Van oude mensen

‘Eigenlijk zou ik jou een tijdje hier te logeren moeten hebben,’ zei tante Nelly terwijl ze naar me glimlachte. ‘Gewoon, om me wat op te vrolijken.’ Het was 1991, ome Wim was net overleden. Ze woonde in een klein huisje aan de Paul Krügerlaan, maar niet lang daarna vertrok ze naar een aanleunwoning in een verzorgingshuis.

Vanaf die tijd dunde de naaste familie langzaam uit; tante Lisa, tante Tonny, tante Rikie, oma Toos, bij elk overlijden van een Dingen zag ik bij de uitvaart de rij zussen korter worden, totdat enkel tante Tiny en tante Nelly overbleven. Dat was tien jaar geleden.

April 2004 ging de telefoon. Tante Nelly had haar heup gebroken en was direct in het ziekenhuis geopereerd. Mijn ouders waren op vakantie en toen ik mijn vader door de telefoon het nieuws vertelde, schrok hij. ‘Heup gebroken? Dan is het meestal voorbij.’ Dat bleek mee te vallen. Samen met m’n jongste zus ging ik op ziekenbezoek. Het toeval wilde dat tante Toos, een tante aan mijn vaders kant, tevens onze overbuurvrouw, ook in het ziekenhuis was opgenomen; ze was plotseling onwel geworden. We gingen bij beiden op bezoek: tante Toos zat in een stoel naast haar bed een beetje om haar heen te kijken. ‘Nee hoor, ik maak het goed,’ straalde ze uit. Een paar verdiepingen hoger lag tante Nelly in bed nog wat beduusd om zich heen te kijken. ‘Was u er zo bijna tussenuit geknepen,’ zei een kennis.

Enkele dagen later overleed tante Toos. Tante Nelly keerde terug naar het verzorgingshuis.

Ze was toen 90. ‘Die kan nog wel tien jaar mee,’ zei ik. En inderdaad, iedere 25ste juli kwam er een jaartje bij. En elke verjaardag werd ze wat minder: het gehoor ging achteruit, lopen ging steeds moeilijker en ze was wel erg vaak verstrooid. Maar aan de andere kant: aan een slecht gehoor, moeilijke knieën en verstrooidheid is nog nooit iemand overleden. En, ook niet onbelangrijk, tante Nelly bleef een opgeruimde persoonlijkheid met wie je op momenten goed kon lachen. Toen ze eens een kijkje ging nemen naar het verbouwde huis van een nichtje, het huis nogal minimalistisch bleek ingericht en m’n moeder na afloop aan ‘r vroeg wat ze er van vond, antwoordde ze ‘wel mooi, maar wanneer komen de meubels?’  en als ze een nieuwe buurman of buurvrouw in het verzorgingshuis kreeg waarvan ze niet dacht dat die een lang leven was beschoren, sprak ze misprijzend ‘nee, dat is geen blijvertje.’

Toch begon ik steeds meer te twijfelen of ze die 100 zou halen. Het was natuurlijk een onzinnige uitspraak geweest maar de familie die ze had – haar enige (stief)dochter woonde al decennialang in Amerika en kwam elke paar jaar over – butste haar elke verjaardag op: ‘je moet wel de honderd halen he?’ Toen ze 97 werd en tegen mijn moeder zei ‘dat het toch wat is om 90 te worden’ zei mijn moeder ‘maar tante Nelly, u bent al 97, u gaat richting de 100.’ ‘100? Nee, dat hoop ik toch niet.’

Twee jaar geleden overleed tante Tiny, haar laatst overgebleven zus. Na de uitvaart stond ik voor de kerk afscheid te nemen van tante Tiny’s zoon en zijn vrouw. Toen ik haar drie zoenen gaf, keek tante Nelly van achter haar rollator verontwaardigd toe en riep ze naar me. ‘Heej, en ik dan?’ ‘O, maar u krijgt ook drie zoenen hoor tante Nelly.’ En op haar 98ste verjaardag, vorig jaar, had ze haar advocaatje zo snel achterover gewerkt dat het op was voordat er getoost kon worden. Het enige wat ze nog had staan, was een glas water. Onbespreekbaar voor tante Nelly. ‘Toosten met water, dat kan toch niet?’

Vrijdag 13 januari brak ze opnieuw haar heup en werd ze allengs in het ziekenhuis geopereerd. Een paar dagen later stond ik naast haar ziekenhuisbed. Ze sliep. Naast het bed stond een foto van ‘r die ik een paar maanden eerder had gemaakt. Ze was geïnterviewd voor het jubileumboek van DELA, omdat ze in 1937 één van de eerste leden was geweest. Er was een fotografe langs geweest en omdat ze zo knap was opgemaakt, had ook ik enkele foto’s gemaakt. Mijn moeder had de foto er neer gezet. ‘Dan zien de mensen tenminste hoe ze er eigenlijk uit moet zien,’ vond ze, want zo in het bed zonder bril en met haar mond half open leek het niet veel. De naaste familie ((achter)neven- en nichten) overlegde over hoe het verder zou moeten. Ze moest naar een verzorgingshuis, zoveel was duidelijk.

Begin deze week verhuisde tante Nelly naar Peppelrode. Een dag later ging de telefoon. Het ging niet goed met ‘r. Ze had dinsdag nog wat pap gegeten, maar was daarna in een diepe slaap gegleden. Sindsdien werd er dag en nacht bij haar gewaakt.

Gisteravond ging ik kijken naar tante Nelly. Ze lag op haar zij en ademde regelmatig. Haar mond hing open. ‘Kijk eens naar dat adertje in haar nek. Dat blijft zo mooi regelmatig doorkloppen,’ zei mijn moeder. ‘Ik vind het ongelofelijk,’ vervolgde ze. Alles bleef het inderdaad doen, ondanks dat ze vier dagen niets meer had gegeten of gedronken. Maar als je 98 wordt, dan ben je van goede komaf; de organen hebben het al die jaren volgehouden, die geven het nu ook niet zomaar op. Als ze die stomme heup niet had gebroken, had ze vermoedelijk nog jaren meegekund. Mijn moeder vroeg zich hardop af of tante Nelly niet het vrouwtje zou worden ‘dat maar niet doodging’ en er moest overlegd worden wie komende week bij haar zouden waken. Bij het afscheid nemen gaf ik tante Nelly een kusje op de slaap, omdat ze er zo op gesteld was geweest.

Vanmorgen belde mijn moeder naar het verzorgingshuis. Tante Nelly was onrustig gaan ademhalen. Een kwartier later was ze overleden.

This entry was posted in Overig and tagged . Bookmark the permalink.

3 Responses to Van oude mensen

  1. Stefan says:

    Mijn condoleances.

  2. Ximaar says:

    Van harte gecondoleerd! En mooi beschreven.

    Aan mijn vaders kant zijn nog 2 van de 6 tantes over. De 2 jongste zussen van mijn vader. De oudste daarvan zit in de USA en heeft nog een man met erg veel nageslacht. Alle andere echtgenoten liggen ook al jaren onder de grond. Mijn tante hier in de buurt bezoek ik dan ook af en toe. Zij heeft 3 kinderen, waarvan er maar 1 in de buurt woont en een ander toch erg regelmatig komt. Zelf zegt ze vergeetachtig te zijn, maar dat lijkt eerder een wens dan werkelijkheid. Ik heb wel eens wat testjes gedaan, over vroeger en nu. En ze wist alles.

  3. Laura says:

    Mooi verhaal Guido en gecondoleerd.

Comments are closed.