De dochter van een vriendin was met haar stepje in het skatepark geweest, had daar een jongen zien skateboarden en was nieuwsgierig geworden. De vriendin deed wat elke verstandige ouder van een kind met een stepje doet: hulp inschakelen. Kon ik haar dochter niet de basisbeginselen van skateboarden bijbrengen? Met alle plezier natuurlijk, want met elk kind dat het stuntstepje verwisselt voor een skateboard komt wereldvrede een stukje dichterbij.
We spraken af in een skatepark en omdat ik m’n stuntstepjesexorcisme grondig aanpak, had ik twee skatevrienden meegenomen. Terwijl ik wat rondreed, vroeg m’n vriendin, een oud-klasgenoot die ik al ken sinds de brugklas en inmiddels is getrouwd en drie dochters heeft: ‘Hoelang skate je eigenlijk? Was je daar niet eind twintig mee begonnen?’
‘Nou, ik ben tweeëneenhalf jaar geleden begonnen en word volgende maand 40,’ antwoordde ik lachend. ‘Wij hebben bij elkaar in de klas gezeten, weet je nog?’
Ze schrok: ‘Och, ik vergeet dat wij even oud zijn.’
Tja, dacht ik. Ik ook.
Haar dochter bleek een gewillige leerling. Ze reed al beter dan ik na een maand oefenen deed, en wilde best de quarter in rijden. Ik deed het een paar keer voor, waarna ze – weliswaar met hulp – wat beter meeleunde.
‘Ik heb goed gekeken hoe jij het doet,’ zei ze.
‘Heel goed,’ complimenteerde ik haar, want je leert heel veel van naar andere skaters kijken (soms zie ik jongere skaters kijken hoe ik skateboard. Daarna proberen ze me na te doen, iets wat me vervult met enorme trots).
‘s Avonds week ik uit naar het Stadhuisplein. Lekker skaten tot Sperrzeit om de coronagestapo te stangen. Ik sprak een meisje dat ik wel eens in de area zag. Het skatepark wordt nog steeds verbouwd en ik vermoed dat ze pas opengaan als de coronamaatregelen zijn opgeheven; in 2034 ofzo. In het verbouwde park moet de ruimte straks worden gedeeld met bmx’ers, inlineskaters en stuntstepjes. De bmx’ers hebben een riant deel van de hal opgeëist, iets dat in de skatescene met argusogen wordt bekeken.
‘Wat vind je van de nieuwe area?,’ vroeg ze.
‘Wel oké,’ zei ik schouderophalend.
‘Nee man,’ het is een bmx-park geworden,’ lachte ze.
‘Tja, zij hebben het overgenomen he,’ legde ik uit. ‘Nouja, figuurlijk dan.’
Ik ben oud genoeg om te weten dat vechten tegen windmolens geen zin heeft. Alles wat mooi is moet kapot.
‘Ach, zoveel zal ik er niet meer heengaan,’ zei ik. ‘Zeker niet als het straks zomer is. Buiten is veel leuker.’
Ze moest lachen, omdat ik het eerste jaar bijna alleen maar indoor had geskatet.
‘Ja heej,’ verdedigde ik me, ‘als je op mijn leeftijd gaat skateboarden, ben je voorzichtig. Je wilt niet dat iedereen je ziet stuntelen. Ik word volgende maand 40 he.’
Ze keek me verbaasd aan. Even was ze stil.
‘Ik zou willen dat ik 40 was,’ zei ze.
‘Ownee, dat wil je echt niet,’ antwoordde ik. ‘Het is verschrikkelijk. Het besef dat de helft van je leven er al op zit, dat je beste jaren achter je liggen. Dat je helemaal niks nuttigs met die tijd hebt gedaan, dat het alleen maar minder wordt. Ik kan niet eens olliën.’
‘Je hebt nog een maand,’ zei ze.
‘Hoe oud ben jij?,’ vroeg ik.
’16,’ lachte ze.
’16? Djiezus,’ zei ik.
Ik wilde zeggen dat ik jaloers was, maar dacht aan problemen waar jongeren anno 2021 mee kampen: studieschulden, woningnood, baanonzekerheid, klimaatproblemen – en een overheid die daar geen fuck om geeft. Ik wist niet of ik nu nog 16 zou willen zijn.
’16 zijn heeft ook z’n voordelen,’ besloot ik. ‘Al mag je nog niet stemmen.’
Maar skateboarden gaat een stuk makkelijker als je jong bent.
Sinds vorige week ben ik bang dat stemmen ook overgewaardeerd wordt….En niet alleen voor de jonkies…. 🙁