Skydive

‘Ga je verder nog iets doen?,’ vroeg m’n surfleraar.
‘Ik ga skydiven,’ antwoordde ik besmuikt.
‘Ow echt?,’ reageerde hij. ‘Ze moeten me heel veel geld betalen voor ik uit een vliegtuig spring.’

Dat zit er niet in. Vooralsnog moet je zelf heel veel geld betalen om uit een vliegtuig te springen.

Lastminute vakanties in het buitenland zijn onbetaalbaar, en dus belandde ik deze zomer een lang weekend op Texel. Daar is weinig mis mee. Ik ben gek op de Waddeneilanden. En hoewel het jammer is dat Texel niet autoluw is, heeft het eiland zat leuks te bieden: sfeervolle dorpjes, mooie stranden, fijne surfschool (Paal 17, aanrader), goed skatepark. Je kunt er prima fietsen.

En je kunt er dus skydiven: vanaf zevenduizend, tienduizend of dertienduizend voet. Met zevenduizend voet heb je een vrije val van slechts tien seconden, bij tienduizend voet is dit dertig seconden en bij dertienduizend voet is het een minuut. Natuurlijk kiezen de meeste springers voor dertienduizend voet. Dat leek me wel wat.

Maar ik ken mezelf. Grote kans dat ik eenmaal op Texel het toch niet aan zou durven. Chickening out. Daar verandert de zeer rationele opmerking op de website dat het veiliger is om te skydiven dan om de weg over te steken weinig aan. Daarom vertelde ik vooraf aan vrienden over m’n voornemen; een voornemen wordt pas concreet als je het durft uit te spreken. Voor mij was het een goede stok achter de deur; nu kon ik echt niet meer terug.

Toch schoot het door m’n hoofd toen ik me maandagochtend op het afgesproken tijdstip bij het kantoortje meldde en de laatste benodigde formulieren invulde: wat als de parachute niet opengaat? Of als ik niet goed aan m’n tandemspringer vast blijk te zitten? Of als het weer omslaat?

Ik dacht aan Alex Honnold in de documentaire Free Solo. Hij beklimt daarin El Capitan in Yosemite National Park, een bergwand van een kilometer hoog, zonder zekering: ‘Als het misgaat, zijn de gevolgen enorm. Maar het gaat niet mis.’ Een bewonderenswaardige zelfverzekerdheid.

Nadat ik was gewogen en licht genoeg bevonden wachtte ik in de hangar waar tientallen mannen en vrouwen rondliepen die druk waren met hun materieel. Een medewerker gaf mij en vier andere tandemspringers instructies: ‘Je kunt je tandemspringer helpen als je bij het springen je borst vooruit houdt, met je hoofd tegen het hoofd van de tandemspringer. Als de springer op je schouders tikt, kan je een normale houding aannemen.’

Terwijl ik een tuig kreeg aangemeten, stelde m’n tandemspringer zich aan me voor.
‘Hi, I’m Lucas. I am your best friend today,’ zei hij.
‘I hope so,’ antwoordde ik nerveus lachend.

Alles in de aanloop naar de sprong is adrenalineverhogend. Als in de hangar m’n naam op het scherm verschijnt dat ik ga springen. Als ik na de kennismaking met de tandemspringer ook kennismaak met Bas, de springer die m’n skydive fotografeert en filmt (ik wil bewijs hebben), en me verzekert dat Lucas heel ervaren is. Het wordt pas echt spannend als ik met de andere springers in het vliegtuig stap en we in twee rijen achter elkaar op de vloer van het toestel plaatsnemen. Als ik door de wolken heen vlieg en vertwijfeld door het raampje naar beneden kijk. En als op vier kilometer hoogte het rolluik opengaat en de eerste skydivers springen.

Shit. Ik ga dit echt doen.

‘I want you to keep your head close to me,’ legde m’n tandemspringer uit terwijl we op de rand van het vliegtuig zaten. Vier kilometer beneden me lag Texel.
‘Oké,’ zei ik en stak m’n duim omhoog. Ik doe niet zo moeilijk.

