Het is niet dat ik alle wedstrijden van PSV op de voet volg. Ik hou de uitslagen bij, kijk de samenvattingen (als PSV heeft gewonnen), mopper over de gemiste kansen, en mopper nog harder over het doelpunt dat PSV standaard elke wedstrijd tegen krijgt. Ik heb nooit een seizoenkaart gehad, want het voelt te veel als een verplichting om zeventien keer per seizoen op een tribune te gaan zitten. Maar af en toe kan ik mee met iemand die een kaartje over heeft, of hebben we kaartjes gewonnen met quizzen. En eerlijk is eerlijk, dat is dus écht heel leuk. Hartgrondige voetbalhaters, waarvan ik er helaas een aantal in mijn vriendenkring heb, zullen nooit begrijpen hoe leuk het is om met dertigduizend mensen naar een wedstrijd te kijken en hartstochtelijk te juichen bij een doelpunt.
Ondanks dat ik dus niet elke twee weken in het Philips Stadion te vinden ben, zijn sommige van die ‘waar was jij toen dat gebeurde’ gebeurtenissen onlosmakelijk verbonden met kampioenschappen van PSV. Dat zijn de keren dat het kampioenschap op miraculeuze wijze op de laatste speeldag in het voordeel van PSV werd beslist. Fun fact: het is twintig keer voorgekomen dat de titel pas op de slotdag van de competitie is vergeven en acht keer trok PSV daarbij aan het langste eind; dat is meer dan elke andere voetbalclub.
Toch heeft elk kampioenschap een connectie met een bepaalde levensfase. En allemaal zijn ze onvergetelijk.
2007
Ik schreef al eens over de leuke tijd die ik op de muziekafdeling van de bibliotheek in Eindhoven heb gehad. Een van de beste herinneringen is verbonden aan die ene zonnige dag in mei 2007. Drie ploegen konden nog landskampioen worden: AZ, Ajax en PSV. PSV had een riante voorsprong op de ranglijst verspeeld en AZ leek de beste papieren voor de titel te hebben.
Ik moest die zondagmiddag werken. In de bibliotheek hing een landerige sfeer, zoals wel vaker op zondagen het geval was. Ik ruimde cd’s op, en wilde de tussenstanden niet in de gaten houden. Ik was gefrustreerd over hoe PSV de zekere landstitel had weggegeven. Het vooruitzicht dat AZ, of godbetert Ajax landskampioen zou worden, vond ik weinig aanlokkelijk. Maar in de rust kon ik mijn nieuwsgierigheid niet langer bedwingen en keek op Teletekst op m’n computer. AZ stond achter. PSV en Ajax stonden allebei voor, maar PSV had een beter doelsaldo.
Een man kwam naar m’n balie lopen. Hij zag me naar het scherm kijken.
‘En?’, vroeg hij.
‘Nou, als het zo blijft zijn we kampioen,’ antwoordde ik, stomverbaasd.
De tussenstand veranderde nog, maar het resultaat bleef hetzelfde. AZ verloor van Excelsior. Ajax won met 2-0. PSV versloeg Willem II met 5-1. Ik liep naar een hogere verdieping en zette een raam open. Ik kon het gejuich op straat horen. Toen ik om 17.00 uur klaar was met mijn werk, liep ik verdwaasd in een stroom mensen over de Wal richting het Stadhuisplein, nog steeds niet beseffend wat er was gebeurd.
Het wedstrijdverslag van die dag is later op cd uitgebracht. Die heb ik gekocht, omdat ik het als radiomaker hilarisch vond (en vind) dat een aflevering van Langs De Lijn ooit op cd is uitgegeven.
2016
PSV speelde uit tegen PEC Zwolle. Ajax ging op bezoek bij De Graafschap. Het was een mooie zondagmiddag, en ik zat achter m’n laptop bij m’n ouders te werken. Waar ik aan werkte weet ik niet meer. Het kan een blog zijn geweest voor de beeldkrant van m’n werk, of misschien was ik een les aan het voorbereiden voor de middelbare school waar ik één dag in de week les gaf. Alleen mijn vader was thuis. Mijn moeder was met een van mijn zussen aan het winkelen in de stad.
PSV moest winnen, maar om kampioen te worden zou Ajax moeten verliezen of gelijkspelen. PSV deed wat het moest doen, en Ajax nouja, ook. Tussen het werk door hield ik het live blog op de site van de NOS bij. Af en toe keek ik, tegen heug en meug, naar de tussenstand. Ajax was met een 1-0 voorsprong de rust in gegaan, maar De Graafschap had in de tweede helft de gelijkmaker gescoord.
‘Als Ajax niet meer scoort, is PSV kampioen,’ zei ik tegen m’n vader.
Hij leek niet echt geïnteresseerd.
De seconden tikten tergend langzaam weg. Ik kon niet wachten tot de wedstrijd was afgelopen. Ik hou van PSV, maar mijn weerzin tegen Ajax is nog groter. Jammer als PSV een keer níet kampioen wordt, maar ik walg als ik aan een kampioenschap van Ajax denk. Pas achteraf hoorde ik dat Ajax amper nog in de buurt van de goal van De Graafschap is geweest. De ploeg was volledig ingestort. Het bleef 1-1 in Doetinchem en, in navolging van Excelsior in 2007, degradeerde De Graafschap. PSV versloeg PEC Zwolle met 1-5. Ergens halverwege de terugreis naar Eindhoven kreeg PSV op een parkeerplaats de schaal overhandigd.
