Vijf keer New York

In Bushwick, Brooklyn. Place to be voor gave street art.

Ik was voor de derde keer in New York. Dat is geen straf; New York is altijd leuk. Bovendien is er sinds mijn laatste bezoek (in 2012) weer zoveel veranderd dat ik gerust een week kan gaan en niet in herhaling vallen. Ik viel wel een beetje in herhaling. Natuurlijk deed ik het klassieke uitzichtpunt van het Empire State Building, en bezocht ik Central Park. En ik kan niet om het Museum of Modern Art, simpelweg het beste museum voor moderne kunst in de wereld heen. Echt. Ga naar het MoMA als je in New York bent.

Maar wie voor de derde keer naar New York gaat, is wel een beetje uitgepraat. Ja, zelfs dat kan. En omdat ik niet zo’n zin had in weer een traditioneel plaatje-praatje, heb ik het dit keer anders gedaan: vijf hoogtepunten van m’n hernieuwde kennismaking met de stad. Attracties die er sinds m’n laatste bezoek bij zijn gekomen, of dingen die ik nu pas heb ontdekt. En bij een vierde bezoek, dat er hopelijk snel gaat komen, kom ik weer meer nieuwe (oude) dingen tegen.

Samuel Johnson schreef over Londen: ‘When a man is tired of London, he is tired of life; for there is in London all that life can afford’. Wat voor Londen geldt, geldt voor New York in het kwadraat.

One World Trade Center

9/11 is de open wond van New York. Maar in de drie keer dat ik in New York was heb ik ook het herstel gezien. In 2009 was Ground Zero nog een te mijden plek. In 2012 was One World Trade Center af en was de eerste van de twee memorial pools afgerond. En nu, in 2023, oogt het gebied als herboren. De tweede memorial pool is af; ze liggen op de exacte plekken waar de Twin Towers stonden. Herdenken kunnen die Amerikanen als geen ander.

Daarnaast staat de Oculus van Santiago Calatrava: een gigantisch trein- en metrostation. Dagelijks komen hier 250 duizend reizigers voorbij. Kosten: 3,9 miljard dollar. Mooi detail: op 11 september gaan de dakramen 102 minuten open. De tijd tussen het moment dat het eerste vliegtuig zich in één van de Twin Towers ramde en het moment dat de tweede toren instortte.

Maar zelfs het kunststuk van Calatrava valt in het niet bij het gigantische gevaarte dat One World Trade Center is. Het torent als een trotse pauw boven alle andere wolkenkrabbers uit. Het is het geesteskind van Daniel Libeskind, maar dan wel via een herontwerp van David M. Childs. Het is een statement piece; het is natuurlijk niet toevallig 1776 feet hoog.

Bovendien herbergt One World Trade Center het hoogste uitkijkpunt op het westelijk halfrond. Al kom je er met een uitkijkpunt alleen tegenwoordig niet meer. Een bezoek moet een experience zijn: in de kelder leer je van alles over de bodem van Manhattan en word je overladen met cijfers over het gebouw. In de lift omhoog zie je in minder dan een minuut tijd hoe Manhattan zich ontwikkelt van een kleine nederzetting tot het woud van wolkenkrabbers dat het vandaag is. De weg naar beneden doet daar niet voor onder; je waant je in de glazen lift uit Sjakie en de Chocoladefabriek. Inderdaad; een heuse experience.

Ground Zero is niet langer meer Ground Zero, maar weer de plek van het World Trade Center. Inclusief twee memorial pools, One World Trade Center (met het hoogste uitkijkpunt van het westelijk halfrond) en de Oculus van Santiago Calatrava, op de foto’s van boven en van onderen gezien.

Bushwick

Manhattan is leuk, maar die hoogbouw heeft iets beklemmends. Althans, toen ik zondagochtend uit het metrostation van Bushwick stapte, voelde de sfeer heel anders dan in Manhattan, meer relaxed. Een buurt met veel laagbouw met graffiti en street art, en leuke eettentjes. Enkele straten zijn al afgezet voor een buurtfeest. Bushwick, de naam is een verbastering van Boswijk, is een up and coming buurt in Brooklyn. Na Dumbo, Williamsburg en Greenpoint de zoveelste buurt in de borough die ten prooi is gevallen aan gentrification. In Brooklyn dus, dat als stadsdeel bijna evenveel inwoners telt als Chicago, is hip.

