Hittegolf

Grote kans dat Eindhoven deze week een hittegolf krijgt. Als zich een hittegolf voordoet, denk ik terug aan wiskunde op de middelbare school. Het is modieus om te zeggen dat je niet goed bent in wiskunde, maar ik was écht niet goed in wiskunde. Om Journalistiek te studeren was wiskunde a (vanwege statistiek) echter wel gewenst. De vriend van m’n oudste zus studeerde technische scheikunde en was gaarne bereid om bijles te komen geven. Dat had effect, want dankzij zijn hulp kon ik trots vertellen dat ik een 4 voor een proefwerk had gehaald. Hij keek daar bedenkelijk bij, maar zonder z’n uitleg was het ongetwijfeld een 2 geweest. U merkt: ik ben een perfecte exponent van de zesjescultuur.

M’n wiskundekennis was zo abominabel dat ik me de twee keren dat ik het wél goed deed nog goed kan herinneren. De eerste keer was in de brugklas. In ons lesboek stond een opgave met gondels in een reuzenrad. Het ging erom dat je moest bepalen of wagonnetje b naar boven of beneden zou bewegen als wagonnetje a zich op een bepaalde positie in het reuzenrad bevond. Toen de docent vroeg wie dacht dat het omhoog zou gaan, stak ik enthousiast m’n vinger op, om vervolgens te beseffen dat ik de enige was. O, dat heb ik dus fout, dacht ik. Maar de docent merkte verbaasd op dat ik de enige was die het góed had. Het was één van de schaarse momenten in de brugklas dat ik gelukkig was.

Die andere keer ging het over de definitie van hittegolven. Hoeveel dagen duurt een hittegolf minimaal als de temperatuur volgens de definitie van het KNMI vijf dagen boven de 25 graden moet komen, waarvan drie dagen boven de 30 graden? Vijf, antwoordde ik. Acht, zei de wiskundeleraar. Ik was verbouwereerd. Dit was geen wiskunde, maar tekstverklaren. En laat ik daar nou wél goed in zijn. De crux zat ‘m overduidelijk in het woordje ‘waarvan’. Immers, als de temperatuur 32 graden is, is het niet alleen warmer dan 30 graden, maar óók warmer dan 25 graden. Het leverde een verhitte discussie op (pun intended), maar de docent wilde me geen gelijk geven. Ik ben daar nog steeds boos over.

Ik ben uiteindelijk met een 5 voor wiskunde geslaagd. Dat kon toen nog. Het toenmalige vriendje van m’n oudste zus is al jaren m’n zwager en hun oudste dochter zit inmiddels op dezelfde middelbare school als ik indertijd. Zelfs die wiskundedocent geeft er nog les.

Ik ga toch nog eens m’n beklag doen.

This entry was posted in Overig and tagged , , , . Bookmark the permalink.