Het kampioensfeest liet ik aan me voorbijgaan. Ik hou helemaal niet van mensenmassa’s en al helemaal niet van slechte muziek.
2025
Dit keer was het niet de laatste speeldag die écht spannend was. Dat was de aanloop náár die laatste speeldag, waar Ajax week na week punten verspeelde. Een 0-4 nederlaag bij FC Utrecht, gevolgd door een gelijkspel tegen Sparta. Mooi natuurlijk, want elke nederlaag van Ajax is een cadeautje. Toch durfde ik op dat moment niet te hopen. De kans dat PSV kampioen zou worden leek me nog steeds theoretisch.
Dat veranderde toen PSV een 2-0 achterstand tegen Feyenoord wist om te draaien tot een 2-3 overwinning. Waar ze in Amsterdam eerst dachten tegen NEC de kampioenswedstrijd te spelen, moesten ze nu omschakelen. Ze móesten winnen om niet nog meer averij op te lopen. De eerdere seizoenen indachtig wist ik dat Ajax wel eens zou kunnen gaan choken. En inderdaad, NEC versloeg Ajax in de Arena met 0-3. Een dag later sprak ik een Ajaxsupporter. Hij baalde, maar, zo zei hij, we staan nog altijd één punt voor. Daarin moest ik ‘m gelijk geven. Op dat moment had Ajax, ondanks de acht punten die het in drie wedstrijden tijd had verspeeld, nog steeds de beste papieren.
Later die week, woensdagavond, beleefde ik mijn ‘waar was jij toen dat gebeurde’ moment. Waar ik was? In Dynamo, voor een inspraakavond van de gemeente over urban sports. Ik skate inmiddels al ruim zes jaar, en heb een mening over het beleid van de gemeente (want waar blijft dat écht goede, moderne skatepark?). De gastheer van de avond begreep dat sommige bezoekers met hun gedachten elders waren: ‘We snappen het als je af en toe op je telefoon kijkt voor PSV.’
Ik wilde niet op mijn telefoon kijken. Alleen in de rust keek ik snel hoe PSV het deed. Ze stonden met 4-0 voor tegen Heracles. Toen de avond rond 21.30 uur was afgelopen, nodigde de presentator de bezoekers uit om vooral nog even een rondje door de stad te lopen en vertelde een teaser van jewelste: ‘Het kan nog wel eens heel gezellig worden.’
Ik praatte samen met een medeskater nog wat na met de organisatie. Nog steeds weerstond ik de drang om op m’n telefoon te kijken. Maar toen ik rond 22.00 uur met de medeskater naar buiten liep, hoorde ik bij de Irish Pub, honderd meter verderop, een enorm gejuich opstijgen.
‘Nu moet ik toch even op mijn telefoon kijken,’ zei ik nerveus lachend tegen de medeskater.
De tussenstand was op dat moment nog 1-2 voor Ajax bij FC Groningen, maar terwijl ik naar huis liep (in plaats van te skaten) bleef ik driftig mijn telefoon verversen. En inderdaad: het was 2-2 geworden.
Ik ging weer skaten, en bij het Eindhovens Kanaal werd ik ingehaald door een fietser die juichte dat de wedstrijd in Groningen was afgelopen, en hard scandeerde: ‘Kampioenuh!’
Twee weken geleden liep ik op zaterdagochtend door de stad. Op het Stadhuisplein werd alles in gereedheid gebracht voor een eventuele huldiging. Aan de lantaarnpalen hingen banieren met de tekst ‘PSV Kampioen’. Ik ben niet bijgelovig, maar zoveel overmoed voelde als een jinxen. Ik sprak met vrienden af om op het Wilhelminaplein, weg van de al te grote drukte van de Markt, het 18 Septemberplein en het Stadhuisplein, de wedstrijd te volgen. Ik vertelde een vriend dat ik een theorie had, maar dat ik die pas wilde delen als PSV in de tachtigste minuut voor zou staan.
Vooraf was ik gespannen geweest, maar toen PSV met 0-1 voorkwam, werd ik rustiger. Zelfs het tegendoelpunt van Sparta, aan het begin van de tweede helft, maakte me niet nerveus. Dat had ik ingecalculeerd. Toch nam ik geen risico met het delen van mijn theorie. Maar toen PSV in de 84ste minuut bij Sparta de 1-3 scoorde, durfde ik ‘m wel te delen: ‘Elke negen jaar beslist PSV de titel op de laatste speeldag. In 2007, 2016 en nu, in 2025.’
Ik weet niet waar ik in 2034 ben. Maar ik kan alvast verklappen dat de ontknoping van het eredivisieseizoen dat jaar knotsgek gaat worden.
Mijn neef van acht had op 16 mei zijn eerste spreekbeurt op school. En die ging over PSV. En in de huidige tijd hou je een spreekbeurt aan de hand van een powerpointpresentatie …
Enfin, op woensdag 14 mei oefende neef zijn spreekbeurt voor Oom Pieter. En de afsluiting op de laatste slide waren alle successen van PSV in het verleden én de huidige stand van zaken: ‘PSV staat nu tweede. Er moet een wonder gebeuren willen ze weer kampioen worden’.
Neef sloot zijn oefenspreekbeurt af met de profetische woorden: “Ik denk dat ik die laatste zin nog aan moet passen na vanavond.”.
Hahaha, goed verhaal. Dat kampioenschap vergeet je nooit meer. 🙂
Ik heb niet zo’n voetbalgeheugen. Neef wel. Vorig jaar zomer ging hij in het stadion op de foto naast een zuil met de Schaal. Dit jaar wil hij weer 😀