Karakter

De laatste tijd is er veel te doen om mensen die het verschil niet weten tussen een schrijver en z’n personages. Leeghoofden als Monique Smit, Kim Feenstra en Wybren van Haga vinden het nodig Pim Lammers, de schrijver van het kinderboekenweekgedicht, aan te vallen omdat hij jaren geleden een verhaal over grooming heeft geschreven voor volwassenen. Het p-woord viel, de schrijver wordt met de dood bedreigd en heeft zich teruggetrokken als dichter. Moraal van het verhaal: terreur werkt.

Ik moest denken aan m’n mondeling Nederlands op de havo. Ik heb altijd graag gelezen, dus dat examen mocht geen probleem zijn. Toch was ik zenuwachtig, en ik had me dan ook goed voorbereid.

In het lokaal had m’n docent Nederlands, een man die z’n pensioengerechtigde leeftijd met rasse schreden naderde, twee schoolbanken tegen elkaar gezet. Ik nam plaats aan één zijde, met aan de linkerkant m’n docent, en aan de rechterkant een tweede docent, waar ik een paar jaar eerder Nederlands van had gehad. Beiden kenden me goed en, zo besefte ik pas later, wisten donders goed dat ik een brede algemene ontwikkeling heb (dat is altijd al zo geweest).

M’n docent nam m’n boekenlijst door, en sprak z’n milde afkeur uit dat Het Gouden Ei erop stond. Ik haalde m’n schouders erover op. Het was beter dan De Aanslag, wat iedereen in de klas had gelezen. En ik vond (en vind) Krabbé een geweldige schrijver.

Het Verdriet van België van Hugo Claus kon z’n goedkeuring wel wegdragen. Hetzelfde gold voor Karakter van Ferdinand Bordewijk. Het was geen favoriet, omdat de schrijfstijl, de Nieuwe Zakelijkheid, mij niet aansprak. Maar ik vond de verfilming prachtig, en was nieuwsgierig geworden naar het boek.
‘Heb je de film gezien?,’ vroeg m’n leraar.
Ik antwoordde bevestigend.
‘Heb je ook het boek gelezen?,’ vervolgde hij.
‘Dat ook,’ zo stelde ik ‘m gerust, en ik legde de verschillen tussen de twee uit.

We praatten door over Karakter, maar toen pauzeerde hij even. Hij dacht na en zei: ‘Dit is misschien een moeilijke vraag. En het is niet erg als je het niet weet, maar ik ben nieuwsgierig om je mening te horen. Van Bordewijk wordt wel eens gezegd dat hij een fascistische schrijver is. Wat vind je daarvan?’
Ik moest even nadenken en antwoordde: ‘De manier waarop Dreverhaven Katadreuffe fijnknijpt kan je fascistisch noemen. Er is dat beroemde citaat, iets van ‘ik zal ‘m voor negen tiende wurgen en die ene tiende zal ‘m groot maken’. Maar ik vind niet dat Bordewijk het propageert, en ik vraag me af of Katadreuffe aan het einde van het boek gelukkig is. Want tegenover hem staat de flierefluiter Jan Maan die misschien geen carrière heeft gemaakt, maar wel veel gelukkiger is.’

Mijn docent wisselde een blik uit met z’n collega.
‘Ja,’ knikte hij, ‘dat vind ik een heel goed antwoord.’

Een week later hing de puntenlijst in de hal. Ik had als enige een 10 achter mijn naam staan.

Iets zegt me dat Smit, Feenstra en Van Haga nooit een 10 voor hun mondeling Nederlands hebben gehaald. De kans is groter dat ze nooit het boek hebben gelezen, of zelfs de film hebben gezien.

This entry was posted in Boeken and tagged , , . Bookmark the permalink.

One Response to Karakter

  1. Frances says:

    Hear hear! Ik heb me ook vreselijk geërgerd aan die hetze van Van Haga c.s. en ik kan met de beste wil van de wereld niet snappen dat mensen er zo over denken…
    Kan me niet herinneren dat Thomas Harris belegerd werd vanwege het beschrijven van kannibalistische moorden door een (ex) psychiater. En Fjodor Dostojevski heeft ook nooit dit soort mot gekregen vanwege “Misdaad en Straf”. (Persoonlijk vind ik “Schuld en Boete” mooier klinken.)
    Enne – fantastisch examen! Goed gedaan!

Comments are closed.