Mantra

Iedereen heeft een mantra nodig. Een woord of zin om op te focussen op die momenten dat concentratie nodig is, of een geruststellende gedachte. Zo zeg ik altijd als ik bovenaan de rand van de hoogste bowl in Area 51 sta, en drieëneenhalve meter de diepte in kijk, tegen mezelf dat ik die drop-in al honderden keren heb gedaan en dat ie nog nooit mis is gegaan. Wat niet waar is want het is wel een keertje fout gegaan, maar de consequenties waren te overzien (een verrekte spier en wat blauwe plekken). Of ik hou mezelf voor dat ik beter een arm of pols kan breken dan mijn telefoon, omdat botten vanzelf helen en een reparatie van mijn telefoon duurder is.

Sinds ik naar een ander skateklasje ben overgestapt, heb ik medeskaters die in dezelfde leeftijdscategorie als ik zitten. Veertigers, de meeste met kinderen. Soms gaan die kinderen ook mee skaten als we afspreken in een parkje in of rond Eindhoven, of ze rijden rond op een stepje (tot grote schaamte van de vader).

Vorige week was ik ‘s avonds met een man uit mijn skateklasje aan het rijden. Hij had z’n oudste zoon van een jaar of tien meegenomen. Ik oefende wat nieuwe dingen (ja, ook na jaren skaten kan je nog nieuwe dingen leren. Bovendien ben ik niet de snelste leerling) en mijn medeleerling hielp me daarbij. Het liep niet zo lekker, omdat ik last heb van een reflex. Zo gauw het een beetje eng wordt, spring ik van mijn board af. Het is een reflex die me enorm hindert. Als ik in de skateles een nieuw trucje wil leren gaan de eerste pogingen altijd mis, want dat is spannend en dan spring ik van m’n board. Tegen de tijd dat ik mijn reflex onder controle heb, zijn we bijna klaar en gaan we iets anders oefenen.

Terwijl ik op mezelf mopperde vanwege m’n onhandig reflex, riep het zoontje van m’n medeleerling naar me: ‘Je moet bij jezelf denken ‘Het lúkt!”
‘Dat ga ik proberen,’ zei ik, ‘bedankt voor de tip.’
Ik zette af om het trucje opnieuw te proberen, z’n vader hielp en ik zei tegen mezelf: het lúkt. Nu sprong ik niet van m’n board.
‘Het helpt,’ riep ik naar het jochie. Hij was trots, ik was tevreden.

Het weekend erna was ik in hetzelfde skatepark. Het was prachtig weer en het toch al niet zo grote parkje barstte uit z’n voegen. Ik telde zo’n vijftien skaters, en daar tussendoor reden nog wat kleine kinderen op stepjes rond. Ik vond het niet prettig om in die mierenhoop te skaten. Liever keek ik vanaf de zijkant met een blikje fris in de hand tevreden toe, wachtend op een rustig moment. Blijkbaar had ik mezelf gunstig geposteerd, want al snel kwam een jochie van een jaar of tien vragen of ik een trucje van ‘m wilde filmen. Na uitgebreide instructies maakte ik een paar filmpjes.

Terwijl het jochie tevreden keek naar het filmpje dat ik van ‘m had gemaakt, viel m’n oog op de griptape, het donkergrijze, ruwe schuurpapier op de bovenkant van z’n board. In witte letters stond erop geschreven ‘stop worrying, trust god’. Ik vond het mooi. Niet dat ik gelovig ben, maar omdat ik het stoer vond dat ie een boodschap waarmee hij zich ook kwetsbaar opstelde, openlijk deelde. En ik dacht aan Baz Luhrmanns hit Everybody’s Free (To Wear Sunscreen), met de onsterfelijke regels: ‘Know that worrying is as effective as trying to solve an algebra equation by chewing bubblegum.’

Die tekst van Luhrmann is wat te lang voor op mijn griptape, maar ‘Het lukt’ moet zeker passen. Omdat iedere skater behoefte heeft aan een mantra.

This entry was posted in Skateboarden and tagged . Bookmark the permalink.

One Response to Mantra

  1. Frances says:

    Die van mij is: Morgen komt er weer een dag….

Comments are closed.