Pop Media Prijs

De DWDD Recordings heeft de Pop Media Prijs 2011 gewonnen. Toegegeven, ik was in eerste instantie nogal verbaasd toen ik dit nieuws las. Ik wist niet dat een serie programma-items, aangevuld met een concert en een dubbel-cd voldoende zou zijn om de prestigieuze Pop Media Prijs te winnen, maar soit (ik was zelfs nog in de veronderstelling dat de prijs de Pop Pers Prijs heette, maar die naam is al in 2007 gewijzigd naar de huidige naam). Ik heb wel wat problemen met de DWDD Recordings. Omdat het volstrekt niet origineel is om liedjes volledig uit te kleden tot hun kale essentie; Johnny Cash deed het, en hij deed het bovendien veel beter. Bij De Wereld Draait Door zijn ze zelf de eerste om het toe te geven (‘nee, we weten dat we niet origineel zijn’) maar waarom haal je dan bij iedere nieuwe artiest die aanschuift een fragment van de Man In Black van stal? Inmiddels is de status van de DWDD Recordings dermate groot dat iedere zichzelf respecterende Nederlandse artiest toch al een keer is aangeschoven; van Elle Bandita tot Saskia & Serge en van GEM tot Jan Smit. Met wisselend succes (afgelopen week zag ik Maurits Westerik van GEM die een weergaloze cover deed van Guns Of Brixton, zijn buurman Guus Meeuwis’ Springsteen-cover No Surrender kwam minder goed uit de verf), maar dat maakt het ook wel weer leuk.

Volgens NRC Handelsblad was de DWDD Recordings een outsider naast de twee andere genomineerden: Atze de Vrieze (3voor12) en Willem Bemboom (OOR). Over De Vrieze zal ik niet al te flauw doen. De man schrijft voor 3voor12, met gemak de meest gebruiksonvriendelijke website van Nederland (vermoedelijk wereldwijd), daar kan zelfs een recente restyling niets aan veranderen (maar het is van de VPRO, dus wel weer heel artistiek verantwoord) en hij moet ook nog werken terwijl hij uitkijkt op de lelijkste plek van Hilversum en omstreken: het Mediapark. Als je dan nog in staat bent tot het schrijven van aardige achtergrondverhalen, interviews en recensies, ben je een grote jongen en verdien je een aanmoedigingsprijs. Tegelijkertijd ben ik bij De Vrieze nog geen schokkende vergezichten of ongekend originele nieuwe invalshoeken tegengekomen. Gedegen muziekjournalistiek, al is dat vandaag de dag al heel wat.

Komen we bij Willem Bemboom. Ik denk dat negentig procent van muziekminnend Nederland zal denken: Willem wie? En dat kan ik mij voorstellen. Bemboom schrijft namelijk voor OOR. U weet wel, dat blad dat jarenlang gold als het enige redelijke muziekblad van Nederland en dat zichzelf ‘toonaangevend’ vond; een term die ze al lang geleden van hun cover hebben verwijderd en dat is dan wel weer ‘veelzeggend’. Tegenwoordig leidt het blad een zieltogend bestaan en is het aan alle kanten ingehaald door nieuwe media. En het ergste is: het blad lijdt aan het oude jenever syndroom. En dat is een ernstige ziekte voor een blad. Zoals het Meisje van de Slijterij me ooit vertelde ‘bij elke rouwadvertentie die ik lees van een vaste klant die oude jenever bij me kocht, weet ik ‘ik kan weer een fles minder inkopen.” Met andere woorden: er komen geen nieuwe abonnees bij. De mensen die het blad nog wel lezen gaan vanzelf wel dood of vergeten hun abonnement op te zeggen (zie ondergetekende).

Ooit heb ik Bemboom gezien. Dat was in 2008, toen ik Kaiser Chiefs interviewde. Het was in een cafeetje achter de Melkweg in Amsterdam. Ik schreef toen op mijn blog dat ik vond dat hij zich wel erg inlikte bij de dame van de platenmaatschappij door keer op keer te herhalen hoe goed hij de nieuwe cd Off With Their Heads vond:

“De journalist van de Oor is sowieso nogal een slijmbal. Die roept tegen de persdame dingen als ‘oh, het is zó’n goede cd! Ik heb ‘m heel het weekend wel tachtig keer gedraaid!’ Guidje zit daar aan de bar verbaasd te kijken: ‘yeah right. Dat kan niet eens, want die cd duurt 37 minuten en dan moet jij niet geslapen hebben dit weekend.'”

