met haar kan voeren, dacht ik verrast. Niet meer dat kinderlijke getut, maar een individu. Iemand die, bewust of onbewust, een mening heeft over gender, of het nieuwe feminisme.

Een paar jaar eerder, Esmee zal toen 8 zijn geweest, had ik ‘r ook een dagje mee uit genomen. We waren naar het Sea Life Centre in Scheveningen geweest, daarna hadden we het Omniversum bezocht. Ik weet nog dat ze bij me op schoot zat terwijl de tram over de Koningskade in Den Haag voer. Ik was me ineens bewust van de verantwoordelijkheid die ik vandaag voor dit hummeltje had. De opvoeding nam ik dan niet voor m’n rekening, de verantwoordelijkheid wel. Als ik dit al eng vond, hoe moest dat dan gaan als ik zelf ooit kinderen zou krijgen?

Op Cool Japan bleek Esmee als een vis in het water. Bij de ingang stond een groot, rond plateau met allerlei figuurtjes uit tv-series, films, stripverhalen en videogames. Op een scherm op de achtergrond werden fragmenten uit Japanse tv-series afgespeeld. Ik keek naar de figuurtjes en herkende Super Mario, Hello Kitty en iets dat op een Pokémon leek.
‘Ken je die figuren?,’ vroeg ik.
Esmee antwoordde bevestigend en noemde wat namen. Toen werd ze afgeleid door een figuur op het grote scherm.
‘Glitter Force!,’ riep ze verrukt uit.

De tentoonstelling Cool Japan is niet zo gek groot, maar alles werd grondig bestudeerd. Met name de robot (buiten werking), anime, manga’s en computerspellen deden het goed. Ongetwijfeld oprechte interesse, al speelde ook mee dat ze met haar kinderticket mee kon doen aan een quiz. In de zalen stonden in totaal tien consoles met verschillende quizvragen. Ja, Esmee heeft het quizgen. Aan het einde, we waren toen al ruim twee uur binnen, kwamen we erachter dat we één vraag hadden gemist. We konden niet weg voordat ook die was beantwoord en speurden de tentoonstelling af naar de gemiste console.

Ik stelde voor om, voordat we ook de rest van het museum aan een grondige inspectie zouden onderwerpen, iets te drinken in het museumcafé. Op de toonbank stonden vier flesjes met Japanse frisdrank, ieder met een eigen smaak.
‘Wat is dat?,’ vroeg Esmee nieuwsgierig, terwijl ik al een flesje cola-light uit het schap had gepakt.
‘Geen idee. Wil je dat drinken?,’ vroeg ik.
Ze twijfelde, maar was te nieuwsgierig om het niet te proberen. Ik bewonderde haar experimenteerdrang. Ik herinnerde me een vakantie in Denemarken, toen ik een jaar of 8 was. Ik vertikte het melk te drinken, omdat het Deense melk was. Ik lustte alleen Nederlandse melk.

Dat Japanse frisdrankje smaakte prima. Maar het was vooral het flesje dat indruk maakte. Een flesje dat op ingenieuze wijze geopend moest worden en waarbij een plastic balletje vrij kwam dat in het flesje achterbleef. Alle manga’s, anime en Glitter Force ten spijt, dit flesje was de ontdekking van de dag (nouja, Esmee wil nu wel een manga van Sinterklaas). Het móest zelfs mee naar huis, maar zo’n plakkerig flesje voor de rest van de dag in m’n tas vond ik geen prettig idee. Ik had een beter plan: nadat we de rest van het museum hadden bekeken zouden we een nieuw flesje kopen. Kon ze thuis aan de familie laten zien hoe het open moet.

Terwijl we ons in het museumcafé te goed deden aan twee gigantische muffins, werd op een groot scherm een commercial voor Museum Volkenkunde, het Afrika Museum en het Tropenmuseum afgespeeld.
‘Heej, Kenny B,’ riep Esmee. Iedere generatie heeft z’n eigen helden.
Ze keek naar het reclamefilmpje waarin, aldus de slogan, ‘vijf heel gewone Nederlanders een buitengewoon depot bezoeken.’ Naast Kenny B onder andere Floortje Dessing en Filemon Wesselink.
Nadat het filmpje was vertoond sprak ze misprijzend: ‘dat zijn helemaal geen gewone Nederlanders.’

Toen ik Esmee’s leeftijd had, kon ik uren naar de kaarten in de Bosatlas kijken. Ik was dolblij als ik een nieuw land had ontdekt en met name de eindeloze Grote Oceaan, met hier en daar een klein eilandje, sprak tot de verbeelding. Dat doet ze nog steeds. En toen ik de atlas uithad, begon ik met het zonnestelsel. Toen de meester in Groep 7 nog wat snoep in de la had liggen, besloot hij een keer een wedstrijdje te organiseren. Wie kon het snelste plaatsen in de atlas vinden? Ik won glansrijk, al was na een paar rondes het grootste deel van de klas afgehaakt. Het ging me niet om die prijs, maar om het winnen. Ook dat is niet veranderd.

Ik dacht nog even snel over de andere afdelingen van het Museum Volkenkunde te lopen. Ik wilde naar de afdeling Oceanië, om me te vergapen aan een stick chart uit de Marshalleilanden, of een log drum uit Vanuatu. Esmee wilde naar de zaal over Amerika, omdat een klasgenootje daar naartoe was verhuisd. Maar ook in die zalen waren quizzen te maken, waar Esmee meteen bovenop sprong. Na wat onderhandelen spraken we af echt nog maar één quizje te doen, want ik zag al voor me hoe we anders om 17.00 uur met zachte dwang het museum uitgewerkt zouden worden.

Op de terugweg in de trein speelden we Uno en Switch. En omdat ik de opvoeding op zo’n dag niet voor m’n rekening neem, begon Esmee aan de reep Tony’s Chocolonely die ik voor ‘r had gekocht. Tussendoor haalde ze het flesje Japanse frisdrank uit haar rugtas. Ze keek er gebiologeerd naar.

This entry was posted in Kunst, Overig and tagged , , . Bookmark the permalink.