De populariteit van de buurt komt voor een deel voort uit de coole street art. Met dank aan de grote, leegstaande fabrieken, waar tot begin twintigste eeuw brouwerijen waren gevestigd. Die brouwerijen zijn vertrokken, maar de grote panden zijn gebleven, met muren die als een canvas fungeren voor graffiti-artiesten die zich hebben verenigd in het Bushwick Collective. Het hele gebied beslaat niet meer dan een paar blokken, maar op die enkele honderden vierkante meters kom je alles tegen: traditionele graffiti en street art, guerrilla knitting en zelfs een driedimensionaal werk van twee katten. Ga mee met een wandeling van Brooklyn Unplugged Tours en je leert alles over street art in het algemeen, en de kunst van Bushwick in het bijzonder. Een aanrader.

Het is de vraag hoe lang Bushwick nog z’n coole imago weet te behouden. Zoals de gids stelt: ‘First come the artists. And when the artists come, the people follow. And when the people come, money follows. And when the money comes, the artist leaves.’

Kleurrijk Bushwick. Met op de onderste foto de loods van een oude Italiaanse dame, die ze open heeft gesteld voor de vele graffiti- en street art artiesten uit de buurt.

Flushing Meadows-Corona Park

New York is meer dan Manhattan. Veel meer. Ik was tijdens m’n twee eerdere bezoeken al wel in Brooklyn en Staten Island geweest, maar Queens was nog onontgonnen gebied. Vreemd eigenlijk; omdat het net als Brooklyn aan de oostkant van Manhattan grenst en makkelijk met de metro te bereiken is. Bovendien doet het qua inwoneraantal amper onder voor Brooklyn. Queens is huge.

Als New York de melting pot is waar de hele wereld samenkomt, dan is Queens daar weer het centrum van. En die mix zie je terugkomen in het grootste park van het stadsdeel (het is zelfs groter dan Central Park): het Flushing Meadows-Corona Park. Ja, het Flushing Meadows dat elk jaar het grandslamtoernooi de US Open huisvest. En ja, het Corona Park waar Paul Simon (afkomstig uit Queens) over zong in Me and Julio Down by the Schoolyard (‘Goodbye to Rosie, the queen of Corona’).

Het is ook het park waar in 1939 én in 1964 de World Expo plaatsvond. Van de laatste editie zijn nog restanten in het park terug te vinden, echter niet in de beste staat. Het paviljoen is vergane glorie, maar de Unisphere, een gigantische, 43 meter hoge wereldbol, staat nog fier overeind. Bekend van talloze skatefilmpjes én van de moderne filmklassieker Men In Black. Het is het middelpunt van het park, met lange brede banen. Geïnspireerd door Bernini’s ontwerp voor het Sint-Pieterplein.

Maar de grootste attractie van het Flushing Meadows-Corona Park zijn de mensen. Het is de plek waar heel de wereld samenkomt: New Yorkers die bij gebrek aan eigen tuin hun vertier zoeken in het park. Ze volleyballen, skaten, fietsen of barbecueën. Wat dat betreft is de Unisphere het perfecte ontmoetingspunt.

Het Flushing Meadows-Corona Park. Niet alleen één van de grootste parken van New York, ook de locatie van twee wereldtentoonstellingen, in 1939 en in 1964.

Hudson Yards

De bouw heeft zes jaar geduurd én 25 miljard dollar gekost, maar dan heb je ook wat: Hudson Yards. In een gebied aan de westkant van Manhattan dat een slordige vijftien jaar geleden een remise voor metrostellen was, ligt nu een fonkelnieuw zakengebied. Nieuw en peperduur; Hudson Yards is bedoeld als een stad in een stad. Appartementen waar je de deur niet uit hoeft omdat het eten tot aan de voordeur kan worden bezorgd en sportschool én bioscoop inpandig zijn. Kinderopvang? Ook aanwezig. Fijn ook, alleen met Ons Soort Mensen. Zelfs het metronetwerk is ervoor uitgebreid.