Het volgende moment leek het alsof ik over de kop ging. Uit m’n ooghoek zag ik het vliegtuig verder vliegen. Het duurde slechts een paar seconden, toen tikte m’n tandemspringer me op de schouders. Ik hing op m’n buik en we vielen met tweehonderd kilometer per uur naar beneden. Ik vloog.

Skydiven is overweldigend. De eerste seconden, het besef dat je het écht doet. Het gevoel van de koude wind die langs je lijf suist. De oorverdovende herrie. De lucht, het mooiste en diepste blauw dat je je kunt voorstellen. Onder je de wolken en Texel, in de verte de contouren van de andere Waddeneilanden. M’n tandemspringer die gebaart dat ik de hand van m’n filmer moet vastpakken. We geven elkaar een zwieper.

Het is niet eens eng. Skydiven voelt niet als vallen. De ervaring is zo overdonderend dat alle angsten die ik vooraf had meteen weg zijn. Geen moment schiet het meer door m’n hoofd of de parachute wel open zal gaan, of dat ik wel goed vastzit aan m’n tandemspringer.

En dan is er na een kleine minuut een kort rukje aan m’n schouders en is er ineens serene rust. Het is windstil. De parachute is opengegaan en we vliegen vlak boven de wolken. Even ben ik gedesoriënteerd.

M’n tandemspringer geeft de hengsels van de parachute aan mij: ik mag sturen.
‘Can I aim for the cloud?’, vraag ik, terwijl we in de richting van een wolk vliegen.
‘Yeah sure,’ lacht hij, al stuurt hij een beetje bij naar de rand van de wolk als hij merkt dat ik écht midden door de wolk wil vliegen.

Langzaam begin ik weer de contouren van het eiland te herkennen. In de verte liggen Vlieland en Terschelling. Ik zie De Slufter, en de rechte wegen van de Eierlandpolder, waar het vliegveld en het parachutecentrum zijn gevestigd. Als we een paar honderd meter boven de grond zijn neemt Lucas de hengsels van me over en maakt een paar wilde bochten naar links en naar rechts, daarna bereiden we ons voor op de landing. Die is snel, maar zacht.

Terwijl ik beduusd op het gras zit, komt de filmer op me aflopen voor een eerste reactie. Ik probeer m’n ervaringen onder woorden te brengen, wat amper lukt. Ik kan alleen maar zeggen hoe heftig het is, en dat ik door een wolk ben gevlogen.
‘Ze smaken lekker he, de wolken?’, lacht hij.
Hij bedankt me voor de mooie sprong.

Ik geef m’n tandemspringer nog een korte omhelzing: ‘That was amazing.’
Hij grijnst: ‘It was a good jump.’

Een uur lang sta ik naar het veld te kijken waar regelmatig andere skydivers landen. De adrenaline giert nog door m’n lijf. Af en toe kijk ik vertwijfeld naar boven. Je kunt vanaf de grond niet eens het vliegtuig zien waar iedereen uit springt. Het is een andere wereld daarboven. En wat is het er mooi.

This entry was posted in Reizen and tagged , . Bookmark the permalink.

3 Responses to Skydive

  1. Frances says:

    Mooie foto’s! En een leuk blogje. Maar toch maar niet voor mij – ik ben te schijterig/oud. Alhoewel – binnenkort ga ik mijn pensioen vieren met een ballonvaart die allang in de ijskast staat vanwege jeweetwel. Verder is mijn spannendste ‘luchtervaring’ tien minuten aan de stuurknuppel van een Beechcraft Bonanza (met dubbele besturing, dus redelijk veilig). Maar wèl boven Monument Valley!… 😉

  2. Annie says:

    Mooi , Guido jje bent echt n dappere kerel, en schrijft ook nog eens mooi

  3. Judith says:

    Hoe ouder hoe gekker 😜
    Maar super tof dat je het gedaan hebt broertje!
    Ik spreek uit ervaring.

Comments are closed.