Het mooie is dat ik achteraf nog wat gezeik heb gehad met dat blogje. De dame van Universal was not amused en trok aan de bel bij een medewerker van KindaMuzik. Hoe ze op mijn blog terecht zijn gekomen (drie lezers, en dan rond ik nog naar boven af) is mij een raadsel en waarom ze dan direct naar de leiding van KindaMuzik stappen en mij niet rechtstreeks benaderen als ze bezwaren hebben tegen iets dat ik op mijn eigen blog heb geschreven een nog groter vraagstuk, maar ze vond het nodig om het voor Bemboom op te nemen. Dat is dan nog de allergrootste vraag, al weet de vaste lezer van OOR wel ongeveer hoe het zit. Kort samengevat komt het erop neer dat het blad al jaren geen enkel kritisch woord meer durft te schrijven over welk bandje dan ook, omdat ze bang zijn dat de grote platenmaatschappijen dan geen promo cd’tjes meer sturen en geen interviews voor ze regelen. En laat ik Bemboom al jaren als de meest prominente vertegenwoordiger van dit kritiekloze geschrijf zien (het was al een verrassing dat ie echt bestaat. Af en toe spookte de gedachte door mijn hoofd dat het een pseudoniem was van de Gezamenlijke Nederlandse Platenmaatschappijen). Hem nomineren voor de Pop Media Prijs is dus een gotspe.

Het probleem is: Nederland stelt op muziekjournalistiek vlak geen ruk voor. Het is hobbyisme. Goed bedoeld hobbyisme, van liefhebbers die gek zijn op een bepaalde muzieksoort of dat ene bandje en dat dolgraag met hun lieve lezertjes willen delen, maar we kennen in Nederland geen schrijvers die ook maar in de buurt van de status van Simon Reynolds of Nick Hornby komen. In België heb je nog Serge Simonart, maar die man heeft een dermate groot ego dat ie niet eens door de ingang van de Oosterpoort zou passen. Je kan er in Nederland ook niet van leven, tenzij je Leo Blokhuis of Leon Verdonschot heet. Een bijkomend probleem is dat je de Pop Media Prijs maar één keer kan winnen. Dan kan je als organisatie nog wel zo behendig zijn door in plaats van 3voor12 (de site heeft de prijs al in 2002 gewonnen) nu een prominent schrijver van die site te nomineren, het blijft behelpen.

Ter illustratie: toen een paar jaar terug KindaMuzik op de longlist stond, heb ik daar uiteraard even op gestemd. Als eigen keus voegde ik toen David Kleijwegt (Vrij Nederland) toe, die ik toch beschouw als een van de beste popjournalisten die we in Nederland hebben. Wist ik veel dat ie de prijs al in 1996 had gewonnen.

This entry was posted in Media, Muziek and tagged , , . Bookmark the permalink.

2 Responses to Pop Media Prijs

  1. Ximaar says:

    Een prachtig verhaal en ik neem het direct voor zoetekooek aan. Dwz ik weet vrijwel niets van popjournailistiek terwijl ik wel uit het tijdperk van de popbladen stam. Rond 1975 had ik voldoende schoolgenoten die dergelijk spul verslonden. Ik heb een 10 jaar oudere neef die alles (en nog wat meer) van Hank Williams weet.

    Aanvankelijk heb ik wel eens een plaatje gekocht, maar hield het al snel meer bij het radioluisteren. Ik wil graag afwisseling. Iets voor een 3de keer horen is voor mij een reden om een andere zender op te zoeken. Ben dus erg blij met youtube en heb gisteravond een berg Paraguayaanse harpmuziek beluisterd. Komt inmiddels ook m’n neus uit.

    Die DWDD-recordings waren soms best aardig en het sterke vond ik de eenvoud. Veel muziek is achteraf in studio’s verziekt en anders wel door een slechte instelling van zenders als Hilversum 3. 1 en 2 klinken veel beter. Ik haat dynamiekcompressie.

    Maar ook de uitzendigen van DWDD klinken behoorlijk goed en dat maakte het mooi om naar te luisteren. Helaas was het op een typsische DWDD-manier, herhaalderistis tot de 12de macht. Dus keek ik het achteraf en dan doorschuiven tot zo’n figuur daadwerkelijk een stukje speelt en zingt. Helaas zat er ook Volendams tuig tussen. Ik hou niet van Veronicadamse muziek. Kan me maar 1 aardig nummer uit die hoek herinneren en dat is Barbers Rock van BZN.

    Laatst trouwens een nog beter stukje muziek bij DWDD gehoord. Wat jonge meiden die samen iets aan tafel zongen. Later zong 1 daarvan achter een piano en microfoon en dat vond ik een stuk minder. Schijnbaar is de acoustique aan tafel het beste. 🙂

  2. Guidje says:

    Dynamiekcompressie is een crime maar vergis je niet, dat is in veel gevallen de schuld van de band zelf die liedjes zo veilig produceren zodat het lekker klinkt op de radio. Met Get On Your Boots van U2 als beroerdste voorbeeld. De recente Red Hot Chili Peppers heeft hetzelfde probleem.

    Het constant herhalen van de eerdere opnames van de DWDD Recordings vind ik ook nogal irritant. Komt nog bij dat ze bij De Wereld Draait Door met de live optredens nog steeds de idiote regel hebben dat een bandje maximaal anderhalve minuut mag spelen. Dat had ze toch een punt aftrek moeten opleveren bij de toekenning van de Pop Media Prijs; zelfs in de shows van David Letterman of Conan O’Brien spelen bands hun volledige liedje. Pas aan het einde van het programma, maar toch.

Comments are closed.