Maar cynisme daargelaten, het ziet er wel poepsjiek uit. Datzelfde geldt voor het uitkijkpunt The Edge (nee, niet de U2-gitarist). Bij m’n laatste bezoek aan New York telde de stad twee uitkijkpunten. Inmiddels zijn het er vijf. The Edge is er daar eentje van. Misschien is dat zelfs voor New York te veel, maar je hebt wel perfect zicht op downtown New York, met One World Trade Center dat overal bovenuit torent, én op het Empire State Building, de blikvanger van midtown Manhattan. Het uitzichtpunt heeft een glazen vloer (waar je niet op mag springen) én (voor de echte waaghalzen) nog een hoger uitkijkpunt waar je (gezekerd) over de rang mag hangen. Mooi detail: in de ramen van de bovenste verdiepingen van het pand reflecteren vliegtuigen die voorbij komen.

Naast The Edge staat The Vessel. Een volstrekt nutteloos maar spectaculair bouwwerk. Wie naar de bovenste verdieping klimt – het heeft 154 trappen en acht verdiepingen – heeft een prachtig uitzicht op de Hudson River. Naar het schijnt, want The Vessel is al geruime tijd gesloten. Te veel New Yorkers pleegden zelfmoord door van de hoogste verdieping te springen.

Op de bovenste foto’s The Vessel, op de onderste foto’s het uitkijkpunt van Hudson Yards. Op de onderste foto kan je de High Line tussen de flats door zien kronkelen.

High Line

Hudson Yards is perfect te combineren met de High Line, één van die andere herontwikkelingsprojecten dat New York het afgelopen decennium een boost heeft gegeven. Het is er bovendien eentje met een Nederlands tintje: het is ontworpen door Piet Oudolf.

De High Line beslaat voor het een groot deel het Meatpacking District, ooit het industriegebied van Manhattan. Een wijk waar vleesverwerking centraal stond; zoals de gids van de Circle Line een paar dagen zou opmerken, een desolaat gebied waar de slagers in het bloed rondliepen. Toen de industrie in de jaren tachtig uit het gebied wegtrok, bleef een karkas van spoorlijnen over. Weg ermee, zeiden veel bewoners. Behouden, zeiden anderen. De laatste groep won. Al kostte het veel tijd om alle neuzen dezelfde kant op te krijgen. Pas in 2009 werd het eerste deel van het park geopend. Tien jaar later was het project afgerond.

De High Line Park een echte aanwinst voor de stad. Je flaneert op je gemak vanaf Hudson Yards door de West Village. De spoorlijn loopt over straten heen die dwars over Manhattan lopen; het zorgt voor prachtige vergezichten. Er zijn tientallen plekken waar je kunt zitten. Je komt door de Chelsea Market, met eettentjes van over heel de wereld. Er is de Plinth, een aftakking van het park waar ruimte is voor grote openbare kunstprojecten, in dit geval Old Tree van Pamela Rosenkranz, een fuchsiakleurige boom.

En waar de zuidkant van de High Line wordt afgesloten met Hudson Yards, is dat aan de noordkant het Whitney Museum of American Art. Na het Museum of Modern Art het mooiste museum van New York. Je kunt prima een dag voor Hudson Yards, de High Line en het Whitney Museum of American Art uittrekken.

Misschien nog wel het leukste aan de High Line zijn de vele doorkijkjes door New York. Tijdens de wandeling kom je bovendien veel leuke street art tegen. Op de onderste foto een uitzicht vanuit het Whitney Museum of American Art, aan het noordeinde van de High Line.

This entry was posted in Foto's, Reizen and tagged , , , , , , , , , , . Bookmark the permalink.

One Response to Vijf keer New York

  1. Frances says:

    Bedankt voor de rondleiding! Ik moet toch echt eens terug…. voor ik te oud ben. Al was het alleen al voor de High Line, de graffiti (wanneer laten ze daar wat meer van in Eindhoven los, naast het viaduct voor Strijp S (net voorbij het stadion) en de Berenkuil?) en het Whitney Museum (vorige keer niet aan toe gekomen). En The Edge. Inderdaad – Londen in het kwadraat.

Comments are closed.